Dit "gouden" boekje heb ik gevonden bij mijn rooms katholieke ongetrouwde peettante, toen zij overleden was. Aangezien het boekje in aangepaste vorm ook wordt gelezen in de reformatorische kringen, was ik enorm benieuwd wat dit boekje met de "paepsche stoutigheden", mij te vertellen heeft. Want ja..., het bloed kruipt waar het niet gaan kan... Graag neem ik jullie mee op mijn reis tussen mijn rooms katholieke en mijn huidige wortels.
Thomas a Kempis (eigenlijk: Thomas van Kempen/Thomas Hemerken)
1. Keer uwe oogen op u zelven, en wacht u de daden van anderen te oordeelen. Wie een ander oordeelt, geeft zich nuttelooze moeite, dwaalt dikwerf, en zondigt licht; maar wie zich zelven beoordeelt en onderzoekt, arbeidt altoos met vrucht. Gelijk eene zaak ons ter harte gaat, zoo oordeelen wij er doorgaans over, want het recht oordeel verliezen wij lichtelijk door onze eigenliefde. Indien God altijd het zuiver doelwit was van ons verlangen, zouden wij zoo licht niet gestoord worden om den weerstand van ons gevoel. Heb jij ook weleens gehoord, dat je niet mag oordelen? Ik wel... En in de huidige maatschappij wordt 't er niet gemakkelijker op. Hoe denk ik lhbtiq+? Abortus? Euthanasie? Ongehuwd samenwonen? Al snel wanneer onze mening anders is dan die in de huidige maatschappij, worden we met deze Bijbeltekst door onze medemens geconfronteerd: Mattheüs 7:1 Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt;
Hoe moeten we hiermee omgaan, indien het niet onze mening is maar die van de HEERE? Tevens: Een ander hierover veroordelen, terwijl ik me er niet naar gedraag? En dan heb ik het niet alleen over genoemde thema's. Ja..., over de gehele tien geboden. Mijn jaloezie of verkeerde woordkeuze... Of leugens en bedrog. Leugens die ik doe, omdat ik daarmee de vrede denk te bewaren of iemand een plezier denk te doen. Twee hele mooie artikelen heb ik gevonden die de moeite waard zijn om te lezen! Heel helder en duidelijk uitgelegd. De eerste komt van Rooms Katholieke zijde. De tweede is van GlobalRize.
En eerlijk? Ik las dit artikel in eerste instantie kritischer dan het tweede. Wie noem je bevooroordeeld?😮 Laat ik me door Gods Woord aanspreken? Ook wanneer 't door iemand uitgesproken wordt, die niet in mijn 'straatje' loopt? 2. Maar daar schuilt dikwijls iets van binnen, of daar komt iets van buiten gij, dat krachtig aantrekt. Vele menschen zoeken heimelijk zich zelven in hetgene wat zij verrichten, zonder dat zij het weten. Dit is zo waar! Hoe vaak betrap ik mezelf erop, dat ik de dingen doe om gewaardeerd te worden door anderen... Dat mensen mij zien staan! Het is voor mij bij het schrijven van blogs ook zo'n grote valkuil! Daarnaast in mijn handel en wandel. Is de positieve en fijne reactie van mijn (even)naaste belangrijker dan wat de HEERE wil dat ik doe? Is waardering en geliefd zijn van de mensen voor mij belangrijker dan de liefde van de HEERE? Want het voelt zo goed, geliefd te zijn door de mensen om me heen... Zij schijnen in een volmaakte vrede bevestigd te zijn, zoo lang alles schiedt naar hunnen wil en wensch; maar valt het anders uit dan zij begeeren, aanstonds worden zij ontroerd en droefgeestig. Ja, dat is iets dat ik heb moeten leren. Oók wanneer ik dacht het goede te doen en het pakte anders uit. Niet verdrietig of boos worden, maar de ogen op de Heere gericht houden. Dit blijft een dagelijkse leerschool... Door het verschil van meeningen en gevoelens ontstaan er niet zelden oneenigheden tusschen vrienden, tusschen medeburgers en zelfs tusschen kloosterlingen en godgewijde personen*. Oh ja, zo herkenbaar! Hoe vaak staan mijn/onze (gekwetste) gevoelens en mening in de weg van een relatie? Onenigheid komt niet alleen voor in de 'wereld'. Verdrietig genoeg hebben wij er zowel last van. Kerkscheuringen geven het bewijs. Alhoewel dit wel heel gemakkelijk
gezegd word door mij, omdat dit verderaf staat van mijn persoonlijke leven. Hoe is het in mijn gezin/familie? Mijn kerkelijke gemeente? Mijn vader gebruikte regelmatig het gezegde:
Verbeter de wereld, begin bij jezelf.
Het is een gezegde die niet letterlijk in de Bijbel staat, bij mijn weten. Desondanks heeft mijn vader o.a. hiermee wel mijn geweten gevormd. En daar ben ik hem dankbaar voor.
3. Een oude gewoonte legt men moeilijk af; en verder dan zijn eigen inzicht, laat niemand zich gaarne brengen. Indien gij op uw eigen reden of vernuft meer steunt dan op de deugd van onderwerping, ons door Christus aangewezen, dan zult gij zelden en laat een verlicht mensch worden; want God wil dat wij Hem volkomen onderworpen zijn, en dat wij ons boven alle redeneering verheffen door een vurige liefde. Mijn echtgenoot zegt dit regelmatig tegen mij. Ik ben een 'gewoonte'mens. Het is voor mij erg lastig gewoonten/gedachten te veranderen. Meestal word ik boos, wanneer ik daardoor trots of hoogmoedig genoemd word. Tóch is het zo'n waar gegeven wat Thomas hier ons aanreikt: We worden een verlicht mens door onze wil aan Gods wil te onderwerpen. M.a.w.: We leren onszelf en de wereld om ons heen goed kennen door ons aan Gods wil te onderwerpen. En mede daardoor willen we dat ook doen. Want wie de mens en God heeft leren kennen? Wie zou zich dan niet aan onze genadige en barmhartige God willen onderwerpen, in plaats van aan de mens? Of vinden wij onszelf ontzettend goed en geweldig?! De Heidelbergse Catechismus spreekt duidelijke taal, mijns inziens, in zondag 1 tot en met 5. Die allereerste vraag alleen al: Wat is uw enige troost, beide in het leven en in sterven? En de derde vraag: Waaruit kent gij uw ellende?
Oefening:
Wij oordeelen meer door de genegenheid van ons hart, dan door het licht van onzen geest. Onze eigenliefde brengt gewoonlijk te weeg dat wij in ons zelven goedkeuren hetgeen wij in andere veroordeelen, en dat wij zooveel te scherpzinniger zijn op de gebreken van de evennaaste, als wij meerder verblind zijn op de onzen. Een geest die op de goddelijke tegenwoordigheid aandachtig is, en een hart, welk getrouw is aan de beweging Zijner genade; een ziel, aldus met God bezig en Hem aangekleefd, houdt zich in haar zelven niet op dan met God, en denkt niet aan haar zelve dan voor God: en terwijl zij tracht haar eigen hart te bewaren, vergeeft zij niets aan haar zelven en alles aan anderen. Dit is een zeer leerzaam boekje. Telkens weer sta ik er verbaasd van, hoe Thomas mij naar mezelf laat kijken en desondanks mij daar niet in laat hangen. Júist niet gelukkig. Nee, steeds opnieuw wijst hij heen naar Christus! Naar God en Zijn genade.
Gebed:
O mijn God! Wanneer zal ik, vrij van alle verkleefdheid tot het schepsel en van alle vooringenomenheid tot mij zelven, mijnen geest, mijnen hart en mijnen oogen alléén op U, op mijne plichten en op mijne zaligheid gevestigd houden? Maak Heer! Dat ik allees vergetende, of in alles onwetende zijnde, hetgeen ik niet moet kennen of onderhouden, niet leve dan in U en voor U. IJdelheid, vermaken, nieuwstijdingen, tijdkortingen, zeldzaamheden, hoe weinig zijn gij, of eerder gij zijt een niet voor eene ziel, voor welke God alleen genoeg is. O mijn Zaligmaker! Laat niet toe dat ik mijn toelegge om iets ander te kennen, te beminnen of te bezitten dan U, die bij mij alle dingen verre overtreft. Boezem in mijn hart een vurige begeerte om U te behagen, en een ootmoedige toestemming aan al hetgeen Gij verlangt. Amen. Niets aan toe te voegen toch?
Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
Ben jij in jouw leven door iemand geconfronteerd met deze Bijbeltekst: Mattheüs 7:1 Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt; Op welke manier heb jij toen gereageerd?
Hoe interpreteer jij de gelijkenis van de splinter en de balk, beschreven in Lukas 6 vanaf vers 36 - 42 en Mattheüs 7 vanaf vers 1 - 6. Misschien kan je de genoemde artikelen van de Katholieke vesting en GlobalRize erbij nemen?
Na dit onderzocht te hebben? Zou je nu anders reageren?
Hoe ga jij om met tegenslag of teleurstellingen?
Verbeter de wereld begin bij jezelf. In het licht van de Heidelbergse Catechismus zondag 1 tot en met 5: Ben jij al begonnen?
* Bij godgewijde personen, denkt dr. Isaäk van Dijk dat Thomas hier de Broeders den Gemeenen Levens** bedoeld. ** De Broeders des Gemeenen Levens was een religieuze groepering die aan het einde van de 14e eeuw in Deventer ontstond rond Geert Grote, die de grondlegger van de religieuze stroming Moderne Devotie is. Thomas heeft in deze gemeenschap, in Deventer, 7 jaar geleefd. Later trad hij toe tot de regulier augustijner kanunikken in de priorij van het Bergklooster op de Sint-Agnietenberg nabij Zwolle. Mocht je geïnteresseerd zijn, kan je via deze linkjes hierover meer te weten kone. Of even lezen via de link op mijn blog over het leven en werk van Thomas.
5. De oorsprong van alle kwade bekoringen is ongestadigheid* van het hart, en gering betrouwen op God. Bekoringen kan je vertalen als verzoekingen of beproevingen. Verzocht worden we door de duivel. Beproeft door de HEERE. Hierover kan je lezen op theologie.nl.
Want, gelijk een schip zonder roer door de baren heen en weer geslingerd, zoo wordt een krachteloos mensch, die zijne voornemens laat varen, op verschillende wijzen bekoord. Als ik God, Zijn belofte en Woord niet had? Was ik al vele malen van mening veranderd. Waren in tijden van ruzie relaties gesneuveld, doordat ik er zelf voor zou kiezen, omdat ik de liefde niet meer voelde en mijn eigen mening, gevoelens en behoeften belangrijker vond dan die van de ander. Daarnaast had ik wellicht mijn werk niet meer uitgeoefend, omdat 'poetsen' niet mijn hobby is... In plaats van mijn naaste lief te hebben als mezelf, zette ik mezelf nog meer op nummer één dan ik al doe! Zonder Jezus als Anker in mijn leven, koos ik de politieke partij die voor mij het voordeligst uitpakt en niet wat goed is voor de eer van de HEERE...
Het vuur beproeft het ijzer, en de bekoring den rechtvaardigen mensch.(Eccl. 31) Je leest in Ecclesiates óf Jezus Sirach hoofdstuk 31 duidelijk wat er gebeurt wanneer we ons overgeven aan de verleiding óf wanneer we er verstandig mee omgaan. M.a.w. het vuur van de beproeving laat zien hoe standvastig wij blijven staan in Jezus Christus en het Woord dat Hij ons gegeven heeft.
Men moet nochtans waakzaam zijn, vooral in het opkomen der beproeving: omdat als dan de vijand
gemakkelijker overwonnen wordt, indien men hem in de deur der ziel geenszins laat binnentreden, maar hem terstond, zoohaast hij klopt, buiten afweert.
Vandaar deze spreuk: Bied weerstand in 't begin: te laat komt het geneesmiddel, als de ziekte door 't lang verloop de overhand heeft genomen.
Want eerst is het maar een gedacht dat in de geest komt; daarna een sterke inbeelding; hierop volgt welbehagen, ongeregelde beweging, en dan de toestemming. Heel duidelijk beschrijft Thomas dit. En weet je..., ik moet constateren dat 't toestemmen in de verzoeking, mij niet de voldoening/bevrediging geeft waarvan ik in gedachten van 'gedroomd' had... Het geeft eerder juist teleurstelling. Een gevoel van:
Is dat nu alles? Met wederom een verlangen naar nog meer, omdat het genoegen eraan zo kort van duur is. De uitspraak: Het bezit van de zaak is het einde van het vermaak, wordt daarmee nog zwak uitgedrukt.
En alzoo treedt de booze vijand van lieverlede geheel binnen, als men hem in 't begin niet weerstaat.
En hoe langer iemand getalmd heeft te wederstaan, des te zwakker wordt hij dagelijks, en des te sterker de vijand tegen hem.Herken jij dat ook?
6. Sommigen lijden zwaarder beproevingen in het begin hunnen roeping; anderen op het einde. Eenigen integendeel worden bijna geheel hun leven gekweld.
Eenigen ook worden maar lichtelijk beproefd, volgens de schikking van Gods wijsheid en rechtvaardigheid, die de gesteltenis en de verdiensten der menschen weet, en alles tot zaligheid zijner uitverkorenen voorbeschikt.Tja..., dan heb ik regelmatig het gevoel dat ik behoor tot de categorie mensen die bijna geheel hun leven gekweld worden. Desondanks voel ik me niet ongelukkig, al is het soms wel zwaar. Ik ben een gezegend mens, omdat God mij veel wil leren. Hierbij denk ik aan het boekje met preken van Thomas Boston: 't kromme in het levenslot. Bovendien mag ik al die mooie dingen die de HEERE mij geeft niet over het hoofd zien. Heeft hij mij/ons(mijn man) niet veel gegeven? Wij hebben 5 kinderen uit Zijn hand ontvangen. En inmiddels ook 7 kleinkinderen. Tevens hebben wij geen financiële zorgen. Wonen we op een prachtig plekje in een prachtig huis. Nee, mijn neiging tot zwaarmoedig zijn door naar het negatieve en op mezelf en de mensen te kijken, dát maakt mijn leven zwaar. In die zin is het heel goed voor mij, dit boek door te werken. Regelmatig spreek ik mezelf toe: 'Waarvoor ben je hier op aarde Yvonne? Voor jezelf? Anderen? Of voor de HEERE, Die jou geschapen heeft?
7. Daarom moeten wij niet wanhopen, als wij beproefd worden, maar God des te vuriger bidden, opdat Hij gewaardige ons te helpen in al onze kwellingen: en Hij zal zeker, volgen de woorden van den Apostel Paulus, ons in de beproeving zulke hulp verleenen, dat wij ze zullen kunnen overwinnen. (1Korinthe 10 vers 13)
Laten wij dan onze zielen onder de hand Gods verootmoedigen* bij alle beproeving en kwelling: want de ootmoedigen* van geest zal Hij redden en verheffen. (1Petrus 5 vers 5 en 6)
Het is belangrijk te benadrukken dat een leven in de zonde ons lelijk maakt, terwijl een leven in heiligheid ons mooi maakt en ons tot onze bestemming brengt
Meer en meer realiseer ik me dat ik niet zo naar mezelf of anderen moet kijken. Nee, zien op Jezus is veel belangrijker. Hij is de Getrouwe. God heeft mij gemaakt en doet wat Hij belooft in tegenstelling tot mensen. In de waarheidsvriend van 28 november 2024 stond een leerzaam artikel over mooi en lelijk:
Zonde maakt meer kapot dan je lief is!
8. In beproevingen en lijden ziet de mensch hoeveel vooruitgang hij gedaan heeft; ook is de verdienste grooter, en de deugd komt beter te voorschijn.
Het is niets groots wanneer iemand godvruchtig en ijverig is, als hij geene zwarigheid voelt; maar wanneer hij in den tijd van tegenspoed zich geduldig houdt, dat geeft hoop op groote vorderingen.
Eenigen worden van groote beproevingen bewaard, en worden dikwijls overwonnen in kleine, die dagelijks voorkomen, opdat zij daardoor verootmoedigd zouden worden, en nooit op zichzelven in groote zaken zouden betrouwen, daar zij in kleine zoo zwak zijn.
Spreekt Thomas á Kempis hier uit eigen levenservaring? Dat kan toch haast niet anders? Ik denk aan de gelijkenis van de talenten(mattheüs 25 vanaf vers 14) Gebruiken we de 5, 2 of 1 talenten die we van de HEERE hebben gekregen? Wat belooft de HEERE ons in deze gelijkenis indien we hierin volharden óf ze begraven? Daarnaast lees ik zondag 10 uit de Hiedelbergse Catechismus: Dat wij in allen tegenspoed geduldig, in voorspoed dankbaar zijn mogen. Tevens heel bemoedigend het Bijbelgedeelte dat hierbij staat als bewijstekst uit Romeinen 5:
De vrucht van de rechtvaardiging:
3. En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt,
4. en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop.
5. En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.
6. Want toen wij nog krachteloos waren, is Christus op de bestemde tijd voor goddelozen gestorven.
Oefening:
De beproevingen/bekoringen dienen om ons te zuiveren van de geheime verkleefdheid welke wij tot de ijdelheid en tot de eigenliefde bezitten, alsook van het vertrouwen dat wij in ons zelven hebben, met ons het gewicht onzer ellenden te doen gevoelen, met ons van alle voldoening eenen afkeer te geven, en met ons te verplichten van op God alleen te steunen. Zij dienen daarenboven nog, om ons te verootmoedigen door de beproeving onze zwakheden en door het gevoel van den wortel van verdorvenheid, dien wij in ons zelven dragen. Zij dienen eindelijk om ons te onderrichten over onze machteloosheid, zoowel om iets goeds te doen als om ons van de zonde te bevrijden, zonder de hulp van God. Juist! Die beproevingen leren mij hoe onmachtig en klein ik ben. En hoe groot God is. Zonder Jezus Christus, mijn Zaligmaker, kan ik niet rein voor God staan. De HEERE wil ons leiden door Zijn Woord en Heilige Geest. Opdat we zullen strijden tegen de zondige verlangens van ons eigen vlees. In de wetenschap dat de Heere Jezus voor al onze zonden betaald heeft aan het kruis. Hij weet dat ik het in dit leven niet perfect kan doen. En jij ook niet. Daarom ziet de Vader mij aan, door Zijn lieve Zoon. Niet om gemakzuchtig te leven, maar in dankbaarheid Gods wil doen!
Gebed:
Heer! Ik gevoel in de groote beproevingen/bekoringen dat ik niets uit mij zelven kan dan U vergrammen**, en dat ik, door de neiging tot het kwaad vervoerd, in gevaar ben van verloren te gaan. Maar ik weet ook dat Gij kunt, en uw Apostel verzekert mij, dat Gij mij wilt ondersteunen tegen de geweldigste aanvallen mijner driften. Aldus mistrouw ik mij zelven, en geheel mijn vertrouwen in U stellende, zeg ik tot U: Heer! Behoed mij! Ik ben op het punt van te vergaan. Ik zal mijne hand, gelijk de H. Petrus, tot U uitreiken, en ik hoop dat Gij mij niet zult laten vergaan. Amen. Ja, ik zie de invloeden van het Rooms-katholicisme in dit gebed. Jij ook? Hoe dan? En moet ik me eraan storen? HEERE behoed mij, voed mij met Uw Woord en vervul mij met Uw Heilige Geest. Maak mij nederig, zoals in 't bovenstaande gebed beschreven staat. Om zo met liefde en passie een navolger van Christus te zijn.
Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
Hoe ga jij om met verzoekingen en/of verleidingen?
Telkens wanneer ik dit boekje lees, blijf ik alert door mijn Rooms-Katholieke achtergrond. Dan denk ik: Ja, ja Thomas, pas op dat je jezelf niet 'heilig' werkt... (Want daar ben ik regelmatig voor gewaarschuwd in de reformatorische kerk) In mijn jeugd werd ik sterk aangemoedigd om het goede te doen! De last van goede werken... Heb jij daar 'last' van?
Of heb jij juist meer last van de uitdrukking die veel gebruikt werd in de reformatorische kringen waar ik mezelf in bewoog dertig jaar geleden: Met een boekje in een hoekje zalig worden... Zelf kan je niets aan jouw eigen zaligheid toedoen. Het is Christus alleen! Daar werd ik toen wanhopig van. Niets wat ik deed was goed genoeg en ik voelde me ook niet slecht genoeg... Op welke manier neem jij 'ballast' mee uit jouw verleden?
Zoals ik in vraag 3 schreef: Het is Christus alleen! Ik realiseer me steeds meer dat ik in beiden kerken de mens veel te veel centraal heb gesteld. Navelstaren naar de mens. Zie ik vruchten van het geloof? Goede werken dus. En ben ik mezelf genoeg bewust van mijn zondigheid? Alle aandacht die ik hieraan besteed, gaat ten koste van de aandacht aan de HEERE, besef ik ineens... Hoe is dat voor jou?
En toch? Zonder de werken is ons geloof dood! Lees Jakobus 2: 14. Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken? 17. Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood. Dit heb ik ècht moeten leren(en dat gaat nog steeds met vallen en opstaan): Geen ongemakkelijk gevoel te hebben bij het goede dat ik doe. Maar wel kritisch te zijn! Waarom doe ik wat ik doe? Paulus spoort de Filippenzen aan tot een heilig leven: Filippenzen 2: 13. want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen. Luister je mee naar de lezing van dominee C. van Rijsdijk? De vragensessie heb ik ook als link hierbij gezet. Zeer verhelderend voor dit dilemma...
Deze blogs schrijf ik niet omdat ik alles zo goed weet, want ik heb nog veel te leren en zal nooit uitgeleerd raken hier op aarde. Het geeft mij wel vrede en blijdschap om met de HEERE en Zijn Woord bezig te zijn. Wil je een opbouwende reactie geven? Ik hoor en leer graag van jou!
* Telkens veranderende in gedrag of denkwijze. M.a.w.: Ongedurig en/of wispelturig
** Vertoornen. Het is een emotie die ontstaat wanneer iemand geïrriteerd raakt en verbitterd wordt. Het is een gevoel van boosheid en ongenoegen dat kan. Ontstaan door verschillende situaties of gebeurtenissen. Het kan voorkomen uit teleurstelling, onrechtvaardigheid of het gevoel moet serieus genomen te worden.
1.Zoolang wij op de wereld leven, kunnen wij niet vrij zijn van kwelling en bekoring*. Daarom staat er in 't boek Job geschreven: Het leven van den mensch op aarde is een bekoring Wanneer je Job 7 vers 1(HSV) en Job 7 vers 1(Vulgaat KBS) vergelijkt met elkaar zie je iets opvallends! Het vulgaat** vertaalde namelijk de volgende vraag weg, die wel staat in de vertaling van dr. Is. van Dijk: Heeft niet de mensch een strijd op aarde? Daaruit volgt dat ieder zich zou moeten in acht nemen voor zijne bekoringen, en waken in het gebed, opdat de duivel geene gelegeneheid vinde, om hem te bedriegen, hij, die nooit inslaapt, maar altoos rondloopt, zoekende wien hij zal kunnen verslinden.(1Petrus 5 vers 8) Niemand is zoo volmaakt en zoo heilig, of hij heeft somtijds bekoringen; wij kunnen daar niet volkomen van bevrijd blijven.
Herkenbaar. Alleen al de 'simpele' verzoeking om in slaap te vallen tijdens de preek of het gebed. Ik ga op onderzoek in de Bijbel: *De discipelen hadden er ook zo'n moeite mee in de hof, toen Jezus vroeg voor Hem te waken. Mattheüs 26:38 Toen zei Hij tegen hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe; blijf hier en waak met Mij. 40. En Hij kwam bij de discipelen en trof hen slapend aan en Hij zei tegen Petrus: Kon u dan niet één uur met Mij waken? 43. En toen Hij bij hen kwam, trof Hij hen opnieuw slapend aan, want hun ogen waren zwaar geworden. *Ik denk ook David en Bathseba. Zij was zich aan het wassen buiten en David zag deze knappe vrouw vanaf het dak van zijn huis. De verleiding was te groot voor hem en hij liet haar halen... *En Judas, die zich liet verleiden door het geld dat hij van de overpriesters kreeg, wanneer hij Jezus aan hen zou overleveren... *Wat te zeggen van Ananias en Saffira? Die zich lieten verleiden voor geld en aanzien... Zijn er niet veel meer voorbeelden te noemen uit de Bijbel? En wat een troost voor mij, dat zulke grote gelovigen hiermee te worstelen hadden. Ik ben niet alleen! Mijn worsteling met die lekkere jodekoeken of pure chocolade met nootjes. Oh zooooo niet goed voor mij! Of uit eigen frustratie náre dingen zeggen tegen mijn naaste. Of verzwijgen, zoals we constateerden in een vraag die Lianne beantwoordde in hoofdstuk 11b. De Waarheid niet zeggen uit angst en te grote verdraagzaamheid. En speelt hoogmoed niet vaak een rol? Belangrijk willen zijn? Daarbij denk ik opnieuw aan de discipelen. Deze keer Jacobus en Johannes met hun moeder. Ze kwamen naar de Heere Jezus om in Zijn Koninkrijk aan de linker- en de rechter-kant(vanaf vers 20) te mogen zitten. Of in het middelpunt van belangstelling willen staan? En in welke mate doe ik hieraan mee? Met mijn blogs schrijven? Welk doel heb ik hiermee op het oog? De HEERE groot maken? Of mezelf? Komen bovendien verzoekingen niet naar mij toe in de vorm van zorgen of onenigheid? In 't gezin, de familie, kerkelijke gemeente of 't werk? En tóch heeft de Vader ons aangenomen tot Zijn kinderen door Jezus Christus... 2. Maar de bekoringen* zijn dikwijls den mensch zeer nuttig, alhoewel zij lastig en onaangenaam zijn, omdat hij daardoor verootmoedigd, gezuiverd en onderricht wordt.
Dit leerden we in 't voorgaande hoofdstuk 12: Hoe voordeelig de tegenspoed is. Hoeveel leer ik van onenigheid? Nederig en vergevingsgezind te zijn bijvoorbeeld? Of wat leer ik van ongezond voedsel eten, waardoor mijn gewicht negatief beïnvloed wordt inclusief mijn suikerziekte? Daarmee leer ik mezelf te beheersen, áls ik tenminste, daaraan wil werken... Voor mij persoonlijk is dit een hele moeilijke! Is mijn lichaam echter niet een tempel van de Heilige Geest?
1 Korinthe 3:16 Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? 17. Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u. En betekent dat niet, dat ik daar goed voor moet zorgen? Ik heb tenslotte mijn lichaam van de HEERE gekregen. Wanneer ik dronken zou worden door teveel alcohol te drinken, is dat niet goed voor mijn lichaam en mijn gedrag. Dan ben ik geen goed voorbeeld voor de mensen om mij heen en doe ik daarbij de HEERE tekort door mijn levensstijl... Bij Hem
hoort tenslotte een heilig leven! En dan gaan als vanzelf mijn gedachten naar:
1 Korinthe 10:31 Of u dus eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God.
Dit laatste vers lezen gaat niet specifiek om mijn lichaam gezond te houden, maar juist daarmee God eer te geven en met mijn eten en drinken geen aanstoot te geven aan de mensen in mijn omgeving. Tevens vraag ik mezelf af: Hoe ga ik met de ander om? Met conflicten? Met de natuur? Met de door God in bruikleen gegeven dingen? Met mijn werk? Context is ontzettend belangrijk. Ik kan en mag niet zomaar teksten uit de Bijbel plukken.
Alle heiligen hebben vele kwellingen en bekoringen onderstaan, en zijn daardoor vooruitgekomen. En die de bekoringen niet hebben kunnen doorstaan, zijn verstooten geworden en bezweken. Daar is geen genootschap zoo heilig, en geene plaats zoo afgezonderd, of daar zijn bekoringen en beproevingen. Nemen we onszelf niet mee? Ons 'belangrijke' eigen 'dikke' ik? Speelt die mijzelf niet veel parten? Door bijvoorbeeld jaloezie? Of het niet willen weten dat een ander het beter weet? Of een goede maatschappelijke positie? Een fijn gezin? Rijkdom? Of uiterlijk? Soms zelfs héél gniepig, door 'zogenaamd' nederig of vroom te zijn? Het beter denken te weten dan een ander? Het belangrijkste: Niet willen buigen onder de wil van de HEERE, omdat het mij niet uitkomt... Aan mij de vraag:
Ga ik de strijd aan tegen de verzoekingen van dit leven? Het egocentrisme van deze maatschappij? M.a.w., draait het leven om mij, de ander of dé Ander? Voeren de zorgen of fijne dingen in ons gezin de boventoon? Of mijn werk? Waar zoek ik ontspanning? In televisie, films of social media? Laat ik me bij al deze dingen afleiden van het énige nodige? Een relatie met de HEERE? Bezwijk ik onder de druk van de beproevingen in dit leven? Of volhard ik in het geloof en daardoor in mijn handel en wandel(bijvoorbeeld letterlijk in de natuur😃) door Zijn Geest? Zeg ik met Paulus in Romeinen 5: 3. En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, 4. en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop. 5. En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is. Het zou mooi zijn wanneer je dit gedeelte van dit hoofdstuk helemaal door zou lezen. In eigen kracht doorstaan we deze beproevingen/bekoringen niet, maar met de hulp van Zijn Geest zullen we overwinnen! Door Jezus Christus Die ons verzoend heeft met Zijn Vader. Weet je wat er als kopje boven staat? De vrucht van de rechtvaardiging
Heerlijk toch? Die vrucht komt er door 't geloof in Jezus Christus en Zijn Heilige Geest, Die het in ons werkt om dat te doen... Filippenzen 2:13 want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.
3. Daar is geen mensch geheel vrij van bekoringen, zoo lang hij leeft; want wij dragen in ons de aanleiding om bekoord te worden; sinds wij in de begeerlijkheid geboren zijn. Als de eene bekoring of kwelling ons verlaat dan komt er een
andere in de plaats; en wij zullen altijd iets te belijden hebben, want wij hebben het voorrecht van ons eerste geluk verloren. Oehhhh, zó herkenbaar waar! Velen zoeken de bekoringen te ontvluchten, en zij vallen er nog meer in. Door de vlucht alleen kunnen wij niet overwinnen; maar door geduld en ware ootmoedigheid worden wij sterker dan al onze vijanden. Jodekoeken vind ik erg lekker. Wanneer ze in huis zijn, kan ik er moeilijk vanaf blijven en zijn er voor ik het me realiseer twee achter mijn kiezen verdwenen. Niet kopen is voor mij de tactiek om dit te voorkomen. Maar als ik eerlijk ben? Ben ik sterker als de koek wel in huis is en ik er gewoon één bij de koffie en/of thee neem. Het vraagt doorzettingsvermogen en discipline en alleen dán kan ik overwinnen. Door het te ontlopen lukt 't niet. Mijn verlangen ernaar wordt zelfs heftiger, dan wanneer ik ze niet zou ontlopen...
4. Die de uiterlijke aanleiding der bekoringen ontwijkt, en daarvan den wortel niet uitroeit, zal weinig vorderen; zij zullen zelfs spoediger tot hem wederkeeren, en hij zal ze meer gevoelen. Ha... Ik moest een beetje schuldbewust grinniken toen ik deze zin van Thomas las. Staat daar niet beschreven wat ik ervaar met mijn jodekoeken? En deze zijn nog 'relatief' onschuldig. Maar wat ik in mijn menselijke ogen voor relatief 'onschuldig' hou, is dat in Gods ogen niet even groot? Wie of wat staat op de eerste plaats in mijn leven? Allengskens, door geduld en lankmoedigheid, zult gij ze (met Gods hulp) beter overwinnen, dan door uw ongeduldig en hardnekkig tegenstreven. Ik grijp weer terug op mijn jodekoeken. Als zij in de kast staan, moet ik er regelmatig aan denken. Des te steviger ik tegen mezelf zeg dat ik niet aan die koeken mag denken, hoe meer ik eraan denk. Maar als ik geduldig tegen mezelf zeg: 'Ja Yvonne, er staan jodekoeken. Om 10:00 uur mag je er één eten', dan helpt dat mij om de koeken los te laten.
Neem dikwijls raad in de bekoring, en behandel niet met hardheid iemand die bekoord wordt; maar stort hem bemoediging in, gelijk gij voor u zelven zoudt wenschen. Wanneer ik verzocht wordt om iets te doen waarvan ik weet dat het niet goed is? Wil ik dat van mezelf weten? Wil ik dat een ander dat weet? Hou ik het voor mezelf, dan blijft het door mijn hoofd 'spoken'. De verleiding wordt steeds moeilijker te weerstaan. Open zijn over deze verleiding en me laten bemoedigen door een ander helpt. Iemand zei eens tegen mij: 'Breng je zonden en verkeerde gedachten in het Licht!' Ik zocht het op in de Bijbel en vond 1 Johannes 1 vers 5 tot en met 10. Lees je mee? Dit Bijbelgedeelte met het kopje: 'In het licht wandelen' krijgt voor mij een dubbele betekenis. 1) Het bij Jezus brengen, met welke verleiding ik te strijden heb. Hem vragen om kracht deze te weerstaan. Bovendien vergeving vragen voor mijn zonden en zondige gedachten. 2) Het open en eerlijk neerleggen bij diegenen die ik vertrouw en die mij willen helpen Jezus na te volgen.
Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
Ken jij nog meer voorbeelden uit de Bijbel, van personen die verleid werden en in de zonden vielen? Wat betekent dit voor jou?
Je hoeft ze mij niet te vertellen, maar ken jij jouw beproevingen? Jouw kwetsbare plek, waarbij jij verleidt wordt om zonden te doen?
Ontwijk je jouw verzoeking, door ervan weg te lopen?
Of ga jij de strijd aan tegen deze verzoekingen in dit aardse leven? En hoe?
Hoe help of steun jij mensen die worstelen met verzoekingen/bekoringen?
Als laatste zeg ik tegen jou en tegen mezelf: Wees een beetje lief en verdraagzaam voor jezelf en elkaar. We worstelen allemaal door dit leven heen, om steeds meer in Christus te wortelen! Verwacht het niet van jezelf. De Vader kijkt naar ons alsof wij rechtvaardig zijn, omdat Jezus Christus voor ons wilde lijden, sterven èn opstaan uit de doden!
1 Korinthe 13:1 Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden.
2. En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.
3. En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen, en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden, maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets.
4. De liefde is geduldig,
zij is vriendelijk,
de liefde is niet jaloers,
de liefde pronkt niet,
zij doet niet gewichtig,
5. zij handelt niet ongepast,
zij zoekt niet haar eigen belang,
zij wordt niet verbitterd,
zij denkt geen kwaad,
6. zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid,
maar verheugt zich over de waarheid,
7. zij bedekt alle dingen,
zij gelooft alle dingen,
zij hoopt alle dingen,
zij verdraagt alle dingen.
8. De liefde vergaat nooit.
Wat dan profetieën betreft,
zij zullen tenietgedaan worden,
wat talen betreft, zij zullen ophouden,
wat kennis betreft, zij zal tenietgedaan worden.
9. Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele,
10. maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn,
zal wat ten dele is, tenietgedaan worden.
11. Toen ik een kind was,
sprak ik als een kind,
dacht ik als een kind,
overlegde ik als een kind,
maar nu ik een man geworden ben,
heb ik het kinderlijke tenietgedaan.
12. Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel,
maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht.
Nu ken ik ten dele,
maar dan zal ik kennen,
zoals ik zelf gekend ben.
13. En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie,
maar de meeste van deze is de liefde.
Deze blogs schrijf ik niet omdat ik alles zo goed weet, want ik heb nog veel te leren en zal nooit uitgeleerd raken hier op aarde. Het geeft mij wel vrede en blijdschap om met de HEERE en Zijn Woord bezig te zijn. Wil je een opbouwende reactie geven? Ik hoor en leer graag van jou!
Dit hoofdstuk van Thomas was behoorlijk lang. Daarom behandel ik hem in twee delen. Tot de volgende keer!
1. Het is goed voor ons, dat wij somtijds wat bezwaren en tegenspoed hebben, omdat deze dikwijls den mensch tot zijn hart terugroepen, daar zij hem herinneren dat hij in ballingschap leeft, en op niets , dat van de wereld is, zijne hoop moet stellen.Een contradictio in terminis(= tegenspraak in termen). Mijn ouders gebruikten deze term soms. Tja..., zij waren in de Roomse kerk met Latijn opgegroeid. Ik heb helaas weinig van deze taal meegekregen, omdat de priester en pastoor in de Roomse kerk van mijn jeugd, veel 'gewoon' Nederlands sprak. Maar wat wil Thomas met, "Hoe voordeelig de tegenspoed is", ons zeggen en leren?
Hoe ouder ik word, hoeveel meer realiteit dit voor mij wordt. Thomas Boston heeft er een boek over geschreven:Het kromme in het levenslot. Wat mij heel erg trof was zijn manier van denken. Het is heel menselijk om bij tegenspoed uit te roepen: 'Waarom overkomt mij dit nou?' De vrouw van Job adviseerde haar man in hun tegenspoed God vaarwel te zeggen. Job antwoorde echter: Je spreekt zoals één van de dwaze vrouwen spreekt. Zouden wij het goede wel van God ontvangen en zouden we het kwade niet ontvangen? In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet. Thomas Boston leerde mij, in plaats van die beschuldigende vraag te stellen, de onderstaande vraag bij tegenspoed te stellen:
Wat wil de HEERE mij hiermee leren?
Ik had eerst heel wat anders geschreven. Maar het moest zo zijn. Deze week kwam Jakobus 1 onder mijn aandacht. De zegen van de geloofsbeproeving. Lees het maar eens! Ik denk dan met name aan:
Jakobus 1:2 Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt, 3. want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt.
12. Zalig is de man die verzoeking verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben.
Er staan ook verwijzingen bij. Zoals Romeinen 5 vers 3 en 4 en 1Petrus 1 vers 6 en 7. De laatste maanden ben ik de eerste Petrus brief aan het bestuderen. Lijden is een belangrijke thema in deze brief. Hij laat ons zien welke rol lijden in het leven van ons mensen speelt. En wat het lijden in het leven van de Heere Jezus teweeg heeft gebracht... Zou Thomas a Kempis aan de brieven van Paulus, Jakobus en Petrus gedacht hebben toen hij dit hoofdstukje schreef?
Het is ook goed dat wij soms tegenspraak te verduren hebben, en dat men van ons een slecht en ongunstig gedacht heeft, zelfs als wij wèl doen en het goed meenen. Dat dient ons dikwijls tot ootmoedigheid*, en behoedt ons voor ijdele glorie.
Dan immers zoeken wij beter God, den inwendigen getuige, wanneer wij daar buiten door de menschen misacht worden, en dat men van ons geen goed denkt. Ja, dat merk ik bij mezelf wel. Als het een poosje allemaal op rolletjes loopt, dan krijg ik al snel het gevoel dat ik het allemaal wel zelf kan en geen hulp nodig heb. Zo niet waar natuurlijk! Die opgeblazen luchtbel wordt doorgeprikt door tegenspoed en al mijn hoogmoed loopt leeg... Gezond voor mijn omgeving en mezelf! Tenminste..., wanneer ik ermee tot God inkeer. Want ik kan er twee kanten mee opgaan. Boos worden en anderen de schuld geven. Misschien wel juist God! Of..., nederig worden en beseffen dat ik hulp en heil bij de HEERE moet zoeken. Welke keuze maak ik? En jij? 1 Petrus 5:5 Evenzo, jongeren, wees aan de ouderen onderdanig; en wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. Spreuken 3:34 De spotters zal Híj wel bespotten, maar zachtmoedigen zal Hij genade geven. 35. Wijzen zullen eer ontvangen, maar dwazen laden schande op zich. Spreuken 16:18 Trots komt vóór de ondergang, en hoogmoed komt vóór de val. 19. Het is beter met zachtmoedigen nederig van geest te zijn, dan de buit met hoogmoedigen te delen. Jakobus 4:6 Hij echter geeft des te meer genade. Daarom zegt de Schrift: God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade.
2. Daarom diende de mensch aan God zoodanig vast gehecht, dat hij niet noodig had veel menschelijken troost te zoeken. Als een mensch van goeden wil gekweld en bekoord**, of met kwade gedachten geplaagd wordt, alsdan begrijpt hij beter dat hij God nodig heeft, zonder wien hij niets goeds kan doen. Hierbij denk ik opnieuw aan Romeinen 7 vers 14 - 26 met als kopje: De inwendige strijd: Romeinen 7:22 Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God. 23. Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is. En hierin heb ik die voorbede uit de brief aan de Kolossenzen hoofdstuk 1 vers 9 - 14 zo hard nodig!
Dan leert hij ook treuren, zuchten en bidden voor de ellenden, welke hij lijdt. Dan verdriet het hem, langer te leven; dan wenscht hij dat de dood kome, opdat hij moge ontbonden worden en bij Christus zijn. (Filippenzen 1 vers 23) Alsdan ook merkt hij duidelijk dat volkomene zekerheid en ongestoorde vrede op deze wereld niet bestaan kunnen. Daar hoef ik denk ik geen woorden aan toe te voegen, behalve de voorgaande verzen:
Filippenzen 1:21 Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst. 22. Maar blijf ik leven in het vlees, dan betekent dit voor mij vruchtbaar werk; en wat ik verkiezen zal, weet ik niet. Zolang de HEERE ons het Leven geeft hier op dit aardse tranendal, zullen wij de HEERE blijmoedig loven, eren en verkondigen. Wat zal het echter heerlijk zijn in eeuwigheid bij Hem te zijn!
Oefening: Men moet den tegenspoed aanzien als eene proef de liefde aangedaan, die deze zuivert en ze bovennatuurlijk in ons doet ontstaan. Indien eenieder de achting en het ontzag voor ons had, welke onze eigenliefde verlangt en welke zouden wij voor den evenmensch*** niets hebben dan een natuurlijke verkleefdheid om de overeenstemming van gemoederen, niets dan een menschelijke erkentenis en een inwendig behagen jegens ons zelven. Maar God wil dat wij overal tegenspraak, onverwachte toevallen en wederstand ontmoeten en lijden van hen met wien
wij leven, opdat wij hen alleen ten opzichte van Hem zouden beminnen en omdat Hij het gebiedt. Gelukkig is het hart, hetwelk door tegenspoed beproefd en door bekoringen, waar het wederstaat, gezuiverd wordt, gelijk het goud door het vuur beproefd en gezuiverd wordt: het is hierdoor, zegt de Wijze Man, dat het waardig wordt met God te zijn en bekwaam om volgens zijn Hart te wezen.
Hierbij moet ik denken aan het huwelijk en de Heilige Doop. De HEERE ons mooie dingen gelaten na onze val in het paradijs. Zoals een huwelijk dat uit liefde gesloten wordt en de kinderen die daaruit geboren worden. Alhoewel een huwelijk een heugelijke gebeurtenis is, wordt ook bij het sluiten daarvan, het verdriet, pijn en de tegenspoed niet verzwegen. Daar begint het huwelijksformulier zelfs mee:N. en N., u die uw huwelijk hier in de kerk in het openbaar in Gods Naam wilt laten bevestigen, hoor uit het Woord van God hoe eervol het huwelijk is, en dat het een instelling van God is die Hem behaagt. Daarom mag u in uw hart verzekerd zijn van de toegezegde hulp van God in uw verdriet, aangezien ook de gehuwden in de praktijk van het leven als gevolg van de zonde velerlei tegenspoed en leed overkomt. De getrouwden wil Hij zegenen en bijstaan, zoals Hij beloofd heeft; hen die in ontucht leven en overspel bedrijven, wil Hij daarentegen oordelen en straffen. De liefde voor elkaar wordt beproefd. Het huwelijksformulier spreekt niet alleen van beproeving. Het einde is geweldig mooi! Namelijk met de belofte uit Psalm 128. Vooral vers 5: De HEERE zal u zegenen vanuit Sion; u zult het goede van Jeruzalem zien, al de dagen van uw leven. Tevens denk ik aan psalm 119. Deze hele psalm spreekt van de vreugde over de wet. En wat zegt vers 71? Het is goed voor mij dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw verordeningen zou leren. Verdrukking en lijden vormt ons. En wanneer je oprecht de HEERE vreest, zal je steeds meer op Hem gaan lijken... De HEERE zal een ieder zegenen die de Hem vreest! Hoop niet op jezelf, andere mensen, aardse uitdagingen of dingen. Verwacht het daar niet van. Dat alles brengt ons geen Leven en vrede. Enkel de Heere Jezus. Zoals ik al eerder hierboven van/uit de eerste brief van Petrus vertelde over lijden en tegenspoed. En wat geeft ons èchte hoop en geen hopeloze hoop? 1 Petrus 1:3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden,
Hoe geweldig is het, wanneer de HEERE je kinderen geeft in jouw huwelijk. Is je al opgevallen wat er, betreffende het voordelige van de tegenspoed, in het doopformulier staat? Daarom wil Hij ons met al het goede verzorgen, al het kwade van ons weren of dat kwade voor ons doen meewerken ten goede(Romeinen 8 vers 28).
Gebed: Heer! Ondersteun mij in de gelegenheden van zwarigheid en tegenspraak, die Gij toelaat dat mij overgezonden worden en die Gij wilt dat ik zal onderstaan; en gedoog niet dat zijn in mij de liefde voor den evennaaste*** of mijne getrouwheid jegens U verminderen. Spaar uw hart, met het mijne niet te ontzien, en maak dat de bekoringen, verre van mij te verwijderen van U, mij meer dan ooit aan U vasthechten, door mij dringend en aanhoudend de noodzakelijkheid uwer hulp te doen inzien. Amen. Volhardendheid om in tegenspoed niet op die sterke wind te letten en de daardoor onstuimige golven, waardoor bijvoorbeeld Petrus(Mattheüs 14 vers 22 - 36) dreigde te verdrinken toen hij op de golven wandelde naar Jezus toe. Maar júist op Jezus te blijven staren. Heere help mij mijn vlees en gevoelens niet te negeren, maar ermee naar U te gaan om op U te vertrouwen. Alleen dan vind ik overvloedige genade, vrede en rust. De golven zullen er misschien nog wel zijn? Jezus draagt mij er echter doorheen!
Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
Hoe ga jij met tegenspoed om? Er zijn momenten in mijn leven geweest(en soms nog) dat ik alles donker zag en golven pijn en verdriet mij leken te overspoelen. Gevoelens van verlatenheid. Juist op zulke momenten helpt het om standvastig op Jezus te zien en met welk doel Hij mij geschapen heeft... Het is een "training", zoals Paulus ook beschrijft in Hebreeën 12: Met volharding lopen.
Misschien kan je Kolossenzen 1 vers 9 - 14 samen met mij uit je hoofd leren? Het heeft mij, tot op deze dag, bij meningsverschillen geholpen niet de wijsheid in pacht te hebben of te geven bij een ander. Maar het in de handen van de HEERE te leggen.
Kolossenzen 1:9 Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, 10. zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God, 11. terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen. 12. Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. 13. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. 14. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.
Thomas haalt Filippenzen 1 vers 23 aan. Ik wil je vragen Filippenzen 1 vers 19 - 26 te lezen: Herken jij het verlangen bij de HEERE te zijn, maar ook het hier willen blijven om geliefden en/of mensen van Hem te vertellen en te bemoedigen in de blijdschap van het geloof?
Leander Janse geeft hier een korte lezing over genadig lijden voor het Evangelie. Hierin citeert hij de woorden van een Roemeense voorganger die Nederland jaren geleden bezocht:
'Jullie hebben een kostbaar kado ontvangen. Geloof in Jezus Christus. Maar wij hebben nog een kado extra. Wij mogen ook voor Hem lijden. Een zeer bemoedigende lezing, wanneer je tegenspoed ervaart!
P.s.: Deze voorganger heeft een hele serie korte lezingen over de brief aan de Fillipenzen. Bovenstaande is de zesde. Aanbevolen!
Deze blogs schrijf ik niet omdat ik alles zo goed weet, want ik heb nog veel te leren en zal nooit uitgeleerd raken hier op aarde. Het geeft mij wel vrede en blijdschap om met de HEERE en Zijn Woord bezig te zijn. Graag leer ik ook van jullie. Dus opbouwende reacties lees ik graag.
2. Waarom zijn sommige heiligen zoo volmaakt geweest en zoo ingetogen?
Omdat zij zich beijverd hebben zichzelven te versterven in alle aardsche lusten: en daarom hebben zij met alle innigheid des harten God kunnen aankleven, en ongehinderd met zichzelven bezig zijn. Maar wij, wij hebben te veel werk met onze driften, en zijn te zeer bekommerd om vergankelijke dingen. Zelden ook overwinnen wij ten volle een enkele ondeugd, en hebben geenen ijver om dagelijks vooruit te gaan: daarom blijven wij lauw en koud.
Johannesmoest een brief schrijven naar de gemeente van Laodicea. Daarin wordt gezegd dat zij lauw en koud waren:
Openbaring 3:14-22 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, het begin van Gods schepping: 15. Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet! 16. Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen. 17. Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent. 18. Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en witte kleren, opdat u bekleed bent en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt. En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien. 19. Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u. 20. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij. 21. Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb. 22. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
Wanneer je 1Timotheüs 6 leest? Dan zou dit de o.a. de reden zijn. Want Timotheüs stimuleert de lezers van deze brief:
3. Als iemand een andere leer brengt en zich niet houdt aan de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en aan de leer die in overeenstemming is met de godsvrucht, 4. dan is hij verwaand, weet niets, maar heeft een ziekelijke neiging tot twistvragen en woordenstrijd. Daaruit komen voort: afgunst, ruzie, lasteringen en kwaadaardige verdachtmakingen, 5. voortdurend geruzie van mensen die een verdorven gezindheid hebben en beroofd zijn van de waarheid, omdat zij denken dat de godsvrucht een bron van winst is. Wend u af van dit soort mensen. 6. Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. 12. Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. 17. Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn, en hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten; 18. ook om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen. 19. Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat: een goed fundament voor de toekomst, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen.
Ben ik lauw en koud? Of streef ik een heilig leven na? En jij? Hoe lukt het de mensen waar Thomas het over heeft, zo heilig en ingetogen te leven?
21. Ik ontdek dus deze wet in mij: dat, als ik het goede wil doen, het kwade dicht bij mij ligt. 22. Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God. 23. Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is. 26. Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde.
1. Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. 2. Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. 3. Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees, 4. opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. 31. Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
Ik stel mezelf en jullie normaals de vraag: Hoe lukt het de mensen waar Thomas het over heeft, zo heilig en ingetogen te leven?
3. Waren wij aan ons zelven volkomen afgestorven en inwendig niet in verwarring, dan zouden wij ook de goddelijke dingen kunnen smaken, en iets van de hemelsche beschouwing kunnen proeven.
Maar het eenige, ja het allerzwaarste beletsel is, dat wij, verslaafd aan onze driften en begeerlijkheden, geene moeite doen om den volmaakten weg der heiligen op te gaan. En als er ons een weinig tegenspoed overkomt, laten wij te haastig den moed zinken en keeren wij ons naar menschelijken troost. Zoals deze woorden vanThomas a Kempis, herkent en erkent Paulus hetzelfde uit eigen ervaring. We lezen 't in de volgende Bijbelgedeelte:
Romeinen 7:19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
Ik denk ook aan de gelijkenis van het zaad dat gezaaid wordt in bijvoorbeeld Markus 4:1-20. In het specifiek: Markus 4:15, 17, 19 en 20 15. En dit zijn zij bij wie langs de weg gezaaid is: in wie het Woord gezaaid wordt, en als zij het gehoord hebben, komt de satan meteen en neemt het Woord weg dat in hun hart gezaaid was. 17. en geen wortel in zichzelf hebben, maar zij zijn mensen van het ogenblik; als er later verdrukking of vervolging komt omwille van het Woord, struikelen zij meteen. 19. maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. 20. En dit zijn zij bij wie in de goede aarde gezaaid wordt: zij horen het Woord en nemen het aan en dragen vrucht, de één dertig-, en de ander zestig-, en de ander honderdvoudig.
In Hebreeën 10 worden we wederom door Paulus bemoedigd met Gods belofte, indien we volharden in onze strijd Hem te volgen:
Hebreeën 10:35, 36 en 37 35. Werp dan uw vrijmoedigheid niet weg, die een grote beloning met zich meebrengt. 36. Want u hebt volharding nodig, opdat u, na het volbrengen van de wil van God, de vervulling van de belofte zult verkrijgen. 37. Want: Nog een heel korte tijd en Hij Die komt, zal komen en niet uitblijven.
Ooit heeft een voorganger mij een ezelsbruggetje gegeven bij Romeinen zes, zeven en acht. In volgorde: Zes is les, zeven is leven en acht is kracht.
In hoofdstuk zes leren we onszelf als zondaar kennen en leert Paulus ons de verlossing door Jezus Christus. Romeinen 6:23 Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere.
In hoofdstuk zeven leert hij ons hoe de praktijk van ons leven is: Romeinen 7:14, 15, 24, 25 en 26 14. Want wij weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. 15. Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik. 24. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? 25. Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere. 26. Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde.
Tot op heden hoor ik geen levende Christus in de geschreven woorden van Thomas a Kempis. Alleen maar woorden van zelf volhouden terwijl wij dat niet kunnen vanwege wie we zijn... Een hopeloze zaak zou je zeggen!
En in hoofdstuk acht leert Paulus ons hoe wij de kracht krijgen om de HEERE in geloof te dienen en Jezus na te volgen in ons dagelijkse leven. Romeinen 8:1. 15, 24, 25, 26, 30 en 31 1. Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. 15. Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! 24. Want in de hoop zijn wij zalig geworden. Hoop nu die gezien wordt, is geen hoop. Immers, wat iemand ziet, waarom zou hij dat nog hopen? 25. Maar als wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding. 26. En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. 30. En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt. 31. Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Dit bovenstaande Bijbelgedeelte uit Romeinen acht sluit goed aan bij het onderstaande waarin Thomas schrijft: 4. Indien wij ons best deden, om, als dappere mannen, pal te staan in den strijd, voorzeker zouden wij de hulp Gods van de hemel op ons zien nederdalen. Mijn reformatorische achtergrond gaat hier wel een beetje steigeren eerlijk gezegd. Het lijkt wel alsof Thomas hier zegt: Wij doen ons best en God doet de rest... Ik krabbel onbehagelijk achter mijn oor.
Want Hij is bereid te helpen die strijden en op Zijne genade betrouwen; en Hij zelf geeft ons de gelegenheid tot strijden, opdat wij zouden overwinnen. (Romeinen 8:37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.) Indien wij den voortgang van het christelijke leven maar stellen in uitwendige gebruiken, dan zal onze godsvrucht spoedig een einde nemen. Heeft Thomas hier ook aan Psalm 51 gedacht? David werd door de profeet Nathan aangesproken over zijn zonde met Bathseba. In deze psalm erkent hij zijn zonden. Tevens dat de HEERE geen vreugde vindt in brandoffers zonder dat wij met een gebroken geest en verbrijzeld en verslagen hart tot Hem komen. Juist wanneer wij met die laatste tot God komen zal Hij ons niet verachten maar..., naar ons omzien! Naar Zijn welbehagen ziet Hij ons als rechtvaardig door het bloed van Zijn lieve Zoon. 1 Timotheüs 6:12 Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. Hebreeën 12:1 Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt,
5. Maar laat ons de bijl aan den wortel zetten, opdat wij, verlost van de driften, een vreedzame stemming mogen bezitten. Indien wij ieder jaar maar één gebrek uitroeien, dan zouden wij spoedig volmaakt zijn. Maar nu integendeel bevinden wij dikwijls, dat wij beter waren en reiner in het begin van onze bekeering, dan na vele jaren geestelijk leven. Onze vurigheid en onze vorderingen moesten dagelijks aangroeien; en nu schijnt het iets bijzonders te zijn, als iemand een deel van zijn eerste vurigheid kan behouden. Indien wij in het begin maar een weinig geweld deden, wij zouden daarna alles kunnen doen met gemak en met genoegen. Tot op heden lees ik in dit hoofdstuk vooral dat we hard aan onszelf moeten werken. Het hangt wel erg van onze 'werken' af. Terwijl onze zaligheid alléén in Christus is! Neemt niet weg, denk ik met mijn nuchtere verstand, dat we verantwoordelijk zijn voor onze eigen daden. En vrede ervaar ik in mijn ziel, wanneer ik Hem navolg, ondanks de onrust die er om mij heen bestaat. Ik merk dat mijn reformatorische en rooms-katholieke wortels hier 'haast' automatisch tegen elkaar lopen te roepen. Zo van: Je kan de zaligheid niet verdienen hoor Yvonne! Dat is alléén in Christus en dat gaat niet zomaar! Dat moet je gegeven worden... en: Jezus is mijn voorbeeld. Zoals Hij leefde en zoals Hij zegt dat ik moet leven, zo moet ik doen! En als je dan Gods Woord leest, dan is het geloof niet zonder de werken... Lees Jakobus 2: 14 -26, met als kopje 'Dood geloof', maar eens. Zijn Heilige Geest werkt dat in ons. En dus zeg ik nu tegen mijzelf: luister naar wijze mensen(zoals Thomas was) maar..., Gods Woord gaat boven alles!
6. Het is zeer moeilijk gewoonte af te leggen; maar het is nog moeilijker tegen zijn eigen wil in te gaan. Maar indien gij nu in 't kleine en lichte geene overwinning behaalt, wanneer zult gij het meer moeilijke te boven komen? Wedersta van eerst af uwe neiging en ontmaak u van de kwade gewoonte, opdat zij u niet allengskens tot grooter moeilijkheid brenge. Ach! Indien gij overdacht wat vrede gij u zelven en wat vreugd gij anderen zoudt bezorgen door u goed te gedragen, ik geloof dat gij meer bezorgd zoudt zijn voor uw geestelijke vooruitgang. Dat ervaar ik dagelijks. Hoe moeilijk het is verkeerde gewoonte af te leren. En tegen mijn gevoel in te gaan. En toch... Het overwinnen daarvan door mijn oog op Zijn Woord gericht te houden. Op het offer door Christus(en Zijn Vader!) volbracht. Ik denk weleens, hoe moeilijk het zal zijn geweest Zijn Zoon Jezus te moeten zien lijden... Misschien denk ik te menselijk. Maar het kon niet anders. Door de dood heen mocht Jezus bij Zijn Vader in de hemel komen. Hoe heerlijk zal dat voor beiden zijn geweest... Alles volbracht om de weg weer te openen voor berouwvolle zondaren! Zodat zij op de nieuwe hemel en aarde in Zijn nabijheid volmaakt leven zullen, zoals onze Schepper dat bedoelt heeft. Welk een vreugde zal dat zijn!
Oefening: Evenals er niets tegenstrijdig is aan den ware vrede, aan het geluk en de rust van dit leven, dan zich aan zijn kwade lusten over te geven en zich van deze den slaaf en het slachtoffer te maken, alzoo is er ook niets bekwamer om ons een ware rust van geweten te geven, om het geluk van dit leven uit te maken, om onze zaligheid te verzekeren, dan onophoudelijk onze kwade neigingen te bevechten en te overwinnen, en in alle gelegenheden wederstand te bieden aan de ongeregelde begeerten van ons hart. Leg u dus ernstig toe om aan u zelven te sterven, om hetgeen u tegen strijdt, te overwinnen, om aan de vurigheid uwer driften te wederstaan, om in alles uw eigen wil te verzaken; en die oplettendheid, die zorg, dit heilig geweld zijn, zullen u in dit leven en in de eeuwigheid gelukkig maken, aangezien er geen ware vrede van geweten noch eenige verdienste te vinden is dan in hetgeen men voor God en tegen zichzelven doen.
Gebed:
O mijn Zaligmaker! Hoe gelukkig, tevreden en zeker van mijne zaligheid zou ik niet wezen, indien ik, om aan Uwe rechtvaardigheid door de boetvaardigheid, aan Uwe liefde door de getrouwheid te voldoen, datgene deed wat ik zonder ophouden doe om mijne driften en de verzoeken van mijne eigenliefde te bevredigen! Gedoog niet, Heer! Dat ik een anderen meester diene dan U. Breek mijne ketenen en verlos mij uit de onrechtvaardige en wreede slavernij, in welke ik door mijne begeerlijkheden geboeid lig. Mijn hart is gansch voor U. Laat niet toe dat de ijdelheid, de eigenliefde, de wellustigheid, de vadsigheid, de gramschap - die vreemde goden - het verdeelen, of eerder het aan de macht Uwer liefde onttrekken; want ik gevoel, wanneer ik mijn hart tusschen U en mij verdeel, dat ik het U onttrek en dat Gij van mij alles of niets eischt. O mijn God, mijn Al! O God mijns harten! Wees mijn aandeel in eeuwigheid. Amen.
Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
Ben ik lauw en koud? Of streef ik een heilig leven na? En jij? Hoe lukt het de mensen waar Thomas het over heeft, zo heilig en ingetogen te leven?
Jullie lazen mijn worsteling. Hard werken volgens Thomas en Paulus. De wedloop(Hebreeën 12:1). Volharden! Maar dat kan toch niet in eigen kracht? Gaat het vanzelf, omdat de HEERE het in ons werkt? Ik lees in de Bijbel dat wij niet ontslagen worden van onze eigen verantwoordelijkheid. Maar mèt dat wij onze verantwoordelijkheid nemen, zullen we ook de krachten krijgen om deze te volbrengen. Bemoedigend klinkt Jesaja 40:31: maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden, zij zullen snel lopen en niet afgemat worden, zij zullen lopen en niet moe worden. Hoe wordt jij bemoedigd?
Wat was het veel om te verwerken hè? Vorige week zag ik een leerzame podcast van de christelijke apologeet. Hoe houden we het vol? Ons Geestelijk immuunsysteem. Kijk en luister je mee?
Veel zegen toegewenst en dat jullie ook anderen tot zegen zijn...