Thomas a Kempis (eigenlijk: Thomas van Kempen/Thomas Hemerken)

vrijdag 20 oktober 2023

4) Over de voorzichtigheid in het handelen


 1. Men moet geen geloof hechten aan alle woord, noch aan iedere aandrift, maar de zaken overwegen met voorzichtigheid en met aandacht volgens God. 

In het vorige hoofdstuk benadrukte Thomas a Kempis dat in God en Zijn Woord de Waarheid te vinden is. Wanneer ik het veertiende hoofdstuk van het Evangelie van Johannes lees, dan lees ik dit letterlijk in vers 6: Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. In vers 15 staat, waartoe Thomas ons stimuleert: Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. En wat een rijke belofte geeft Jezus vervolgens:


Johannes 14:16 En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, Maar ook vers 17, 21, 22 en 23! Misschien kan je het hoofdstuk er even bijnemen? Vers 23:
 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen. In vers 15 vermaant Jezus diegenen die Hem liefhebben Zijn geboden te houden. Echter, in vers 21 geeft Hij wel een oorzakelijk verband aan: Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.(feitelijk zegt Hij hier niet veel anders dan in vers 23, alleen met andere woorden). Heeft Gods Heilige Geest al intrek in mij genomen? En jou? Hebben wij Hem zo lief, dat wij Zijn geboden houden? Dat we aandacht hebben voor Zijn Woord in de dingen die dagelijks op ons afkomen? 

 Helaas! Menigmaal gelooft en zegt men gemakkelijker kwaad van een ander dan goed: zoo groot is onze zwakheid. Paulus stimuleert hiertoe de Filippenzen in hoofdstuk 2. Hij vraagt hen, d
e ander uitnemender te achten dan zichzelf, omdat Paulus beseft dat zij van nature wel letten op wat van henzelf is, en geneigd zijn om wat van de ander is niet en/of minder opmerkzaam te zien of aanvaarden... En spreekt Paulus hiermee ons/mij ook niet aan? Hoeveel waarde hecht ik aan mijn mening? Over God en Zijn Woord? Hoeveel waarde hecht ik aan de mening van de ander over ditzelfde? Nog meer zou ik Paulus voorbede die hij doet in zijn brief aan de Kolossenzen 1 vanaf vers 9, in de praktijk mogen brengen. Om met
elkaar ons oog op Christus gehouden te houden en met elkaar Zijn Woord te onderzoeken en te leren verstaan met de hulp van Zijn Geest. 

 Maar volmaakte menschen gelooven niet lichtvaardig iedereen die hun iets verhaalt, want zij erkennen de zwakheid des menschen, die tot het kwaad overhelt en in zijne woorden dikwijls struikelt. 
In de Dordtse leerregels hoofdstuk 5 paragraaf 2, staat mijns inziens helder verwoord hoe zwak wij mensen zijn... Tevens komt opnieuw hierbij Mattheüs 15 vers 9 weer in mijn gedachten: 

maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn. In hoofdstuk 3 onder punt 2 ben ik hier uitgebreid op ingegaan. Wanneer Gods Heilige Geest in ons woont, is ons verlangen Hem te zoeken in ons dagelijkse leven. Dan zullen woorden van de "heiligen", gesproken door Zijn Woord en Geest, ons ter harte gaan... Deze "heiligen", daar bedoel ik de mensen mee zoals verwoord in de bovengenoemde link in de Dordste leerregels. M.a.w.:
Bekeerde mensen worden heiligen genoemd in de Bijbel. Dat betekent niet dat ze zonder zonden leven, maar dat zij in Christus heilig zijn. Al hun zonden worden vergeven, omdat Hij ervoor betaald heeft. Heilige mensen strijden graag tegen alle zonden en zouden graag zonder zonden willen leven.


2. Het is groote wijsheid niet te werk te gaan met overhaasting, en niet hardnekkig te blijven in zijn eigenen gevoelens. 
In psalm 141 klaagt David zijn nood bij de HEERE tijdens de vervolging door Saul. Hij zegt in vers vijf de vermaning van de rechtvaardige(dus Gods kind) te aanvaarden indien hij verkeerd doet. Bovendien bidt Hij voor deze rechtvaardigen. David lijkt hier niet te blijven hangen in zijn nood, maar legt die neer bij de Enige waar hij het ècht kwijt kan... Het tegenovergestelde zie je bij Elia in 1Koningen 19. Elia lag hier zeer terneergeslagen onder de bremstruik. In 1Koningen 18 had hij grote wonderen meegemaakt. De Baälpriesters hadden Baäl gesmeekt om vuur. Er gebeurde echter niets met hun offer. Dit..., terwijl Elia's
 kletsnatte offer door vuur verbrand werd dankzij de HEERE! God liet Zijn grote macht zien op het smeekgebed van Elia. En toch ligt hij nu depressief onder de struik, bang voor het zwaard van Izebel als gevolg van het doden van de Baälpriesters... Een greep uit het leven van David en Elia. Wat doe ik wanneer ik in nood ben? Mijn gedachten komen bij 1Petrus 2 vanaf vers 19 tot en met 25. Met voor mij als kerntekst vers 20:
Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God.
Hoe draag ik het lijden in het algemeen? En hoe wanneer ik het goede doe? En jij? Weet jij nog meer voorbeelden vanuit de Bijbel te noemen?

 Het behoort mede tot de wijsheid, geen geloof te geven aan alle menschenpraat; en niet aanstonds aan anderen mede te deelen, wat men gehoord of geloofd heeft.
Omdat ik hiervan praktijkvoorbeelden wilde vinden, heb ik een paar dagen hierover nagedacht. Welke voorbeeld of Bijbels fundament staat hiervan in de Bijbel? Ik kwam uit bij 2Petrus 2. Een heldere waarschuwing tegen dwaalleraars! Het is opperste wijsheid om geen geloof te hechten aan woorden die niet overeen komen met Gods Woord en Waarheid:
2 Petrus 2:21 Het zou immers beter voor hen geweest zijn dat zij de weg van de gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, nadat zij die hebben leren kennen, zich weer afkeren van het heilige gebod dat hun overgeleverd was. 
22. Maar hun is overkomen wat een waar spreekwoord zegt: De hond is teruggekeerd naar zijn eigen uitbraaksel en de gewassen zeug naar het rondwentelen in de modder.
Ben ik bedachtzaam in wat ik geleerd krijg? Leg ik Gods Woord ernaast, vóórdat ik het doorgeef aan anderen? En jij?


Psalm 141 vers 3 berijmd, is dat ons gebed?
Zet, Heer, een wacht voor mijne lippen;
Behoed de deuren van mijn mond,
Opdat ik mij, tot genen stond,
Iets onbedachtzaams laat' ontglippen. 

Vraag raad aan een wijzen en godvreezenden man; en laat u liever geleiden door iemand die beter is, dan uw eigen goeddunken te volgen.
 Hoe meer iemand in zich zelven ootmoedig en aan God onderdanig is, zooveel te verstandiger en geruster zal hij wezen in alles.
Wederom heb ik deze week tijdens mijn huishoudelijke werkzaamheden nagedacht over voorbeelden uit Gods Woord. In het positieve èn het negatieve... Want de Bijbel vertelt niet alleen de goede daden van Zijn kinderen. Tot mijn troost worden tevens hun "misstappen" beschreven.  Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan Abraham en Sara. Abraham was door de HEERE een rijk nageslacht beloofd. Genesis 15:5 Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. Prompt vlak nadat Abraham deze belofte kreeg, luisterde hij naar zijn vrouw Sara, die hem het advies gaf bij haar slavin een kind te verwekken, omdat de HEERE haar baarmoeder gesloten had. En Abraham luisterde naar haar, in plaats van geduldig te wachten totdat de HEERE Zijn belofte waar zou maken in Sara en hem(Genesis 16). Hoeveel bitterheid is er toen in het gezin van Abraham ontstaan! Iemand op facebook schreef pas:


We zijn vrij voor onze keuzes maar niet vrij van de consequenties van onze keuzes! En dat zie je in deze geschiedenis heel duidelijk. Hagar werd met Ismaël weggestuurd...(Genesis 21). Allen hadden te lijden onder die keuze van Abraham, die had geluisterd naar het advies van zijn vrouw Sara. Zij waren niet vrij van de consequenties, van de in vrijheid gemaakte keuze...

En tóch? Hoe groot was 't geloof en de gehoorzaamheid van Abraham toen hij jaren later in gehoorzaamheid, júist de zoon van Gods belofte ging slachten(Genesis 22 vers 1 tot en met 19). Hoe geweldig is het, dat daarna de HEERE, opnieuw(!), Zijn rijke belofte aan Abraham bevestigde! Genesis 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben. 18. En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent. Abraham gaf zijn vrouw uit voor zijn zuster, om zijn leven te sparen(Genesis 12 vanaf vers 14 en nogmaals Genesis 20 vanaf vers 1). Angst overheerste bij Hem, waardoor hij blijkbaar niet volledig durfde te vertrouwen op de HEERE. Desondanks blijft de HEERE trouw aan Zijn belofte aan Abraham. Put ik hier troost uit? God blijft mij trouw, ondanks mijn trouweloosheid, door te luisteren naar geen Bijbels gegronde adviezen... En jij? Ook moet ik aan de persoon Nicodemus denken. Eerst kwam hij 's nachts naar Jezus toe met zijn vragen. Maar later kwam hij er steeds meer openlijk vooruit(Johannes 7 vanaf vers 50 en Johannes 19 vanaf vers 38). Nog veel meer voorbeelden kan ik bedenken. Jij ook?


Oefening
Niets is tegenstrijdiger aan de liefde en schadelijker ter zaligheid, dan de ware of valsche aantijgingen die de eene den anderen doet, aangezien zij de gemoederen verbitteren, de harten ontroeren, oneenigheden veroorzaken, den haat vermeerderen, en men over deze zonden de vergiffenis van God niet kan bekomen, tenzij men er een goede biecht over spreke en men voornemens zij het kwaad te herstellen hetgeen men heeft welke men tweedracht heeft verwekt. Men mag gelooven; en wanneer men iets van de evenmensch zou gehoord hebben, mag men er aan niemand van spreken.
Hier wordt voor het eerst de biecht aangehaald. Ik ga er hier vanuit dat hier de biecht bedoelt wordt, die toen gebruikelijk was. Mijn opa en oma en mijn ouders moesten regelmatig ter biecht gaan. In mijn tijd was dat niet meer in gebruik in de Rooms-Katholieke kerk. Althans niet in Zaandam, Begschenhoek en Tiel, waar ik gewoond heb. In de praktijk van het dagelijkse leven heb ik er in mijn jeugd dus niets meegedaan. Mijn moeder leerde mij, mijn naaste lief te hebben. Rekening te houden met de ander... De ander niet expres pijn doen, maar dat júist proberen te voorkomen... Zij had de gave van zwijgen, om de ander geen pijn te doen. Alhoewel mijn persoonlijke ervaring is, dat zwijgen in sommige situaties meer pijn doet dan praten, zie je het tegenovergestelde in Psalm 12, waarin David aangeeft wat negatiefs wij mensen kunnen spreken met onze tong. En welk waardevol zilver zijn de reine Woorden van God! 
Psalm 12:7 De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal.  
Onze woorden doen goed, wanneer het Woorden van de HEERE zijn. En daarom is het ook goed, mijn berouw uit te spreken over verkeerde daden/zonden tegenover mijn HEERE en Zaligmaker. Maar wanneer ik alleen mijn zonden aan Hem belijd en niet ga, tot diegene die ik kwaad heb gedaan en om vergeving vraag voor de pijn die ik veroorzaakt heb? En tevens daarna probeer goed te doen aan deze persoon, zodat de pijn verlicht wordt? Hoeveel is dat eerste dan waard? Mijn gedachten gaan terug naar de letters S, V en G die ik de kinderen weleens voorhield, wanneer zij iemand pijn gedaan hadden. Sorry zeggen, Vergeving vragen èn Goedmaken. Er kan alleen vrede zijn, indien alles is beleden aan God èn de betrokken mensen, waarbij wij de consequenties van ons handelen aanvaarden.

Gebed
Maak, o mijn Zaligmaker! Dat ik nauwkeurig het gebod van liefde jegens mijnen evennaaste onderhouden, hetgeen Gij ons hebt gegeven wanneer Gij ons geboodt den evennaaste te beminnen gelijk Gij ons hebt gegeven wanneer Gij ons geboodt den evennaaste te beminnen gelijk Gij ons bemind hebt, aangezien dit gebod volstrekt noodzakelijk is ter zaligheid. Geef mij terzelfdertijd die omzichtigheid in de liefde, die ons doet zorgen om deze in niets te kwetsen, aangezien Gij gezegd hebt dat, wanneer men den evennaaste beleedigt, men den appel uwer oog kwetst. Geef dat ik uw hart geen ongenoegen toebrenge, met mijne broeders eenig leed te veroorzaken. Amen. 

Misschien wil jij alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.

Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:

  1. Heeft Gods Heilige Geest al intrek in mij genomen? En jou? Hebben wij Hem zo lief, dat wij Zijn geboden houden? Dat we aandacht hebben voor Zijn Woord in de dingen die dagelijkse op ons afkomen? 
  2. In Filippenzen in hoofdstuk 2 vraagt Paulus de ander uitnemender te achten dan onszelf. Hij beseft dat wij van nature onszelf belangrijk vinden, en dat wij geneigd zijn om wat van de ander is of vindt minder interessant of belangrijk te vinden... Spreekt Paulus hiermee ons/mij aan? Hoeveel waarde hecht ik aan mijn mening? Over God en Zijn Woord? Hoeveel waarde hecht ik aan de mening van de a(A)nder?
  3. Ben ik bedachtzaam in wat ik geleerd krijg? En niet lichtvaardig? Ligt Gods Woord als Basis ernaast? En geef ik 't daarna pas  door aan anderen? En jij? Of vind je dit tegenstrijdig met vraag 2. Hoezo wel/niet?
  4. Bij deze vraag refereer ik terug naar het stukje onder kopje 2: 1Petrus 2 vanaf vers 19 tot en met 25. Met de kerntekst vers 20:
    Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God.
    Hoe draag ik het bittere lijden/consequenties door verkeerde keuzes? En hoe wanneer ik het goede doe? En jij? Weet jij nog meer voorbeelden vanuit de Bijbel te noemen? En hoe wij, ieder persoonlijk, hiervan kunnen leren? 
  5. Waar zoek jij/ik wijze raad? Heb jij mensen in jouw omgeving die jou de weg wijzen naar de Zaligmaker en Gods Woord? En Zijn Woorden spreekt? 
  6. Willen jij en ik uit de rijke Bron van Gods Woord putten? En deze doorgeven aan onze naaste? 


Dit hoofdstuk lees je op pagina 9 van de vertaling van dr. Is. van Dijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

10) Over het vluchten van overtollige woorden

1. Schuw het gewoel der menschen, zooveel gij kunt: want het verhandelen van wereldsche gebeurtenissen is schadelijk, dan zelfs wanneer het ...

Meest gelezen