'De wetenschap heeft meer papieren dan de Bijbel,' zei onze zoon. Met andere woorden bedoelde hij te zeggen dat er voor het geloven van de wetenschap meer bewijs is, dan voor het geloven van de woorden die in de Bijbel geschreven staan. Een pijnlijke opmerking vond ik dit. Echter, soms steekt er bij mij ook een gemeen angeltje van ongeloof moet ik eerlijk toegeven. Of moet ik anders zeggen? Soms ontbreekt mij de lust/liefde om mij te verdiepen in Gods Woord... Het ontbreken daarvan steekt bij mij de kop op, júist als ik me te druk voel(met zorgen o.a.) om bezig te zijn met God en Zijn Woord. Meer tijd doorbreng met contacten onderhouden met of zorgen voor mensen, televisie, social media, boeken lezen en dergelijke om op die manier meer 'aardse' wijsheid te vergaren. Zo denk ik op deze momenten de oplossing te vinden voor mijn problemen en/of zorgen. Grip te krijgen op mijn leven zogezegd... Bovendien mezelf te ontspannen. Terwijl ik het boek van Thomas a Kempis verder lees, besef ik dat wij mensen niet bepaald veranderd zijn ten opzichte van toen... In het eerste hoofdstuk onder de tweede paragraaf, herinner ik me dat ik las dat hij zegt:
1. Elk mensch is van natuur begeerig naar kennis, doch waartoe dient de wetenschap zonder de vreeze Gods? Ook wij hebben een abonnement genomen op "de Weet", toen onze kinderen eraan toe waren qua leeftijd. Een leerzaam tijdschrift, zeker als je nogal intelligente kinderen hebt die graag onderzoeken. Zelf lees ik het tijdschrift weinig, omdat het mij weinig boeit. Mijn ervaring is dat ik er mensen niet mee overtuig, tenzij zij zich willen laten overtuigen. En dat is Gods werk... Bovendien is de HEERE niet te bewijzen, het komt tenslotte op geloof aan, toch? Waarlijk een nederig landman, die God dient, is beter dan een trotsche wijsgeer, die zich zelven verwaarloost, en den loop der sterren nagaat. Wie wèl zich zelven kent, wordt gering in zijn eigene oogen, en verheugt zich niet over den lof der menschen. Al wist ik alles wat in de wereld is, en ik de liefde niet bezat(opnieuw moet ik denken aan 1Korinthe 13: De uitnemendheid van de liefde), wat zou mij baten voor God, Die mij volgens mijne werken zal oordeelen? Heeft God niet alles geschapen? Lees Genesis 1 maar eens. Daar lees ik zes maal Zijn Woorden: "En God zag dat het goed was." Nadat Hij de mens gemaakt had naar Zijn beeld, is de láátste zin van dit hoofdstuk zelfs: En God zag al wij Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed(Genesis 1 vers 31a). Dit was de zevende keer, alleen nu met het woordje "zeer" ertussen. Zeven, het getal dat spreekt van de volmaaktheid in Gods wegen en handelen! Is dat niet bijzonder? Zou ik Zijn Schepping dan niet in Zijn handen leggen? En ermee doen wat Hij wil, dat ik ermee doen zal? Als ik dat niet doe, verwaarloos ik de mensen, dieren en planten om mij heen. Tevens mezelf! Ik ben maar een klein deeltje van Gods geweldige Schepping. Maar God ziet wel graag de prachtige vruchten van Zijn Geest in al Zijn schepselen... En onder die vruchten vallen mijn werken, die God zal oordelen. Want zelfs mijn beste werken zijn onvolmaakt en besmet met zonden(link naar de Heidelbergse catechismus) en hebben vergeving nodig. Leef ik in liefde vanwege het verzoeningswerk van Christus? Dán ziet Hij mijn zonden niet aan, omdat Christus deze voor mij heeft voldaan! Wat een groot wonder is dat!!! Of doe ik het uit wetticisme? Diezelfde werken, maar vanuit een andere bron. Gods barmhartigheid en liefde worden voor mij een steeds groter wonder, omdat ik merk dat ik vaak niet naar Zijn Geest Die in mij spreekt luister... Mezelf daar bewust in moet stimuleren... gedachten schieten als pijlen door mijn hoofd:
2. Laat af van overmatige zucht naar wetenschap: want daarin wordt groote verstrooiing en veel bedrog gevonden. Die iets weten, willen gaarne de aandacht trekken en den naam van wijzen dragen. Daar zijn vele dingen, welker kennis aan de ziel weinig of geen voordeel bijbrengt. En hij is zeer dwaas, die zich met iets anders bekommert, dan met hetgeen hem ter zaligheid dienstig is. Vele woorden verzadigen de ziel niet: maar een goed leven verfrischt den geest, en een zuiver geweten geeft een groot betrouwen op God.
Deze zin schreef ik in mijn eerste blog over dit boek van Thomas a Kempis. Soms vraag ik me af, of ik dit niet nog steeds doe. Heb ik wat dit betreft een zuiver geweten? Op Wie heb ik het oog bij het schrijven en overdenken van de Bijbel en dit boekje? Mezelf?(Mijn overleden vader zou gezegd hebben:
3. Hoe meer gij weet en hoe beter, zoo veel te strenger zult gij geoordeeld worden, tenzij gij heiliger leeft. Link tot uitleg hierover. Want letterlijk staat dit niet in de Bijbel. Dit lezend, zou ik haast de neiging krijgen om dan maar niet veel van God en Zijn Woord te willen weten. Maar laat ik me dan niet leiden door angst, in plaats van door de liefde in Christus? Ik wil mijn Geliefde Schepper, Vader en Zaligmaker goed leren kennen, toch? En Hem plezieren? Wil u dus niet verheffen op eenige kunst of wetenschap, maar vrees eerder om de kennis, die u gegeven is. Ja, kennis, waarvan ik weet wat God wil dat ik doe, als ik een navolger van Christus wil zijn. Maar nalaat, omdat ik mezelf in de weg sta en niet mijn oog op Christus geslagen houd. Elke dag heb ik Zijn vergeving nodig... Dunkt het u dat gij te veel weet en tamelijk wel verstaat, wees evenwel verzekerd dat er nog veel meer is, wat gij niet weet. Heb geen groot gedacht over u zelven(Romeinen 11 vers 20 HSV); maar erken liever uwe onwetendheid. Wat wilt gij u boven een ander stellen, aangezien er velen gevonden worden, die geleerder zijn dan gij, en beter in de wet onderwezen? Dit moet ik wel beamen. Ik weet zoveel nog niet. En er zijn ontzettend veel mensen die beter onderlegd zijn in Gods Woord dan dat ik dat ben. Indien gij iets met nut wilt weten en leeren, wees dan gaarne onbekend, en voor niets geacht. Het heeft lang geduurd voordat ik deze zin ging begrijpen. Althans, dat denk ik. Juist wanneer ik besef weinig te weten, wil ik van de Ander èn de ander de dingen leren, die goed voor mijn naaste en mij zijn. Dingen die voor ons leven van waarde zijn en tot nut. De bereidheid dus heb om te leren en God de eer te geven, in plaats het allemaal zelf te weten.
4. Deze is de verhevenste en nuttigste wetenschap: zich zelven niet wèl kennen en klein achten. Van zich zelven niet houden*, en van anderen altijd een goed en een groot gedacht hebben, dat is groote wijsheid en een hooge volmaaktheid. Pfffff... Dit is wel iets anders dan wat we tegenwoordig horen. Als ik de hulpverlening wil geloven, moet ik eerst van mezelf houden, alvorens ik van de ander kan houden... Het is een uitdrukking die ik regelmatig hoor. Maar dit is wetenschap en geen Bijbel. Iemand zei ooit eens tegen mij, dat ik een minderwaardigheidscomplex niet moest verwarren met zondenkennis. En dat 'lijkt' hier wel gezegd te worden. Dan hou ik echter geen rekening met de betekenis van het oud-hollandschen gezegde, die hierboven gebruikt is. Het: "Van zich zelven niet houden" houdt in dat je geen hoge dunk hebt van jezelf...(zoals je kan lezen in de voetnoot van de vertaling van dr. Is. van Dijk vinden op bladzijde 6). Persoonlijk vind ik het best lastig, wat Thomas hier schrijft. Ik ga naar Filippenzen twee. En lees het hele hoofdstuk. Lees je mee? link filippenzen twee HSV. Dan kan ik niet anders dan concluderen dat het gaat om het belang van de ander. Het gaat om de gezindheid van Christus. Jezus, Die heeft willen betalen voor onze/mijn(!) zonden... Ben ik bereid hetzelfde te doen voor mijn naaste? Ware het dat gij een ander openlijk zaagt zondigen, of eenige grove misslagen begaan, toch zoudt gij u niet voor beter moeten aanzien, want gij weet niet hoe lang gij in een goeden staat kunt volharden. Wij zijn allen zwak; maar houd niemand voor kranker dan uzelven.
Bij deze laatste zin schoot mij vannacht een gelijkenis van de Heere Jezus, over de splinter en de balk, in gedachten... Het wordt beschreven in Mattheüs 7 vers 1 tot en met 6 en Lukas 6 vers 37 tot en met 42. Zonder Gods Geest en Zijn Woord, ben ik niet in staat Hem trouw na te volgen. Ook ik strijd dagelijks tegen mijn eigen boze hart en denk het allemaal zelf wel te kunnen met mijn "eigen"wijsheid... Daarom heb ik het nodig met Zijn Woord bezig te zijn. Stil te zijn, om het in te laten dalen. Ik ben zwak, maar Zijn Geest pleit voor mij, ja voor ons allen met onuitsprekelijke verzuchtingen...(Romeinen 8:26) Lees ook eens Efeze 3 vers 16 en 20. Bovendien Jesaja 40 vers 29.
Dwaas en vruchteloos zegt de Heilige Schrift, zijn de wetenschappen van den mensch, wanneer hij zich niet beijvert om God te kennen en te beminnen, en zich zelven te vergeten en te haten. Het eenvoudig en levendig geloof van eenen mensch, die zonder onderzoek of eenigen twijfel gelooft al wat God wil dat wij gelooven, en die in zijn hart gesteld is om alles te doen hetgeen God wil dat wij doen om zalig te worden, is beter dan alle goddelijke en menschelijke wetenschappen, welke, zonder dit geloof, den geest verhoovaardigen(= hoogmoedig maken), het hart verdorren en voor de zaligheid van eenen christen vruchteloos zijn. Ik verlang naar dat eenvoudige geloof. Regelmatig ervaar ik strijd in mijzelf, omdat het Woord vaak zo tegen mijn vlees ingaat. Mijn vlees stelt graag Yvonne centraal en wil groot zijn en gezien worden! De hoge eisen die ik aan mezelf en het leven stel, daar heeft God niets mee. Het enige wat de HEERE vraagt is dat Christus in mijn leven weerspiegeld wordt... Hij is tenslotte mijn Schepper, Vader en Zaligmaker. Hij heeft het goede met mij voor. Hij heeft mij geschapen voor de eeuwige gelukzaligheid en niet alleen voor deze tijdelijke aardse periode vol met "doornen en distels", die ik mede veroorzaak... Hoe heerlijk zal het in de nimmereindigende eeuwigheid zijn! Met dat ik deze uitdrukking opschrijf, vraag ik me af:
Hoe komen we aan deze uitdrukking? Nimmereindigende eeuwigheid...
Ik zoek het op in de Bijbel en kan het nergens terugvinden. Toch vind ik het wel een mooie uitdrukking. Het benadrukt het onbegrijpelijke heerlijke (of angstaanjagende?) uit van de eeuwigheid.
- Hoe gaan jullie om met wetenschap met betrekking tot het geloof?
- Verwachten jullie door de wetenschap gered te worden? Bijvoorbeeld dna-reparatie tegen het ouder worden of zelfs onsterfelijk? Ter voorkoming of genezing van ziekte? Het zoeken naar planeten en het leven daarop? De evolutietheorie? Abortus en euthanasie? Of het leven juist "onnodig" rekken? Meer gewone dingen als vaccinaties en medicijnen... De wetenschappers zijn er druk mee! Feitelijk komt het regelmatig neer op de maakbaarheid van het leven. Zo komt het althans over op mij... Hoe sta jij tegenover deze dingen in de praktijk van het leven? Kan je als christen wetenschap bedrijven?
- Willen jullie ook wijs gevonden worden en aandacht trekken? Hoe eerlijk durf ik te zijn tegen de HEERE, mezelf en de ander? Zie ik eerder de splinter in 't oog van een ander, dan de balk in mijn eigen oog? Worstelen jullie hier ook af en toe(of vaak) mee?
- Christus volgen in geloof, betekent dat je Hem beter wilt leren kennen, gehoorzamen en eren. Jouw geliefde wil je toch ook 'plezieren'? De wereld vindt je dan dwaas. Hoe gaan jullie daarmee om in de praktijk van het leven? Als het navolgen van Christus je wat gaat kosten, zoals jouw relatie met familie, vrienden, werk en soms zelfs medechristenen?
- Dwaas zijn we, als we ons niet beijveren God lief te hebben en te beminnen, zoals bij de oefening wordt begonnen. Ik lees 1Korinthe 3 vers 18 en verder en ook het verhaal van de rijke dwaas(Lukas 12 vers 13 tot en met 21) Waar is jouw en mijn verlangen om God meer lief te hebben dan onszelf?
- En waar is onze liefde tot onze naaste? Verspreiden we dat dankzij de vrucht van Zijn Geest(Galaten 5 vers 22 tot en met 26)?
Volgende hoofdstuk
Vorige hoofdstuk