Thomas a Kempis (eigenlijk: Thomas van Kempen/Thomas Hemerken)

dinsdag 10 oktober 2023

3) Over de leer der waarheid


1. Zalig hij, dien de waarheid zelve onderricht, niet door beelden en voorbijgaande woorden, maar zooals zij waarlijk is. Ons goeddunken en onze zin bedriegen ons dikwijls en ontdekken weinig. Wat baat een groot getwist over geheime en duistere dingen, waarvoor men ons in het oordeel niet verwijten zal, al hebben wij ze niet geweten? Het is groote dwaasheid dat wij nuttige en noodzakelijke dingen verwaarloozen, en ons met zeldzame en schadelijke bezig houden. Wij hebben oogen en zien niet.(Jeremia 5 vers 21)
In eerste instantie dacht ik bij het lezen dat ik zelf zalig zou zijn als ik de waarheid onderricht/lesgeef/uitdeel... Maar bij het lezen van de 
vertaling van dr. Is. van Dijk op bladzijde 6 wordt het duidelijk. Het is van groot belang onszelf te laten onderrichten in de Waarheid. Ons niet druk te maken over al het aardse, wanneer het schadelijk is voor onze eeuwige toekomst. Dat ons doen en laten tot eer is van onze HEERE en Hij géén schade lijdt door ons! Ik denk wederom aan 1Korinthe 3 vers 18 en verder 
en de rijke dwaas(Lukas 12 vers 13 tot en met 21). Tevens aan de rijke jongeling in Markus 10 vanaf vers 17 en Ananias en Saffira in Handelingen 5 vers 1 tot en met 11. De rijke jongeling die zijn rijkdom niet los kon laten, ondanks zijn keurige gedrag! Ananias en Saffira, die hun land verkochten en iedereen "wijs" maakten dat zij de hele opbrengst via de apostelen aan de gemeente schonken. Zij wilden in de ogen van de mensen groot zijn. God ziet echter ons hart aan! Ten diepste sloten zij moedwillig hun ogen voor God, logen tegen Hem en verzochten de Heilige Geest. Dr. van Dijk laat dit ook zien in de drie Bijbelgedeelten waarnaar hij refereert. Jeremia 5 vers 21Jesaja 6 vers 9 en als laatste Mattheüs 13 vers 10 tot en met 17 Het volk luistert "moedwillig" niet naar God. Zij horen wel maar verstaan/begrijpen het niet, omdat zij niet willen! De discipelen zagen en hoorden wel... Hoe is dit voor mij? Heb ik ogen die zien? En oren die horen? En jij? Ik denk aan psalm 139. En bid de verzen 23 en 24 mee:

Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, 
beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg. Kennen jullie dat mooie lied van Johannes de Heer?

2. Wat moeten wij ons bekommeren met kennis van geslachten en soorten? Hij, tot wien het eeuwige Woord spreekt, is van vele opvattingen bevrijd. Van dat eeuwig Woord komt alles, en alles spreekt van hetzelve: en dat is het begin(God zelf) dat tot ons spreekt(Johannes 8 vers 25). Niemand begrijpt zonder hetzelve, noch oordeelt juist. Hij, voor wien ééne zaak alles is, die tot ééne zaak alles terugbrengt, en daarin alles ziet, hij kan standvastig van harte zijn, en gerust in den Heer volharden. O waarheid, die God zijt, maak mij één met U in (één) eeuwige liefde! Het verdriet mij menigmaal, veel te lezen en te hooren: in U is alles wat ik wil en verlang. Dat alle leeraars zwijgen, alle schepselen voor Uw aanschijn hunne stem weerhouden: spreek Gij alleen tot mij.
De farizeeën twistten met de Heere Jezus. De Heere Jezus legt hen uit dat alles wat hij aan de mensen zegt, van Zijn Vader gehoord heeft. De farizeeën willen dat echter niet horen en zien. Zij houden zich vast aan de Thora(de eerste vijf boeken van de Bijbel), de wet èn hun eigengemaakte wetten erbij. Er zit geen "hart"ekennis van God bij. Ik lees hierover in 
Mattheüs 15:8 Dit volk nadert tot Mij met hun mond en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan; 9. maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn. Mattheüs 15 vers 1 tot en met 20 geeft het m.i. helder weer. Tevens het vervolg van dit hoofdstuk... Dit gedeelte maakt mij duidelijk, dat het niet gaat om de letter van de wet. God heeft Zijn Woord gegeven tot heil van ons en onze naaste. Hij gaf ons Zijn wet niet om die ons tot last te laten zijn. Nee... Juist omdat deze goed voor ons is! Twisten en ruzie hierover, maken juist dat we Hem schade berokkenen En daarmee onze naaste en ook onszelf! Alléén in Christus, Zijn Woord en vergevende liefde is genade en waarheid te vinden. Ik verlang ernaar daarop gericht te zijn, samen met mijn naaste... Alleen dan kan er vrede zijn!


3. Hoe meer iemand ingetogen is, en van al het tijdelijke onthecht, des te meer en verhevener zaken hij zonder moeite begrijpen zal, omdat hij van boven de genade van verstand ontvangt. Een zuivere, eenvoudige en standvastige ziel is te midden van drukke bezigheden niet verstrooid: omdat zij alles ter liefde Gods doet, en altoos tracht alle eigengenot te vluchten. Wat gaat er u meer tegen en valt lastiger, dan de overstorvene genegenheden van uw hart? Een goed en godvruchtig mensch overlegt eerst inwendig de werken, die hij uitwendig moet doen. En deze trekken hem niet tot de lusten der ongeregelde genegenheid; maar hij wendt ze naar het voorschrift der gezonde rede. Wie heeft een grooteren strijd, dan die tracht zich zelven te overwinnen? En dit zou toch onze voornaamste bezigheid moeten zijn, te weten: ons zelven overwinnen, dagelijks zich meer meester worden en vooruitgaan in het goed.

Hetgeen de HEERE in Zijn Woord mij leert is tot eer van Zijn Naam, goed te zijn voor mijn naaste. Bovendien goed voor mezelf. Geen gejaag meer naar vervulling van onvervulbare behoeften... In Christus word ik volledig gevuld. Dat is mijn gebed. Dagelijks de strijd aan te gaan met mezelf... Niet om er wat mee te verdienen. Zeer zeker niet. Christus heeft het alles voor mij al voldaan. Nee, enkel om in Zijn nabijheid te verkeren en Zijn liefdevolle Vaderarmen om me heen te ervaren. Ik verlang ernaar en jaag ernaar!

4. Alle volmaaktheid in dit leven gaat met eenige onvolmaaktheid gepaard, en onze kundigheden zijn niet van alle duisterheid bevrijd. De ootmoedige kennis van u zelven is een zekerder weg tot God, dan de diepe navorsching der wetenschap. Niet dat de wetenschap of de eenvoudige zakenkennis misprezen moet worden: zij is, in haar zelve beschouwd, goed, en door God verordend; maar een goed geweten en een deugdzaam leven verdienen toch altijd meerder achting. Maar omdat er velen meer verlangen naar kennis dan om wèl te leven, daarom dolen zij dikwijls, en brengen weinig of bijna geene vruchten voort.
Hier mag ik mijzelf de vraag stellen. Waarom zou ik mijn vertrouwen stellen op wetenschap? Waarom wil ik veel weten? Het gaat erom in mijn leven wat ten diepste mijn drijfveer is... 


5. Och, indien zij zooveel ijver besteedden om hunne gebreken uit te roeien en deugden te bekomen, als om vraagstukken op te lossen, er zou zooveel kwaad en zooveel ergernis onder 't volk niet zijn, noch zooveel verslapping in de kloosters. Voorwaar, op den dag des oordeels zal men ons niet vragen wat wij hebben gelezen, maar wat wij gedaan hebben; noch hoe fraai wij gesproken, maar hoe godsdienstig wij geleefd hebben. Zeg mij, waar zijn nu al die leeraars en die meesters, die gij wel gekend hebt, toen zij nog leefden, en door hunne geleerdheid hoogevierd waren? Anderen bezitten nu hunne ambten, en wie weet of zij aan hen nog denken. In hun leven schenen zij iets te zijn, en nu zwijgt men over hen.
Is mijn kennis tot heil van mijn naaste? Wanneer ik veel weet en ik gebruik het tot oneer van mijn Zaligmaker, doordat ik met die kennis mijn naaste in nood niet help? Is het hebben van kennis voor mij belangrijker de HEERE en mijn naaste te dienen? Waar ben ik op gericht? Een lang gelukkig en gezond leven hier op aarde? Of op het toekomende? Ook voor mijn medemens?

6. O hoe snel gaat de roem der wereld voorbij! Och, hadde hun leven overeengekomen met hunne wetenschap, dan zouden zij met vrucht gestudeerd en onderwezen hebben. Hoevelen gaan er in de wereld niet verloren, omdat zij, door hun ijdele wetenschap, weinig, weinig bekommerd zijn om God te dienen! En omdat zij eerder verkiezen groot te zijn dan ootmoedig, daarom worden zij ijdel in hunne gedachten.(Romeinen 1 vers 21(HSV)). Hij is waarlijk groot, die zichzelven kleinacht, en die het toppunt van eer voor niets rekent. Hij is waarlijk wijs, die alle aardsche dingen als vuilnis acht, om Christus te gewinnen.(Filippenzen 3 vers 8(HSV)). En hij is waarlijk wel geleerd, die den wil van God volbrengt en zijn eigen wil verlaat.
Het blijft in mijn hoofd "hangen" en daarom noem ik het toch. Ik denk aan het transplanteren van organen. Aan het repareren van DNA, om op die wijze genetische ziekten uit te bannen... Het is een thema dat ver van mij afstaat. En toch weer dichtbij. Ook ik heb in mijn nabije omgeving iemand die een ernstige afwijking heeft in haar DNA. Haar levensverwachting was tot kortgeleden hooguit veertig jaar. Dankzij de wetenschap in medicijnen zijn haar vooruitzichten sterk verbeterd. Natuurlijk heb ik hierop gehoopt, dat dit moment eens zou aanbreken. Wie gunt iemand die je liefhebt geen lang leven? Ben ik dankbaar voor de wetenschappers die dit hebben kunnen bewerkstelligen? Zeker wel! En toch...? Als ik verzuimd zou hebben haar het Evangelie te verkondigen en daar alleen mijn hoop op was gericht? Wat is een lang leven op aarde t.o.v. een gelukzalige eeuwigheid bij onze Schepper en Zaligmaker? Zou ik Hem dan niet véle malen meer dankbaar zijn dan deze wetenschappers? Wat denk jij?  


Oefening:
De waarheden leeren, niet zoozeer om ze te kennen dan in het werk te stellen; het eeuwig woord aanhooren, hetgeen meer tot het hart dan tot den geest spreekt; weten hetgeen ter zaligheid noodig is, en het werkdadig maken; ziedaar wat de wetenschap der christenen moeten uitmaken. De bespiegelende kundigheden, die de nieuwsgierigheid van mijnen geest streelen, zonder nochtans mijn hart te raken of te veranderen, walgen mij, en het verdriet mij zooveel te weten en zooveel te hooren spreken over de eeuwige waarheden en over mijn zaligheid, daar ik zoo weinig verricht om zalig te worden. 
Weet je dat ik dit best heel moeilijk te begrijpen vind? Daarom vertaal ik het een beetje naar mijn eigen woorden. Indien jij me kan helpen, lees ik het graag!  Ik wil me erin oefenen, niet de wetenschap of mijn kennis te verheffen boven de HEERE te stellen. Alles wat ik leer door Zijn Woord te bestuderen, dat Zijn Heilige Geest dit in mijn hart omzet tot daden die Hem eer aandoen en mijn naaste en mezelf tot heil zijn... 


Gebed:

O mijn Jezus, Die ons geleerd hebt dat zij het niet zijn die zeggen: Heer, Heer, die het rijk der hemelen zullen binnentreden, maar wel zij, die den wil van Uwen Vader volbrengen en hun leven volgens hun geloof schikken! Stort in ons, bij een christelijken geest, een christelijk hart en een christelijk leven. Geef mij de genade dat ik, van alles onthecht en in alles niets zoekende dan U alleen, geheel mijne wetenschap, geheel mijne bekwaamheid, geheel mijn geluk en al mijne verdiensten stelle in U te behagen, in U te beminnen, in Uw hart te winnen en mij waardig te maken om Uwe liefde in den tijd en in de eeuwigheid te genieten. Amen.  
Bidden jullie dit van harte met mij mee?

Misschien wil jij alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.


Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:

  1. Verlang ik ernaar Jezus beter te leren kennen? En daarmee ook Zijn liefdevolle Vader? Omdat ik geloof dat Hij de Waarheid en het Leven is? Heb ik zin om Zijn Woord te onderzoeken? Of moet ik mezelf daartoe aanzetten? En jij?
  2. Hoe luister ik naar en lees ik Gods Woord? Zie ik met ogen en hoor ik met oren wat Gods Geest tot mij zegt? Of weiger ik moedwillig Hem te gehoorzamen als het mij niet uitkomt? Hoe is dit voor jou?
  3. Wil ik mijn hart laten kennen door de HEERE? Durf ik mezelf in de spiegel te kijken? De spiegel van Gods Woord? Wat zie ik dan? En jij? Ik vind het soms best moeilijk om heel eerlijk te kijken naar mezelf, omdat dit spiegelbeeld lang niet altijd zo mooi is...
  4. Zijn mijn woorden lippen/pennen-taal of is het hartentaal? 
  5. Wat is mijn diepste drijfveer in dit aardse leven? gebruik ik al mijn kennis en gaven tot dienst van het Evangelie? Tot eer van de HEERE en heil van mijn naaste en mezelf? 
  6. Het maken van deze blog, zorgde ervoor dat ik hierover na "moest" denken. Ik wil stil worden, om deze vragen in alle rust te overdenken tijdens mijn dagelijkse bezigheden. Met een verlangend hart om Christus na te volgen...



Dit gedeelte kan je lezen in de vertaling van dr. Is. van Dijk vanaf bladzijde 6

Volgende hoofdstuk
Vorige hoofdstuk



maandag 31 oktober 2022

2) Over de ootmoedige zelfachting


'De wetenschap heeft meer papieren dan de Bijbel,' zei onze zoon. Met andere woorden bedoelde hij te zeggen dat er voor het geloven van de wetenschap meer bewijs is, dan voor het geloven van de woorden die in de Bijbel geschreven staan. Een pijnlijke opmerking vond ik dit. Echter, soms steekt er bij mij ook een gemeen angeltje van ongeloof moet ik eerlijk toegeven. Of moet ik anders zeggen? Soms ontbreekt mij de lust/liefde om mij te verdiepen in Gods Woord... Het ontbreken daarvan steekt bij mij de kop op, júist als ik me te druk voel(met zorgen o.a.) om bezig te zijn met God en Zijn Woord. Meer tijd doorbreng met contacten onderhouden met of zorgen voor mensen, televisie, social media, boeken lezen en dergelijke om op die manier meer 'aardse' wijsheid te vergaren. Zo denk ik op deze momenten de oplossing te vinden voor mijn problemen en/of zorgen. Grip te krijgen op mijn leven zogezegd... Bovendien mezelf te ontspannen. Terwijl ik het boek van Thomas a Kempis  verder lees, besef ik dat wij mensen niet bepaald veranderd zijn ten opzichte van toen... In het eerste hoofdstuk onder de tweede paragraaf, herinner ik me dat ik las dat hij zegt:
De leer van Christus gaat alle leerlingen der Heiligen te boven; en wie Zijnen Geest bezat, zou daarin het verborgen manna vinden.
Dit was gebaseerd op Openbaring 2 vers 17. En ik realiseer me dat ik op momenten als hierboven beschreven, geen luisterende houding heb naar Gods Geest, Die in mij wil werken... 

Dit tweede hoofdstuk heeft als titel: "Ootmoedige zelfachting?" Is dat aanwezig in jouw en mijn leven? Willen we leren door Zijn Geest? En naar Hem door Zijn Woord luisteren? Ik ga fijn verder lezen. Jullie ook?

 1. Elk mensch is van natuur begeerig naar kennis, doch waartoe dient de wetenschap zonder de vreeze Gods? Ook wij hebben een abonnement genomen op "de Weet", toen onze kinderen eraan toe waren qua leeftijd. Een leerzaam tijdschrift, zeker als je nogal intelligente kinderen hebt die graag onderzoeken. Zelf lees ik het tijdschrift weinig, omdat het mij weinig  boeit. Mijn ervaring is dat ik er mensen niet mee overtuig, tenzij zij zich willen laten overtuigen. En dat is Gods werk... Bovendien is de HEERE niet te bewijzen, het komt tenslotte op geloof aan, toch? Waarlijk een nederig landman, die God dient, is beter dan een trotsche wijsgeer, die zich zelven verwaarloost, en den loop der sterren nagaat. Wie wèl zich zelven kent, wordt gering in zijn eigene oogen, en verheugt zich niet over den lof der menschen. Al wist ik alles wat in de wereld is, en ik de liefde niet bezat(opnieuw moet ik denken aan 1Korinthe 13: De uitnemendheid van de liefde), wat zou mij baten voor God, Die mij volgens mijne werken zal oordeelen? Heeft God niet alles geschapen? Lees Genesis 1 maar eens. Daar lees ik zes maal Zijn Woorden: "En God zag dat het goed was."  Nadat Hij de mens gemaakt had naar Zijn beeld, is de láátste zin van dit hoofdstuk zelfs: En God zag al wij Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed(Genesis 1 vers 31a). Dit was de zevende keer, alleen nu met het woordje "zeer" ertussen. Zeven, het getal dat spreekt van de volmaaktheid in Gods wegen en handelen! Is dat niet bijzonder? Zou ik Zijn Schepping dan niet in Zijn handen leggen? En ermee doen wat Hij wil, dat ik ermee doen zal? Als ik dat niet doe, verwaarloos ik de mensen, dieren en planten om mij heen. Tevens mezelf! Ik ben maar een klein deeltje van Gods geweldige Schepping. Maar God ziet wel graag de prachtige vruchten van Zijn Geest in al Zijn schepselen... En onder die vruchten vallen mijn werken, die God zal oordelen. Want zelfs mijn beste werken zijn onvolmaakt en besmet met zonden(link naar de Heidelbergse catechismus) en hebben vergeving nodig. Leef ik in liefde vanwege het verzoeningswerk van Christus? Dán ziet Hij mijn zonden niet aan, omdat Christus deze voor mij heeft voldaan! Wat een groot wonder is dat!!! Of doe ik het uit wetticisme? Diezelfde werken, maar vanuit een andere bron. Gods barmhartigheid en liefde worden voor mij een steeds groter wonder, omdat ik merk dat ik vaak niet naar Zijn Geest Die in mij spreekt luister... Mezelf daar bewust in moet stimuleren... gedachten schieten als pijlen door mijn hoofd: 
Is het waar dat ik een kind van Hem ben? Wanneer ik voor mijn beleving/gevoel zó weinig automatisch op Hem gericht ben?
Maar corrigeer direct: 
Is God afhankelijk van mijn daden en mijn geloof? Nee toch zeker! Ja..., ik geloof. Maar Christus is het Die mij zalig maakt!
1Korinthe 9 komt in mijn gedachten. Paulus haalt hier onze de wedloop aan. Onze zwakten waartegen we te strijden hebben. Ik mag in de dingen die ik in afhankelijkheid van God doe, in de hoop van Hem, loon verwachten. Een strijd  zonder Zijn Geest en in liefde voor Hem? Die strijd is op voorhand al verloren. Want Jezus heeft de overwinning al behaald voor mij! En ik mag in Hem, de wedloop lopen en strijden om te volharden en jagen naar de overwinning...

2. Laat af van overmatige zucht naar wetenschap: want daarin wordt groote verstrooiing en veel bedrog gevonden. Die iets weten, willen gaarne de aandacht trekken en den naam van wijzen dragen. Daar zijn vele dingen, welker kennis aan de ziel weinig of geen voordeel bijbrengt. En hij is zeer dwaas, die zich met iets anders bekommert, dan met hetgeen hem ter zaligheid dienstig is. Vele woorden verzadigen de ziel niet: maar een goed leven verfrischt den geest, en een zuiver geweten geeft een groot betrouwen op God.
Tevens wilde ik door iedereen aardig, wijs en verstandig gevonden worden. Kort gezegd, wilde ik door iedereen geweldig gevonden  worden en erkend worden in mijn zijn...
Deze zin schreef ik in mijn eerste blog over dit boek van Thomas a Kempis. Soms vraag ik me af, of ik dit niet nog steeds doe. Heb ik wat dit betreft een zuiver geweten? Op Wie heb ik het oog bij het schrijven en overdenken van de Bijbel en dit boekje? Mezelf?(
Mijn overleden vader zou gezegd hebben: 
"Stront voorop". In dit geval doe ik het bewust). Het krijgen van eer van de mensen die het lezen? Of het verlangen God beter te leren kennen en dit met anderen te delen tot hun voordeel en nut i.v.m. hun zaligheid? En Hem te eren? Waarvoor wij mensen geschapen zijn? 

Bij gesprekken met mensen die niet willen geloven dat de Bijbel waar is, wilde ik voorheen altijd bewijzen dat Gods Woord wèl de waarheid was en nog steeds is. Tegenwoordig ben ik daarmee gestopt. God bewijst Zichzelf door Zijn openbaring in de natuur èn Zijn Woord(link naar de Nederlandse geloofsbelijdenis). Vaak zeggen mensen dat ze het niet kúnnen geloven. Geloven is echter een wilsbesluit. Ons leven lijkt op aarde voordeel te hebben wanneer we geloven in de wetenschap, maar onze ziel heeft voordeel van de(eeuwige) gelukzaligheid. Ik kan hier veel van zeggen, maar het verzadigt de ziel niet, als jij en/of ik niet in geloof aanvaarden dat Christus voor onze zonden betaald heeft aan het kruis, uit de dood is opgestaan en naar de hemel is gegaan om voor ons zielsbehoud te bidden bij Zijn Vader(onze Schepper) en de uitstorting van de Heilige Geest.

3. Hoe meer gij weet en hoe beter, zoo veel te strenger zult gij geoordeeld worden, tenzij gij heiliger leeft. Link tot uitleg hierover. Want letterlijk staat dit niet in de Bijbel. Dit lezend, zou ik haast de neiging krijgen om
dan maar niet veel van God en Zijn Woord te willen weten. Maar laat ik me dan niet leiden door angst, in plaats van door de liefde in Christus? Ik wil mijn Geliefde Schepper, Vader en Zaligmaker goed leren kennen, toch? En Hem plezieren? Wil u dus niet verheffen op eenige kunst of wetenschap, maar vrees eerder om de kennis, die u gegeven is. Ja, kennis, waarvan ik weet wat God wil dat ik doe, als ik een navolger van Christus wil zijn. Maar nalaat, omdat ik mezelf in de weg sta en niet mijn oog op Christus geslagen houd. Elke dag heb ik Zijn vergeving nodig... Dunkt het u dat gij te veel weet en tamelijk wel verstaat, wees evenwel verzekerd dat er nog veel meer is, wat gij niet weet. Heb geen groot gedacht over u zelven(Romeinen 11 vers 20 HSV); maar erken liever uwe onwetendheid. Wat wilt gij u boven een ander stellen, aangezien er velen gevonden worden, die geleerder zijn dan gij, en beter in de wet onderwezen? Dit moet ik wel beamen. Ik weet zoveel nog niet. En er zijn ontzettend veel mensen die beter onderlegd zijn in Gods Woord dan dat ik dat ben. Indien gij iets met nut wilt weten en leeren, wees dan gaarne onbekend, en voor niets geacht. Het heeft lang geduurd voordat ik deze zin ging begrijpen. Althans, dat denk ik. Juist wanneer ik besef weinig te weten, wil ik van de Ander èn de ander de dingen leren, die goed voor mijn naaste en mij zijn. Dingen die voor ons leven van waarde zijn en tot nut. De bereidheid dus heb om te leren en God de eer te geven, in plaats het allemaal zelf te weten.

4. Deze is de verhevenste en nuttigste wetenschap: zich zelven niet wèl kennen en klein achten. Van zich zelven niet houden*, en van anderen altijd een goed en een groot gedacht hebben, dat is groote wijsheid en een hooge volmaaktheid. Pfffff... Dit is wel iets anders dan wat we tegenwoordig horen. Als ik de hulpverlening wil geloven, moet ik eerst van mezelf houden, alvorens ik van de ander kan houden... Het is een uitdrukking die ik regelmatig hoor. Maar dit is wetenschap en geen Bijbel. Iemand zei ooit eens tegen mij, dat ik een minderwaardigheidscomplex niet moest verwarren met zondenkennis. En dat 'lijkt' hier wel gezegd te worden. Dan
 hou ik echter geen rekening met de betekenis van het oud-hollandschen gezegde, die hierboven gebruikt is. Het: "Van zich zelven niet houden" houdt in dat je geen hoge dunk hebt van jezelf...(zoals je kan lezen in de voetnoot van de vertaling van dr. Is. van Dijk vinden op bladzijde 6). Persoonlijk vind ik het best lastig, wat Thomas hier schrijft. Ik ga naar Filippenzen twee. En lees het hele hoofdstuk. Lees je mee? link filippenzen twee HSVDan kan ik niet anders dan concluderen dat het gaat om het belang van de ander. Het gaat om de gezindheid van Christus. Jezus, Die heeft willen betalen voor onze/mijn(!) zonden... Ben ik bereid hetzelfde te doen voor mijn naaste? Ware het dat gij een ander openlijk zaagt zondigen, of eenige grove misslagen begaan, toch zoudt gij u niet voor beter moeten aanzien, want gij weet niet hoe lang gij in een goeden staat kunt volharden. Wij zijn allen zwak; maar houd niemand voor kranker dan uzelven.
Bij deze laatste zin schoot mij vannacht een gelijkenis van de Heere Jezus, over de splinter en de balk, in gedachten... Het wordt beschreven in Mattheüs 7 vers 1 tot en met 6 en Lukas 6 vers 37 tot en met 42Zonder Gods Geest en Zijn Woord, ben ik niet in staat Hem trouw na te volgen. Ook ik strijd dagelijks tegen mijn eigen boze hart en denk het allemaal zelf wel te kunnen met mijn "eigen"wijsheid...  Daarom heb ik het nodig met Zijn Woord bezig te zijn. Stil te zijn, om het in te laten dalen. Ik ben zwak, maar Zijn Geest pleit voor mij, ja voor ons allen met onuitsprekelijke verzuchtingen...(Romeinen 8:26) Lees ook eens Efeze 3 vers 16 en 20. Bovendien Jesaja 40 vers 29.  

Al met al kom ik tot de conclusie dat niets van mijn "goede" werken er toe doen. Het overdenken en schrijven van de Bijbel en dit boekje ook niet. Hoe "goed" het lijkt... Mits het gedaan is door de Heilige Geest in liefde tot onze Schepper en Zaligmaker. 
Oefening:
Dwaas en vruchteloos zegt de Heilige Schrift, zijn de wetenschappen van den mensch, wanneer hij zich niet beijvert om God te kennen en te beminnen, en zich zelven te vergeten en te haten. Het eenvoudig en levendig geloof van eenen mensch, die zonder onderzoek of eenigen twijfel gelooft al wat God wil dat wij gelooven, en die in zijn hart gesteld is om alles te doen hetgeen God wil dat wij doen om zalig te worden, is beter dan alle goddelijke en menschelijke wetenschappen, welke, zonder dit geloof, den geest verhoovaardigen(= hoogmoedig maken), het hart verdorren en voor de zaligheid van eenen christen vruchteloos zijn. Ik verlang naar dat eenvoudige geloof. Regelmatig ervaar ik strijd in mijzelf, omdat het Woord vaak zo tegen mijn vlees ingaat. Mijn vlees stelt graag Yvonne centraal en wil groot zijn en gezien worden! De hoge eisen die ik aan mezelf en het leven stel, daar heeft God niets mee. Het enige wat de HEERE vraagt is dat Christus in mijn leven weerspiegeld wordt... Hij is tenslotte mijn Schepper, Vader en Zaligmaker. Hij heeft het goede met mij voor. Hij heeft mij geschapen voor de eeuwige gelukzaligheid en niet alleen voor deze tijdelijke aardse periode vol met "doornen en distels", die ik mede veroorzaak... Hoe heerlijk zal het in de nimmereindigende eeuwigheid zijn! Met dat ik deze uitdrukking opschrijf, vraag ik me af: 
Hoe komen we aan deze uitdrukking? Nimmereindigende eeuwigheid...
Ik zoek het op in de Bijbel en kan het nergens terugvinden. Toch vind ik het wel een mooie uitdrukking. Het benadrukt het onbegrijpelijke  heerlijke (of angstaanjagende?) uit van de eeuwigheid.


Gebed:
Mijn Zaligmaker! Genees in mij de al te groote begeerte die ik heb van alles te weten; genees mijn onachtzaamheid in het volbrengen van hetgeen ik voor mijne zaligheid moet doen. Gij zult mij niet oordelen in het volbrengen van hetgeen ik geweten heb, maar wel over hetgeen ik gedaan en verzuimd heb te doen om zalig te worden. Het is mij onmogelijk U te leeren kennen en U niet te bewonderen, maar tevens is het mij ook onmogelijk mij zelven wèl te leren kennen, en niet mij zelven te verachten en te haten. O, versmaad en onbekend leven! O leven dat verborgen is in God met Jezus Christus! Welk uitmuntend middel besluit Gij in U zelven om de christenen heilig en zalig te maken! Maar hoe weinig zijt Gij in het christendom gekend en gevolgd! Verleen aan alle stervelingen, o Heer! dat zij dit leven leeren kennen en hoogachten, beminnen en omhelzen. Amen. Ik weet dat God mij niet zal oordelen voor mijn zonden, indien ik in geloof schuil achter Jezus bloed. Maar bid wel, om vrucht van Zijn Geest(Galaten 5 vers 22 tot en met 26) om Hem groot te maken in mijn dagelijkse leven opdat de mensen Christus zullen zien... Want een geloof zonder die vrucht van de Geest? Dat kan toch niet? En eerlijk? Ben ik nu hoogmoedig? Zoals toen ik dertien jaar was en Zijn opvolger wilde zijn?(zie mijn vorige blog) Zonder Zijn Geest zal het mij nooit lukken, maar in Hem zijn alle dingen mogelijk...

Misschien wil jij alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Oók kritische, want ik leer graag! Hoewel ik me steeds meer realiseer, dat het niet gaat om de kennis die ik bezit, maar om de gezindheid in Christus. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.

Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
  1. Hoe gaan jullie om met wetenschap met betrekking tot het geloof? 
  2. Verwachten jullie door de wetenschap gered te worden? Bijvoorbeeld dna-reparatie tegen het ouder worden of zelfs onsterfelijk? Ter voorkoming of genezing van ziekte? Het zoeken naar planeten en het leven daarop? De evolutietheorie? Abortus en euthanasie? Of het leven juist "onnodig" rekken? Meer gewone dingen als vaccinaties en medicijnen... De wetenschappers zijn er druk mee! Feitelijk komt het regelmatig neer op de maakbaarheid van het leven. Zo komt het althans over op mij... Hoe sta jij tegenover deze dingen in de praktijk van het leven? Kan je als christen wetenschap bedrijven? 
  3. Willen jullie ook wijs gevonden worden en aandacht trekken? Hoe eerlijk durf ik te zijn tegen de HEERE, mezelf en de ander? Zie ik eerder de splinter in 't oog van een ander, dan de balk in mijn eigen oog? Worstelen jullie hier ook af en toe(of vaak) mee? 
  4. Christus volgen in geloof, betekent dat je Hem beter wilt leren kennen, gehoorzamen en eren. Jouw geliefde wil je toch ook 'plezieren'? De wereld vindt je dan dwaas. Hoe gaan jullie daarmee om in de praktijk van het leven? Als het navolgen van Christus je wat gaat kosten, zoals jouw relatie met familie, vrienden, werk en soms zelfs medechristenen?
  5. Dwaas zijn we, als we ons niet beijveren God lief te hebben en te beminnen, zoals bij de oefening wordt begonnen. Ik lees 1Korinthe 3 vers 18 en verder en ook het verhaal van de rijke dwaas(Lukas 12 vers 13 tot en met 21) Waar is jouw en mijn verlangen om God meer lief te hebben dan onszelf?
  6. En waar is onze liefde tot onze naaste? Verspreiden we dat dankzij de vrucht van Zijn Geest(Galaten 5 vers 22 tot en met 26)?



maandag 24 oktober 2022

1) Over de navolging van Christus en de versmading van alle ijdelheden der wereld


1. Wie Mij volgt, zegt de Heer, wandelt niet in de duisternis (Johannes 8 vers 12
Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben). Dit zijn woorden van Jezus Christus, waardoor Hij ons aanspoort, Hem in Zijn leven en deugden na te volgen, indien wij waarlijk verlicht willen zijn, en verlost van alle blindheid des harten. Dat dus onze voornaamste zorg zij, het lijden van Jezus Christus te overwegen. 

2. De leer van Christus gaat alle leeringen der heiligen te boven; en wie Zijnen Geest bezat, zou daarin het verborgen manna vinden. (Ik lees in de vertaling van dr. Is. van Dijk*, dat hier verwezen wordt naar Openbaring 2 vers 17 (HSV)) Maar het gebeurt dat velen, die het Evangelie dikwijls hooren, weinig zielsverlangen ondervinden omdat zij den Geest van Christus niet bezitten. Wilt gij de woorden van Christus ten volle verstaan en er smaak in vinden, dan moet gij geheel uw leven aan het Zijne trachten gelijkvormig te maken. Dit is herkenbaar van wat ik in mijn jeugd heb meegekregen. Jezus was mijn voorbeeld van hoe ik leven moest. Ik was dertien jaar toen ik in mijn dagboek schreef nadat ik besefte dat ik iets ergs gedaan had:
En nou ben ik erachter gekomen dat God en Jezus er ook nog zijn. Zij zijn het licht van het leven, als je verdrietig bent en je praat met hun, ondanks dat ze niks terug zeggen, voel je je beter. Je weet dat ze weten dat je van iets spijt hebt en als ze dat weten zullen ze je helpen, als je je fout inziet. Net zoals ik, ik geef nooit toe dat ik ongelijk heb. Maar nou ik weet dat God en Jezus leven in je geest  en je helpen, wie je ook bent en wat je ook bent, als je je fout maar hebt ingezien! Nou ik dat weet wil ik mensen helpen, bekennen dat ik ongelijk heb en als  ik in moeilijkheden zit. Maar God wilt u dan zorgen dat ik daar de kracht voor krijg? Ik wil als Jezus worden, een opvolger van Hem. Mens die weet wat hij moet doen als hij in moeilijkheden zit: bidden tot God en Jezus. God en Jezus weten wanneer iemand dood moet gaan of leuke tijd moet hebben, bid tot God dat Hij alles goed doet en vraag of Hij de oplossing in jouw handen legt. Ik heb ook gevoel en dat wil ik laten uiten, aan alle mensen! Soms voel ik me schuldig dat ik rijk ben en de mensen in de arme landen arm, maar nou weet ik dat God en Jezus het goed doen, en ik wil ze erbij helpen. God en Jezus, zeg maar wat ik moet doen!!!  

Nu ik dit bovenstaande lees, heb ik daar wel mijn bedenkingen bij. Tjonge..., wat was ik toen hoogmoedig! Jezus' opvolger willen zijn. En hoe erg ben ik daarna opnieuw de "mist" ingegaan... Ik ging weinig met mijn ouders mee naar de kerk, omdat competitiewedstrijden van de badminton belangrijker waren dan de heilige mis. Op welke manier kon ik Jezus volgen, wanneer ik niets van Hem leerde en tevens de Bijbel niet las? Toch zie ik het als een rijkdom, dat ik mijn erge zonde op deze wijze mocht ervaren en ten dele verwerken. Gods Geest had en heeft echter nog veel werk aan mij te doen. En via de godsdienstlessen op school, bleef Hij aan mij trekken. Tevens door het ontmoeten van de man, waarmee ik, na een korte verkeringstijd, op 22-jarige leeftijd in het huwelijk trad.

3. Wat zal het u baten dat gij over de Drievuldigheid diepzinnig kunt redetwisten, indien u de ootmoedigheid(= nederigheid) ontbreekt, en als gij aldus aan de Drievuldigheid mishaagt? Voorwaar, diepzinnige woorden maken den mensch niet heilig en rechtvaardig; maar een deugdzaam leven maakt hem aan God behaaglijk.
 Bedoelt Thomas a Kempis hiermee dat de mens door een deugdzaam leven heilig wordt? Dat is direct een gedachte die bij mij opkomt. Mede gevoed door mijn huidige reformatorische wortels en een briefje. Dit betreffende briefje was in geloof geschreven door mijn moeder, vol van liefde voor God en haar van Hem ontvangen kinderen. Mijn vader vond het na het overlijden van mijn introverte moeder(13 oktober 2002). Daarom is het  mij zo dierbaar en waardevol dat ik het nog steeds, twintig jaar later, veilig opgeborgen heb: 

Mocht ik er plotseling niet meer zijn! Lieve kinderen: Jullie zijn mijn alles geweest en heb van ierdereen evenvéél gehouden. Wel met voor ieder van jullie 'n heel apart plekje in mijn hart. Ik hoop dat jullie ieder voor zich ook 'n apart plekje zullen bewaren in jullie, met ook jullie eigen herinneringen!!

Bij ieder van jullie zal dit verschillend zijn! Gelukkig maar!! Moeder was lang niet volmaakt, maar wel heb ik geprobeerd van mijn leven voor jullie te maken wat in mijn vermogen lag. En als ik dan bij O.L.Heer(= Onze Lieve) ben zal ik volmaakt gelukkig zijn, dus geen traan om mij hoor! Ik weet niet hoe het daarboven is en gaat, maar als het enigszins kan, laat ik jullie natuurlijk nooit los. Ik blijf jullie volgen!! Reken maar!!

Lieverds al is het ons niet gelukt, jullie tot Kerkse en gelovige mensen op te voeden. Jullie zijn allemaal gelukkig, eerlijke, lieve, goede mensen geworden en daar ben ik trots op en ik ben er zeker van dat O.L.H. jullie met open armen t.z.t. zal ontvangen.


Ik heb liever vermorzeling des harten te gevoelen, dan er de bepaling van te kennen.(m.a.w. de juiste omschrijving ervan kennen) Al wist gij geheel de Schriftuur van buiten, en al de spreuken der wijsgeeren, wat zou u dit alles baten, zonder de liefde Gods en Zijne genade? 

IJdelheid en ijdelheden, en alles is ijdelheid,(Eccl./Prediker 1 vers 2 (HSV)), behalve God te beminnen, en Hem alleen te dienen. Door de verachting der wereld naar het rijk der hemelen streven, daarin bestaat de verhevenste wijsheid. 

Dat herken ik wel in mijn bovenstaande verhaal van toen ik dertien jaar was. Alhoewel ik het zelf niet in de gaten had, was Gods Geest aan het werk. Drie vragen borrelen op:
a) Heb ik liever deze worsteling met mijn zonden, omdat ik God liefheb?
b) Of leer ik Zijn Woord uit mijn hoofd om Hem verstandelijk te volgen? Zoals ik vooral deed in de tijd, dat ik naar de kerk ging bij de gereformeerde gemeente in Nederland? En mezelf regelmatig afvroeg: Voel ik me wel slecht genoeg? En anders: Doe en ben ik wel goed genoeg?
c) Of lees ik Zijn Woord om Hem in liefde te volgen? En deze laatste vraag heeft veel overeenkomsten met de eerste. Wil ik de strijd aangaan om Zijn Woord te aanvaarden en gehoorzaam te zijn? Voel ik liever de vermorzeling van mijn hart, zodat ik de onmetelijke liefde van God en Zijn genade zie en zal ervaren? 

4. Het is dus ijdelheid, vergankelijke rijkdommen te zoeken, en zijne hoop daarin te stellen. Het is ook ijdelheid, eere-ambten na te jagen, en tot een hoogen staat zich te verheffen. Het is ijdelheid, de lusten van het vleesch in te volgen, en datgene te verlangen, waarvoor men naderhand streng zal moeten gestraft worden. Het is ijdelheid een lang leven te wenschen, en weinig bezorgd te zijn om wèl te leven. Het is ijdelheid, slechts te denken op het tegenwoordig leven, en niet te voorzien wat nog volgen moet. Het is ijdelheid, datgene, hetwelk zoo haastig voorbijgaat, te beminnen, en niet daarhenen te snellen waar een eeuwige blijdschap woont. Ik was ontzettend druk bezig in de badminton om op een hoog niveau te komen. En ook de school nam ik zéér serieus. Tevens wilde ik dat iedereen mij aardig, wijs en verstandig vond. Kort gezegd, wilde ik door iedereen geweldig gevonden worden en erkend worden in mijn zijn.
dHoe is dat nu? Leeft dit nog steeds in mij? Vraag ik me af.

5. Maak u dikwijls deze spreuk indachtig:
Het oog wordt niet verzadigd van hetgeen het ziet, en het oor niet bevredigd van hetgeen het hoort.(Eccl./Prediker 1 vers 8(HSV)). Arbeid dan om uw hart los te rukken van de liefde der zichtbare dingen, en u tot de onzichtbare te keeren; want die hunne zinnelijkheid volgen, besmetten hun geweten, en verliezen de genade van God. Dat verlangen naar erkenning en mijn 'carrière' in de badminton liepen op niets uit. Hoe hard ik ook mijn best deed en de prestaties lang niet slecht waren. Mijn schoolresultaten waren zeer goed voor mijn niveau, maar in mijn ogen nooit goed genoeg. Zelfs niet toen ik mijn M.A.V.O.-diploma behaalde met de beste cijfers van alle examenleerlingen tezamen. Nee, van al die aardse rijkdom en/of status werd ik niet gelukkig. Desondanks bleef ik vasthoudend doorgaan. Perfectie was mijn streven. Mijn familie noemde mij niet voor niets een "doorzetter"... Het bevredigde èn bevredigt nog steeds niet. De godsdienstlessen van zuster Margriet(een non die ons les gaf op de rooms-katholieke M.A.V.O.) volgde ik graag. Mijn klasgenoten vonden het een "pret"les. Zoals tekenen of lichamelijke oefening. Ik verdiepte me erin, want ik voelde mij leeg... Wat had God mij te zeggen? Wie was God? Mijn vader vertelde eens dat de zuster mijn actieve meedoen in de les en de antwoorden die ik daarbij gaf, prachtig vond. Maar..., zo constateerde zij, daardoor plaatste ik me wel buiten de klas. Ik was me daar niet van bewust, te druk met mezelf bezig... Hoe is dat nu?

Oefening:
Om Jezus Christus volmaakt te eeren, en om door de eer welke men Hem bewijst, zich van de plichten van waren christen te kwijten, moet men zich toeleggen om Hem te kennen, Hem te beminnen en Hem te volgen; zulks is volstrekt noodzakelijk voor alle christenen, die trachten zalig te worden, aangezien zij alleen door de kennis, door de liefde en door de navolging van Jezus Christus christenen zijn.
En dan proef ik hier weer die goede werken waardoor wij zalig zouden worden... Er staat echter wel als éérste, dat wij kennis moeten hebben van het zaligmakende werk van Jezus Christus. Daaruit vloeit de liefde voor Hem. En volgt daar niet op dat we Jezus Christus gehoorzaam willen zijn? Mits we in de kennis in Hem en Zijn liefde blijven staan, zullen we dat doen. Toch? Want daarmee verkondigen wij Christus aan diegenen die nog niet geloven... De gevaarlijkste aller ijdelheden is aan den Zaligmaker te willen behagen door een verhevene kennis van Zijne Godheid te bezitten, zonder zich er toe te leggen om Zijne voorbeelden te volgen, en te leven gelijk Hij geleefd heeft. Mijn ervaring is inderdaad, dat ik heel veel kennis kan bezitten, maar als ik die kennis door Zijn Geest niet in "hart"elijke liefde(!) aanvaard? Dan zal ik Hem ook niet navolgen in Zijn liefderijke daden... Ik kan nog zo hard werken om te doen wat God wil, maar als ik de liefde niet heb, dan is het niets waard... Mijn gedachten gaan naar 1Korinthe 13 met als titel: "De uitnemendheid van de liefde".




Gebed:
Mijn Jezus! Wat zal het mij baten, de grootheid van Uwen Persoon en de verhevenheid van Uwe mysteriën te onderzoeken en te kennen, wanneer ik niet alles aanwend om mij er de verdiensten en de vrucht van toe te voegen, met Uwe geboden te onderhouden en Uwe deugden na te volgen, aangezien ik, om te kunnen zalig worden, moet weten en doen hetgeen Gij geleerd en gedaan hebt, dat is te zeggen: mijnen godsdienst kennen en uitoefenen? Dit is de genade die ik verzoek, o mijn Zaligmaker, en welke ik hoop dat Gij mij zult verleenen. Amen. Alhoewel Gods Heilige Geest niet letterlijk in dit gebed genoemd wordt, hoor ik de roep van de bidder om de werking van Gods Heilige Geest in zijn hart. Want is dat niet de genade waar hij om bidt? Genade van zijn Zaligmaker om goede werken te doen in Zijn kracht? Als ik de laatste zin zo lees? Voelt de bidder zich afhankelijk van de Zaligmaker om Gods geboden te onderhouden en Zijn deugden na te volgen... De bidder verwacht het niet van zichzelf, maar van Jezus. Gráág bid ik dit mee!

Voorin, in dit boekje staat de Heere Jezus, afgebeeld met het plaatje hiernaast. Mijn roomse wortels hebben er geen moeite mee, Jezus als mens af te beelden. Het maakt Zijn lijden enigszins reëel voor mij... Zijn Godheid is mijns inziens onmogelijk af te beelden. Daar is Hij veel te groot en heerlijk voor. Ik zou Hem met een afbeelding ALTIJD tekort doen. Bovendien heeft de HEERE dit in Zijn Woord verboden. Naast het feit dat Hij aan het kruis gehangen heeft, is daar die rijke boodschap dat Christus van het kruis is afgehaald. In het graf is neergelegd. Het kruis is leeg! Jezus is voor ons nedergedaald ter helle door Zijn sterven. Maar Hij is wederom opgestaan! Naar de hemel gegaan om voor ons bij Zijn Vader te bidden. Om straks terug te komen op aarde, om ons te oordelen, de levenden en de doden. De vraag is of wij bereid zijn...

Herken jij de worstelingen met jouw zonden, omdat jij Jezus liefhebt en Zijn Heilige Geest ontvangen hebt? Zonder het geloof in Zijn bloedverzoenend sterven voor onze zonden, zullen wij niet leven! Maar door de kennis van Zijn Woord, waaruit wij mogen geloven in Zijn offer aan het kruis volbracht, zullen wij voor eeuwig volmaakt gelukkig zijn bij "Onze Lieve Heer". Voor mij een vertrouwde Naam voor onze HEERE en Zaligmaker. Want zo noemden mijn ouders Hem in hun dagelijkse leven. Het voelt vertrouwd en dichtbij aan mijn hart...

Misschien wil jij alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Oók kritische, want ik leer graag! Hoewel ik me steeds meer realiseer, dat het niet gaat om de kennis die ik bezit, maar om de gezindheid in Christus. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.

Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:

a) Heb jij liever de worsteling met jouw zonden, omdat je God liefhebt?
b) Of leer je Zijn Woord uit jouw hoofd om Hem verstandelijk te volgen? Zoals ik vooral deed in de tijd, dat ik naar de kerk ging bij de gereformeerde gemeente in Nederland? En mezelf regelmatig afvroeg: Voel ik me wel slecht genoeg? En anders: Doe en ben ik wel goed genoeg?
c) Of lees je Zijn Woord om Hem in liefde te volgen? En deze laatste vraag heeft veel overeenkomsten met de eerste. Wil je de strijd aangaan om Zijn Woord te aanvaarden en gehoorzaam te zijn? Voel je liever de vermorzeling van jouw hart, zodat je de onmetelijke liefde van God en Zijn genade ziet en zult ervaren?
d) Heb jij ook een periode in jouw leven gehad, dat jouw verlangen lag in de goedkeuring van de mensen om je heen? Carrière? Status? Méér dan het verlangen Christus te kennen en Hem te volgen? Hoe is dat nu?  




 * Een bijgevoegde link naar de vertaling van dr. Is. van Dijk en zijn levensbeschrijving kan je vinden naast deze post in de lijst met links.

Volgende hoofdstuk

12) Hoe voordeelig de tegenspoed is.

1. Het is goed voor ons, dat wij somtijds wat bezwaren en tegenspoed hebben, omdat deze dikwijls den mensch tot zijn hart terugroepen, daar ...

Meest gelezen