Thomas a Kempis (eigenlijk: Thomas van Kempen/Thomas Hemerken)

maandag 22 januari 2024

8) Over het vermijden van al te groote gemeenzaamheid


1. Open uw hart niet aan iedereen(Eccl. 8),
maar bespreek uwe belangen met iemand die wijs is en God vreest. 
Hier haalt Thomas het apocriefe boek Ecclesiasticus aan. Anders genaamd Jezus Sirach, of de wijsheid van Jezus, de zoon van Sirach. Hoeveel wijze raad staat er in eccl.8
Door de combinatie van moraal en geschiedenis werd het boek door de vroeg-christelijke Kerk veel gebruikt als leerboek (Liber Ecclesiasticus betekent kerkboek). Meer kan je hierover lezen onder deze link. Dr. Is. van Dijk, laat dit liggen. Waarom weet ik niet zeker. Mijn vermoeden is, omdat het geen canoniek boek is maar een deutercanoniek of apocrief(=verborgen) boek. Dat houdt in dat wij, prostestanten/reformatorischen dit boek niet als gezaghebbend beschouwen en dus niet toevoegden aan de Bijbel, waardoor de Statenvertaling is ontstaan. De Roomsen hebben dit boek, in tweede instantie wel toegevoegd. Meer kan je hierover lezen op theologie.net met hun uitleg over deze boeken.

Wanneer ik naar het advies kijk van Thomas, dan zegt mijn verstand dat dit inderdaad een wijs advies is, te luisteren naar iemand die gelooft dat wij geschapen zijn door onze HEERE en zalig zijn door Zijn Zoon, Jezus Christus. Een persoon die thuis is in Gods Woord. Woorden van Hem spreekt en deze ook doet in zijn dagelijkse leven! 

 Wees zelden met jonge en vreemde menschen. Vlei de rijken niet, en zoek niet om onder hooggeplaatsten te verkeeren.
Komt hieruit veel verleiding voort? Zit het niet in de mens, om rijk te willen zijn? En het verlangen dat mensen naar je op kijken? Hoe belangrijk voel ik mezelf, wanneer ik met mensen omga die bekend staan? Met hèn word ik gezien! Kan ik met de eer van een ander óf mezelf tot de HEERE komen? Nee toch zeker? Enkel door Jezus Christus en Zijn Woord van vergeving voor mij. Stel ik op Hem mijn vertrouwen? Of op mijn kennis, rijkdom, wijsheid en eer/aanzien?   
 Verkeer met ootmoedigen en met eenvoudigen, met personen, die godvruchtig en goed van zeden zijn, en spreek liefst over stichtende dingen. 
Mijn omgang met ootmoedige/nederige en eenvoudige mensen, die zich willen voegen naar Gods geboden en dat motiveren of stimuleren bij de mensen om hen
heen... Hoe geweldig is dat!? De wetenschap dat de HEERE Zijn geboden niet voor niets gegeven heeft! Hij heeft ze gegeven, omdat deze goed zijn voor Zijn schepselen. Ook voor mij dus! Daarmee eren wij onze Schepper, omdat wij doen waarvoor Hij ons gemaakt heeft. Bovendien geeft het ons rust in onze ziel... Ik denk met regelmaat aan al mijn gesproken woorden, of woorden die voortvloeien uit mijn toetsenbord. Het brengt soms onrust. Waarom zou je zeggen? Ik ben toch met het goede bezig te onderzoeken? Maar Wie staat er centraal in mijn mooi geschreven of uitgesproken volzinnen? Zijn deze woorden gedreven door Zijn Geest en liefde voor mijn Schepper en Zaligmaker? Misschien nog beter gezegd: Gedreven door Zijn liefde voor mij? Want wanneer ze geschreven is, óm te schrijven in plaats van de eer van de HEERE te zoeken, 
is het allemaal dood! Hoe heerlijk is het leven, eenvoudig en met rust, luisterend naar wat de HEERE mij te zeggen heeft... Want waar komt mijn wijsheid vandaan? Toch niet van mezelf? Enkel van het Woord! En dát uit te mogen delen? Ik doe het graag ter overdenking, door erover te schrijven. Een kennisje van mij deelt het meer uit door het Evangelie te delen door haar daden! Soms wens ik weleens dat ik meer van haar had... Haar eenvoud, in plaats van ál mijn 'moeilijke' gedachten en schrijfsels... Het gaat als een refrein door mijn hoofd: Denk aan de eer van de HEER, maak jezelf niet groter en vromer dan je bent, Yvonne. Je bent maar een gewoon mens. Streef niet naar perfektionisme, maar naar oprechtheid!  

 
Wees niet gemeenzaam met eenige vrouw; maar beveel in 't algemeen alle deugdzame vrouwen Gode aan. 

Ik moest de betekenis van het woordje gemeenzaam opzoeken. Bij gemeenzaamheid, staat ook intimiteit. Dit doet me vooral denken aan spreuken 31, waarin de moeder van koning Lemuel, hem waarschuwt zijn krachten niet te verspillen aan vrouwen die hem ten gronde richten. M.a.w. niet eenige of willekeurige vrouw. Zij adviseert hem een deugdzame vrouw aan te kleven. Spreuken 31:10 Wie zal een deugdelijke vrouw vinden? Haar waarde gaat die van robijnen ver te boven. In hoeverre ben ik zo'n deugdzame vrouw? Zoek ik de zaligheid en eer van mijn man? Breng ik hem bij Christus? En stimuleer ik hem Jezus te volgen in ons dagelijkse leven? En ook onze kinderen en kleinkinderen? En in mijn omgeving? Ruiken de mensen de liefelijke geur van Christus? Zulke dure woorden... Ik sluit mijn ogen en besef voor de zoveelste keer opnieuw:
Dit vraagt elke dag weer een bewuste keuze, gewerkt door Zijn Heilige Geest. De keuze om mezelf te verloochenen en telkens voor Hem te kiezen en Hem te volgen.   
 Zoek geen andere gemeenschap dan met God en met Zijne Engelen, en vermijd de kennismaking der menschen.
Ik lees hier Engelen. Ga ervan uit, dat hiermee Gods dienaren bedoelt worden, zoals in Openbaring 1:20 Het geheimenis van de zeven sterren die u in Mijn rechterhand hebt gezien, en van de zeven gouden kandelaren is: de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren die u hebt gezien, zijn de zeven gemeenten. En dat Thomas hier met menschen bedoelt, die mensen die de HEERE niet geloven op Zijn Woord en Hem niet willen volgen. Want..., zoals in bovenstaande, zij zijn hetzelfde als niet deugdzame vrouwen en leiden ons tot vernietiging. Maar misschien interpreteer ik het wel verkeerd? Hoe denken jullie daarover?

 2. Liefde moet men jegens alle menschen hebben, maar gemeenzaamheid is niet geraadzaam. 
Doordat ik de betekenis van gemeenzaamheid nu weet, wordt deze zin begrijpelijker voor mij. Ik mag , ja moet zelfs(!), 
liefde voor alle mensen hebben. Maar gemeenzaamheid, met andere woorden intimiteit, dát is wat anders! Mijn liefde tot mijn naaste dringt mij om hen tot Christus te brengen. Wanneer ik echter intimiteit bedrijf met mensen die niet Jezus navolgen, brengen zij mij van het smalle pad. Intimiteit betekent namelijk niet altijd lichamelijke intimiteit. Het kan ook geestelijke intimiteit zijn. Wanneer ik mijn aardse en/of psychische/geestelijke zorgen bij zo'n iemand neerleg, zullen zij mij andere adviezen geven dan een navolger van Christus. Welke weg kies ik? M.a.w.: liefde tot de mensen moeten we hebben. Dat zegt de HEERE ook in Zijn Woord.
Mattheüs 5:44 Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; 45. zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 46. Want als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor loon hebt u dan? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? 47. En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo? 48. Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is. Zo mogen we het Evangelie brengen tot alle mensen. Paulus bracht ook het Evangelie aan de heidenen/mensen. Hij had hen lief en wilde hen tot Christus brengen. (Zie handelingen 13 vers 48 tot en met 52)Toen hij echter samen met Barnabas door de mensen vervolgd werd, schudde zij het stof van hun voeten en vertrokken naar elders. Hiervan denk ik te leren, dat wanneer mijn omgang met mensen/heidenen zó intiem wordt, dat het gevaarlijk wordt voor mijn geloof en navolging van Christus? Dan zal ik hen moeten verlaten of loslaten...  
 Somtijds gebeurt het, dat een onbekende persoon, door zijn goeden naam, glinstert, maar van nabij gezien verliest hij al zijnen glans.
Hoe herkenbaar is dit! Ik heb in de praktijk van het leven weleens verzucht, dat ik die persoon liever niet
beter had leren kennen. Hij/zij viel van zijn troon...
 Wij meenen somtijds dat wij aan anderen behagen door gedurigen omgang; veeleer beginnen zij hun te mishagen door de gebreken, die zij in ons bespeuren.
En dit is voor mij ook zó herkenbaar! We gingen intensief met elkaar om, maar mijn gebreken gingen in de weg staan. Ik wuifde het weg met de verschillende gedachten:
We zijn uit elkaar gegroeid en we wonen te ver uit elkaar. 
Wat Thomas hier schrijft vind ik ook een beetje eng. Een poosje geleden maakte ik de keuze, niet al te intensief met andere mensen om te gaan. Dit om te voorkomen dat ik hen té goed leerde kennen, waardoor ik teleurgesteld raak. En ik tegen mijn eigen tekortkomingen aanloop. En tevens niet tegen de gebreken aanloop van de ander. Maar ontlopen we juist niet daardoor leermomenten? Ik weet wij zijn Jezus niet, maar moeten we niet juist leren vergevingsgezind en verdraagzaam te zijn? En zelf nederig te zijn? En nog het allerbelangrijkste?
Niemand anders(of mezelf) op de troon zetten behalve Jezus! 
 
Oefening: 
Vermijd de wereldsche gezelschappen, de onneigingen des harten, die door de liefde Gods noch geregeld, noch bestierd worden; want dit alles verstrooit eene ziel, trekt haar van God af, beneemt haar de godsvrucht en den inwendigen geest, die zoo noodzakeleijk is ter zaligheid; werpt haar in gevaarlijke gelegenheden van zonde en brengt haar allengskens in de ongeregeldheid. Dat uwe vrienden uitschijnen door de godsvrucht, en dat wij een geregeld, een onberispelijk leven leiden, opdat hun voorbeeld u tot de deugd aanmoedige en u van de ondeugd verwijdere. Gelukkig de christen, die zich niet ophoudt dan met Jezus Christus, die zijne plichten en zijne zaligheid behartigt en die, niet dan uit God levende, hier in den tijd begint te verrichten, hetgeen hij in de eeuwigheid zal vervorderen.
Ik hoef aan deze oefening niets toe te voegen. Het is voor mij helder. Behalve het laatste woordje: Vervorderen. Een ouderwets woord voor: Voortzetten. Wat zal dát heerlijk zijn, wanneer ik de HEERE volmaakt zal kunnen dienen en eren, zoals Hij dat verdient!!!


Gebed:
Geef, o mijn Jezus! Dat ik U meer beminne dan mijne ouders, meer dan mijne vrienden, meer dan mij zelven; dat ik doe wat mogelijk is on U te kennen, om U te beminnen, om U na te volgen; opdat, wij aan U gewennende en mij naar U schikkende, ik geen gevaar loope, gelijk zoovele christenen, na mijnen dood voor een onbekenden God te verschijnen, welke ik nooit zou bemind hebben; want indien ik U in den tijd niet bemin, is het te vreezen dat ik U in de eeuwigheid niet beminnen zal; integendeel, indien ik nu alles aanwend om U te beminnen, mag ik hopen dat ik U altijd zal beminnen. O beminnelijke God! O minnende God! O God, die alle liefde waardig zijt! Geef dat ik U beminne, en dat ik U als God beminne, dat is met eene liefde, waarvoor alles, wat in mij is, wijke! Amen.

Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
  1. In hoeverre heb jij iemand om je heen die wijs is en God vreest? Een echtgenoot of echtgenote? Of iemand uit je kerkelijke gemeente?
  2. Welke rol speelt carrière in welke zin dan ook in jouw en mijn leven? De glans van status, wijsheid of rijkdom? In hoeverre laten we ons hierdoor wegleiden van het eenvoudige leven in navolging van Christus?
  3. Zijn wij met onze 'eenvoudige' leven in daad en woord een evangelist? Heel bewust zet ik daad vooraan. Want hoe gemakkelijk zijn mooie woorden uitgesproken, waar geen daden opvolgen... Denk hierbij aan spreuken 31, waarbij je niet alles letterlijk over hoeft te nemen naar deze tijd, denk ik. Maar wel de Geest Die hieruit spreekt! Hoe denk jij hierover?
  4. Hoe ga jij om, met mensen die niet gelovig zijn? In onze tijd ontkomen we er niet aan. Onze buren, op ons werk of op school. Overal komen we hen in onze leefomgeving tegen. Zelfs in onze eigen families of gezinnen. 
  5. Toen ik jonger was, had ik de neiging anderen op een voetstuk te zetten. Helaas werd ik op den duur eigenlijk altijd teleurgesteld. Mensen om heen zeiden: 'Je moet meer zelfvertrouwen hebben'. Maar helaas val ik mezelf ook regelmatig tegen en vond ik dus geen 'verstandig' advies, want juist dít leert mij met vallen en opstaan, wat in psalm 146 geschreven staat:
    Psalm 146:3 Vertrouw niet op edelen, op het mensenkind, bij wie geen heil is. 4. Zijn geest gaat uit hem weg, hij keert terug tot zijn aardbodem; op die dag vergaan zijn plannen. 5. Welzalig is hij die de God van Jakob tot zijn hulp heeft,die zijn verwachting stelt op de HEERE, zijn God,
    Dit betreft het menselijke gedeelte. Maar daarna komt de lof op de HEERE:
    Psalm 146:6 Die hemel en aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is; Die voor eeuwig de trouw bewaart, 7. Die de onderdrukten recht doet, Die de hongerigen brood geeft. De HEERE maakt de gevangenen los, 8. de HEERE opent de ogen van de blinden. De HEERE richt de gebogenen op, de HEERE heeft de rechtvaardigen lief. 9. De HEERE bewaart de vreemdelingen, Hij houdt wees en weduwe staande,maar de weg van de goddelozen maakt Hij krom. 10. De HEERE zal voor eeuwig regeren; uw God, Sion, is van generatie op generatie. Halleluja!
    Luister en/of zing je mee:


dinsdag 21 november 2023

7) Over het vluchten der ijdele hoop en der verwaandheid

Hoe langer ik bezig ben dit boekje te lezen, hoe meer ik mezelf de vraag durf te stellen:

'Is er óóit iemand op de aarde geweest die Gods Woord perfect kon begrijpen en uitleggen?'

En hoe denk ik te weten hoe Thomas dit boekje precies heeft bedoeld? Dat betreft ook dit boekje en de vertaling hiervan vanuit de Rooms Katholieke kerk en de vertaling van dr. Is. van Dijk. Zullen wij mensen in dit aardse leven Gods Woord werkelijk perfect kunnen uitleggen?

Er was er Eén Die dat kon. Hij is zelfs het Woord... Namelijk: De Heere Jezus!

En wij 'gewone' mensen dan? En ik? Ik mag Hem steeds meer en beter leren kennen door het lezen en bestuderen van Zijn Woord. Dat alles heeft echter geen waarde, wanneer Zijn Heilige Geest daar niet in meekomt... En hoe geweldig is het om te mogen leren van iemand als
Thomas a Kempis, die zoveel heeft geleerd uit Gods Woord, door Geestelijk onderzoek daarvan. En wij mogen daar de vruchten van plukken, maar wel in de wetenschap dat hij een mens is en geen God... Daarmee kom ik bij hoofdstuk 7 van dit boekje.

1. Hij is ijdel, die zijne hoop stelt op menschen of op schepselen.
 Schaam u niet anderen te dienen, ter liefde van Jezus Christus, en in deze wereld voor arm aanzien te worden.
 Steun niet op u zelven, maar vestig uwe hoop op God. 
 Doe wat gij kunt, en God zal uw goeden wil bijstaan.
 Stel geen betrouwen op uwe wetenschap,  noch op het vernuft van eenigen mensch, maar liever op de genade Gods, die de ootmoedigen helpt, en de hovaardigen vernedert. 

In 1 Korinthe 3 waarschuwt Paulus de gemeente van Korinthe voor hetzelfde waar Thomas a Kempis ons waarschuwt. 
1 Korinthe 3:4 Want als iemand zegt: Ik ben van Paulus, en een ander: Ik van Apollos(Thomas a Kempis?), bent u dan niet vleselijk? en: 
1 Korinthe 3:9 Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú.
14. Als iemands werk dat hij op het fundament gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen.
15. Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen.
16. Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?
17. Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u.
18. Laat niemand zichzelf bedriegen. Als iemand onder u denkt dat hij wijs is in deze wereld, laat hij dwaas worden, opdat hij wijs zal worden.
19. Want de wijsheid van deze wereld is dwaasheid bij God, want er staat geschreven: Hij vangt de wijzen in hun sluwheid.
20. En opnieuw: De Heere kent de overwegingen van de wijzen, dat zij zinloos zijn.
21. Laat daarom niemand roemen in mensen, want alles is van u:

22. hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Kefas, hetzij de wereld, hetzij het leven, hetzij de dood, hetzij tegenwoordige dingen, hetzij toekomstige dingen, alles is van u.
23. U echter bent van Christus en Christus is van God.


In de vorige hoofdstukken is dit uitgebreid behandeld. Thomas besteed hier duidelijk veel aandacht aan. Blijkbaar is dat nodig. Mezelf kennende in ieder geval wel. En wanneer ik kijk naar hoe het volk van God(de Israëlieten) in het oude Testament zich gedragen heeft, ben ik daarin niet alleen. Mozes waarschuwt en stimuleert het volk Gods geboden in te prenten en ze in acht te nemen...(Deuteronomium 6) Heeft Hij hen niet uit Egypte geleid? En hen naar het beloofde land de weg gewezen om hen dat te geven? De HEERE komt alle eer toe! En telkens weer, wanneer het volk zondigt en zij met berouw tot Hem komen, vergeeft Hij hen en gaat Hij met hen verder. Weet je 't nog? Mozes heeft zo heftig gepleit voor het volk toen zij het gouden kalf hadden aanbeden.(Vanaf exodus 32) Op die smeebede en het berouw dat het volk liet zien ging de HEERE opnieuw met hen mee... Hoe geduldig was God! Steeds opnieuw was het nodig vergeving te schenken aan een ongehoorzaam volk...

Zo ook mij. En jou?

Hij heeft ons het eeuwig leven belooft en gegeven door het vergoten bloed van Zijn Zoon. Johannes 17 vers 3: En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christuts, die U gezonden hebt. Wij zijn op weg naar het eeuwig zalig leven bij Hem, waar geen zonden meer zullen zijn... En telkens weer heb ik op deze weg Zijn vergeving nodig. Die Hij, onbegrijpelijk wonder, oneindig herhaaldelijk schenkt! Zal ik dan Zijn Woord niet willen inprenten en doen!? Mattheüs 18 vers 21 en 22.
21 Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?
22. Jezus zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal.

In dit Bijbelgedeelte wordt gerefereerd naar:

Kolossenzen 3:13 Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen.

Enkel Christus schenkt volledige vreugde. Hij zorgt ervoor dat wij komen tot het doel, waarvoor Zijn Vader ons geschapen heeft!


2.
Roem niet op rijkdommen, als gij er bezit, noch op vrienden, omdat zij machtig zijn(Jeremia 9 vers 23 en 24); maar op God, Die alles geeft, en, boven alles, nog zich zelven wenscht te geven.
 
Verhef u niet op een rijzig en welgevormd lichaam, dat door een geringe krankte geschonden en misvormd wordt. 
 Schep geen zelfbehagen in uwe behendigheid of verstand, uit vrees van God te mischagen, aan wien alle goed, dat gij van nature bezit, toebehoort.

Waarom zou ik hier zelf iets aan toevoegen? Behalve nog enkele teksten vanuit Gods Woord? God heeft ons geschapen. Dan mag Hij vragen te doen wat Hij wil dat wij doen zullen... Dat geeft onze Schepper vreugde!

Jeremia 9:23 Zo zegt de HEERE: Laat een wijze zich niet beroemen op zijn wijsheid, laat de held zich niet beroemen op zijn sterkte, laat een rijke zich niet beroemen op zijn rijkdom.
24. Maar laat wie zich beroemt, zich daarop beroemen dat hij begrijpt en Mij kent dat Ik de HEERE ben, Die goedertierenheid bewijs, recht en gerechtigheid op de aarde doe, want in die dingen vind Ik vreugde, spreekt de HEERE.
1 Korinthe 1:31 opdat het zal zijn zoals geschreven staat: Wie roemt, laat hij roemen in de Heere. 
Spreuken 27:2 Laat een vreemde u prijzen en niet uw eigen mond, een onbekende en niet uw eigen lippen.
2 Korinthe 10:17 Maar wie roemt, laat hij roemen in de Heere.

Heeft de HEERE ons hier niet voor geschapen? Weet Hij niet wat het beste voor ons is? Mijn eigen gevoelens en behoeften najagen geeft geen voldoening en blijdschap. Soms, tijdelijk... Maar het is nóóit genoeg. Hoe anders is dat, wanneer ik in Christus ben. Dan worden ál mijn verlangens vervuld. 


3. Acht u niet beter dan een ander om somtijds niet voor erger aangezien te worden door God, Die weet wat er in den mensch is.
 Verhef u niet om uwe goede werken, want de oordelen Gods verschillen van die der menschen: Wat aan dezen behaagt, mishaagt Hem dikwijls. 
 Indien gij iets goeds bezit, denk dat er in de anderen nog iets beters is, opdat gij de ootmoedigheid moogt bewaren.
 Het deert u niet, zoo gij u onder alle anderen stelt; maar daar is de groote schade bij , zoo gij u slechts boven éénen stelt.
 Eeuwige vrede huist bij de ootmoedige: maar in het hart van de hoovaardige is meestal nijd en spijt.
Filippenzen 2:3 Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.
Romeinen 12:10 Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.
1 Petrus 5:5 Evenzo, jongeren, wees aan de ouderen onderdanig; en wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.


Oefening:
Steun niet dan op Hem die niet kan ontroerd worden, te weten: op God, op Wien men alleen moet rekenen; want niets is er zwakker, onzekerder en onstandvastiger dan de mensch, die niets dan bedrog, arglist en leugentaal voor zich heeft. Verwacht dus alles van God, en niets van u zelven noch van anderen. Wil u noch over uw goede werken, noch over uwe bekwaamheid verheffen, maar geef in alles en voor alles de eer aan God, aan Wien ze alleen toekomt.

Gebed:
Heer! Dewijl Gij alleen hen haat en versmaadt, die door een in
wendig behagen over zich zelven in uwe tegenwoordigheid zich durven verheffen; en dat Gij dezulken eert en bemint, die zich niet dan het kwaad toeschrijven, en het goed dat zij doen, aan U toeëigenen: geef ons die inwendige ootmoedigheid des harten, die ons tot U doet naderen en Uwe liefde doet bekomen; genees in ons dien hoogmoed en die ijdelheid van een opgeblazen en hoovaardigen geest, die ons van U verwijdert en Uwen haat doet inloopen, en geef ons een ootmoedig, onderworpen en leerzaam hart om Uw heiligen wil te kennen, waarmede wij Uwe barmhartigheid zullen verwerven. Amen
Deze onderstaande voorbede van Paulus, om bevestiging in het geloof, vind ik zo prachtig en ook heel toepasselijk op het bovenstaande gebed. Het haalt de mens ertussenuit en zet de HEERE centraal en niet onbelangrijk: Wij mogen Zijn getuigen zijn door onze handel en wandel in afhankelijkheid van Hem.
Kolossenzen 1:
9 Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht,
10. zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God,
11. terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen.
12. Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht.
13. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.
14. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.

Mooi vind ik het, wanneer deze blogs aanzetten tot Bijbel lezen en nadenken over jouw verhouding tot de HEERE, anderen en jezelf. Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie vertrouwelijk tussen ons. 


Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
  1. Was alles wat Thomas a Kempis in de afgelopen 7 hoofdstukken ons geleerd heeft, bekend bij jou? Of heeft hij jou wat nieuws verteld?
  2. Ken jij iemand die de Bijbel heel goed kan uitleggen? Vertrouw jij die uitleg volledig? Of hou jij de Bijbel er onderzoekend naast? Lastig hè? Want wie vertrouw ik dan? Daarom speelt die voorbede in Kolossenzen 1 zo'n belangrijke rol in mijn leven...
  3. Ben je de Bijbel daardoor anders gaan lezen? 
  4. Is jouw blik naar God, anderen en jezelf veranderd?
  5. Hoe verbaasd/verwonderd zijn wij over Gods geduld en vergeving? 
  6. Regelmatig hoor ik de uitspraak uit:
    Johannes 3:30 Hij moet meer worden, maar ik minder. Begrijp jij wat in de context van Johannes 3, hiermee bedoeld wordt? 
  7. Laten wij Christus in ons regeren door Zijn uitgestortte Heilige Geest? 


Rupsje nooit genoeg?

(Baken in de zee...)


Als de baren van de zee,

neemt de wereld ons mee.

Ons leven ongedurig,

en wij wispelturig.

Is een aards verlangen vervuld?

smachten we alweer vol ongeduld,

naar de vervulling van een andere wens...

Rupsje nooit genoeg, dé mens!

Als we echter hiervoor kiezen,

zullen we alles verliezen...


Kennen wij onze Vader zó slecht?

Heeft onze Schepper geen recht,

op Zijn gehele schepping?

Kennen wij de geboren Koning?

Jezus ligt als een baken in de zee. 

Wijst ons de weg en neemt ons mee,

veilig door de woelige baren.

Ons leven komt tot bedaren.

Smachtend naar Jezus met geduld,

worden zalige verlangens volledig vervuld!


Eraan gerelateerd zijn: Zijn levensdoel met ons en Egocentrisme versus Christocentrisme

Volgende hoofdstuk 
Vorige hoofdstuk

Dit hoofdstuk lees je op pagina 11 van de vertaling van dr. Is. van Dijk


vrijdag 3 november 2023

6) Over de ongeregelde begeerten


1. Telkens de mensch iets begeert op een ongeregelde wijze, wordt terstond zijn inwendige rust verstoord.
 De hovaardige en de vrek hebben nooit rust. De arme en ootmoedige van geest leeft in overvloed van vrede.
 De mensch, die nog niet gansch aan zichzelven verstorven is, wordt lichtelijk bekoord, en overwonnen in kleine en geringe zaken. 
 Hij, wiens geest nog krank is, en nog eenigszins een vleeschelijk mensch is die naar het zinnelijke overhelt, heeft groote moeite om zich van a
lle aardsche lusten gansch los te rukken.
 Hierom gevoelt hij dikwijls droefheid, wanneer hij zich daaraan onttrekt: en licht is hij geraakt als hem iemand wederstaat.
 Wat staat hierover in de Bijbel? Ik moet denken aan
koning Achab(1koningen 21). 
Achab wilde de
wijngaard van Naboth hebben, maar hij had er naar Gods wet géén recht op. Daarom weigerde Naboth. Achab had geen rust meer. Woede en somberheid hadden van hem bezit genomen van, omdat hij wederstaan was. 

1 Koningen 21:3 Maar Naboth zei tegen Achab: Laat de HEERE daarvan bij mij geen sprake doen zijn, dat ik u het erfelijk bezit van mijn vaderen zou geven!
4. Toen kwam Achab thuis, somber gestemd en woedend vanwege het woord dat Naboth uit Jizreël tot hem had gesproken; dat deze had gezegd: Ik geef u het erfelijk bezit van mijn vaderen niet. Hij ging op zijn bed liggen, wendde zijn gezicht af en nam geen voedsel tot zich.

Zijn vrouw Izebel heeft hem toen gerustgesteld en gezegd dat zij het zou regelen, dat hij het toch in zijn bezit zou krijgen. 

1 Koningen 21:7 Toen zei Izebel, zijn vrouw, tegen hem: Moet ú nu het koningschap over Israël uitoefenen? Sta op, neem voedsel tot u, laat uw

hart vrolijk zijn, dan zal ík u de wijngaard van Naboth uit Jizreël, geven.

Het is Izebel inderdaad gelukt. Maar tegen welke prijs???  

 Tevens gaan mijn gedachten naar koning Saul. Het/hij begon zo geweldig mooi! De Geest van de HEERE (1Samuel 10 vers 6) werd vaardig over Saul. Hoe nederig was hij verstopt tussen de bagage, toen Samuel hem tot koning wilde zalven...(vers 22) Helaas bleef Saul niet zo ootmoedig. In hoofdstuk 15 lees ik hoe ongehoorzaam hij werd aan de HEERE. Eigenbelang, eigen eer en angst voor het volk werden belangrijker dan gehoorzaamheid aan de woorden van de HEERE, gesproken door Samuel(de eerste profeet en laatste richter van Gods volk in het Oude Testament). Hij wilde ook zijn 'halfslachtige' gehoorzaamheid goedpraten tegenover Samuel. Hij had iedereen gedood. Ja..., behalve koning Agag en vele dieren(vers 8 en 9).

1Samuel 15:8. Agag, de koning van de Amalekieten, greep hij levend, maar al het volk sloeg hij met de ban, met de scherpte van het zwaard.
9. Maar Saul en het volk spaarden Agag, de beste schapen en runderen, en wat bijna het beste was, de lammeren en alles wat goed was. Zij wilden die niet met de ban slaan. Maar elk gebruiksvoorwerp dat waardeloos en vergaan was, sloegen zij met de ban.

De gevolgen waren groot! Onrust/onvrede, berouw en angst vervulden Sauls hart. 

1 Samuel 16:14 De Geest van de HEERE was van Saul geweken, en een boze geest bij de HEERE vandaan joeg hem angst aan.

 Herken ik dit verlangen naar steeds meer aardse rijkdom en/of eer? Wat is mijn eerlijke en oprechte streven in mijn leven? En dat van jou?


2. Bekomt hij wat hij verlangt, zoo kwelt hem aanstonds de wroeging van zijn geweten: omdat hij zijne drift ingevolgd heeft, die niets voorthelpt voor den vrede, dien hij zocht. 

 Dus, met te wederstaan aan zijne harstochten vindt men den waren vrede des harten, en niet met ze in te volgen.
 Daar is dan geen vrede in het hart van een vleeschelijk mensch, noch in den mensch, die zich aan de uitwendige dingen overgeeft, maar wel in den ijverigen en geestelijken mensch.

  Bij dit gedeelte moet ik denken aan Judas. Judas die de Heere Jezus verraden heeft voor dertig zilverstukken. Dat was ongeveer gelijk aan 120 daglonen. Dertig zilverstukken was ook de prijs die iemand moest betalen, als zijn os de slaaf of slavin

van iemand anders had gestoten en hierdoor verwond. De meester kreeg dit bedrag dan als schadevergoeding.(deze informatie heb ik van christipedia). Met al zijn rijkdom die Judas ontvangen had door zijn verraad, kreeg hij berouw toen hij zag dat Jezus veroordeeld was. Onvrede werd zijn deel. En dat ging zelfs zo ver, dat hij zichzelf ophing!

 Mattheüs 27:3 Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en hij bracht de dertig zilverstukken bij de overpriesters en de oudsten terug
4. en zei: Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? U moet maar zien.
5. En nadat hij de zilverstukken de tempel in gegooid had, vertrok hij. Hij ging heen en hing zich op.

Ook moet ik denken aan een geschiedenis uit het Oude Testament. Nebukadnezar kreeg een droom. Niemand anders kon deze uitleggen dan Daniël. Daniël waarschuwde hem dat Hij verstoten zal worden van de mensen en als de dieren gras zal eten. Dit gebeurde op de uitspraak van Nebukadnezar in Daniël 4:

Vers 30: De koning nam het woord en zei: Is dit niet het grote Babel, dat ik als een huis voor het koninkrijk gebouwd heb, door mijn sterke macht en ter ere van mijn majesteit?

Toen werd het koningschap van hem afgenomen. Tót hij de Allerhoogste ging loven: 

Vers 34: Na verloop van die dagen sloeg ík, Nebukadnezar, mijn ogen op naar de hemel, want mijn verstand kwam in mij terug, en ik loofde de Allerhoogste en prees en verheerlijkte Hem Die eeuwig leeft. Zijn heerschappij is immers een eeuwige heerschappij, en Zijn Koninkrijk is van generatie op generatie.

Hij kreeg zijn verstand terug, vooral de laatste vers vond ik heel toepasselijk bij hetgeen Thomas a Kempis in dit hoofdstuk bespreekt. Namelijk:

Daniël 4:37 Ik, Nebukadnezar, prijs, roem en verheerlijk nu de Hemelkoning, omdat al Zijn daden waarheid zijn en Zijn paden gerechtigheid: Hij is in staat te vernederen wie in hoogmoed hun weg gaan.

Dit heeft Nebukadnezar persoonlijk ervaren. In deze geschiedenis zie je duidelijk dat God je zegent met vrede, indien je Hem de eer geeft voor nu en in de eeuwigheid...

 Welke begeerten jaag ik dagelijks na? Vleeschelijke begeerten zoals Thomas a Kempis hierboven schrijft?  Geloof ik omdat ik er op aarde beter van wordt? Of ben ik gericht op Jezus Christus, Die mij door de dood heen het eeuwige Leven geeft? Wandel ik door de Geest? Waarop ben ik gericht? En jij? Dominee Gert van den Brink gaf naast een lezing over het historisch geloof een lezing over het tijdgeloof. Deze lezing gaf mij duidelijkheid over het hierboven genoemde. Waar zoek ik naar? Aards geluk? Of Christus en Zijn hemelse vrede en gelukzaligheid? 


Hoeveel meer vrede geeft dat!? Want in Hem is het eeuwige Leven. Al mijn aardse goederen en eer zal ik verliezen bij mijn sterven. Zijn Leven zal mij echter door de dood heen dragen... Dát geeft pas èchte vrede!      

Oefening:
De vrede des harten is, na de genade Gods, het grootste goed, en wij moeten niets ontzien om deze in ons te voeden. Doch wij kunnen dien vrede der ziel noch vinden noch behouden, dan in het verzet tegen onze driften en tegen de ongerechtigheden van onze begeerten; immers, hoe meer wij deze willen voldoen, hoe minder zij ons zullen lastig vallen; hoe meer tegenstand wij daaraan bieden, hoe meer zij ons in vrede zullen laten.

Gebed:
Geef ons, Heer, dien inwendigen vrede, die gerustheid van geweten, die stilte, welke ons vol betrouwen uwe goedheid verzekert en ons getrouw maakt om daaraan te beantwoorden - dien vrede Gods, die alle gedachten te boven gaat, en onzen geest en ons hart in uwe liefde behoudt, en welken Gij alleen ons geven kunt. Bedaar de stormen en de beroerten van onze driften, door de kloekmoedigheid, welke Gij ons zult geven om ze te overwinnen. Geef dat onze begeerlijkheid aan de rede onderworpen zij, de rede aan het geloof, en geheel de mensch aan zijnen God. Amen.

Geniet jij er van, net als is, om met Gods Woord bezig te zijn? Er met anderen over na te denken? Misschien wil jij dan alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.


Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:

  1. Herken ik het verlangen om mijn begeerten te willen vervullen, óók wanneer het tegen Gods Woord ingaat? En jij? Wat is onze eerlijke en oprechte streven in ons leven? Christus navolgen? 
  2. Hoe strijd ik de goede strijd? (denkend aan de geestelijke wapenrusting in Efeze 6)Welke begeerten jaag ik dagelijks na? Vleeschelijke begeerten zoals Thomas a Kempis hierboven schrijft?  
  3. Geloof ik omdat ik er op aarde beter van word? Omdat God mij zal helpen? Misschien vind je dit artikel op de site van geloofstoerusting over het welvaartsevangelie interessant? 
  4. Of ben ik gericht op Jezus Christus, Die mij door de dood heen het eeuwige Leven geeft? Wandel ik door de Geest?
  5. Terwijl ik terugkijk op mijn leven zie ik hoeveel onrust het vervullen van aardse verlangens geeft. "Rupsje nooit genoeg", denk ik dan... Want was mijn éne verlangen vervuld, dan kwam er wel weer een ander verlangen. Hoe geweldig is het om te horen, lezen of overdenken dat wij in Christus alles zullen ontvangen. Al ontvangen hebben... Helaas ben ik nogal hardleers, en heb ik deze dagelijkse omgang met de HEERE nodig, om niet terug te vallen in "Rupsje nooit genoeg"... Daar hebben jullie geen last van? Of toch wel? Afgelopen zondag zongen we gezang 459. Door de nacht van strijd en zorgen. Een lied van hoop! Zing je mee? 

  6. Met alle vragen die hierboven staan, zie ik heel vaak 'ik' staan. Wie staat er nu centraal? Ik? Of het groot maken en eren van de HEERE? M.a.w.: Staat Christus centraal in mijn leven? En bij jou?
  7. Mocht je geïnteresseerd zijn? Dominee Gert van de Brink heeft een derde afsluitende lezing gehouden. Deze ging over het wondergeloof.



Dit hoofdstuk lees je op pagina 11 van de vertaling van dr. Is. van Dijk

donderdag 26 oktober 2023

5) Over het lezen der H. Schriftuur


  
1. Men moet in de H. Schriftuur de waarheid zoeken en geene welsprekendheid. De boeken van het H. Schrift moeten gelezen worden met denzelfden Geest waarin zijn geschreven zijn.

De woorden waarmee Thomas hier dit hoofdstuk begint? Kan ik dit ook terugvinden in Bijbel? En wáár kan ik dit vinden? Dat vroeg ik me af... Want de Bijbel is Gods Woord, en niet Thomas a Kempis! Daarom heb ik de afgelopen dagen veel nagedacht en gezocht. In artikel 3 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis worden verschillende bewijsteksten uit de Bijbel aangehaald. Zoals bijvoorbeeld: 2Petrus 1 vers 21: want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.  

 Wij moeten in de H. Schriftuur eerder het nut
zoeken, dan de verhevenheid van taal.
Het allerlaatste bewijstekst van hetzelfde artikel 3, geeft 't nut van Gods Woord aan. 2Timotheüs 3 vers 16: Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 
Daarnaast denk ik ook aan Openbaringen 2 vers 7Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het 

paradijs van God staat. Laat ik Gods Geest tot mij spreken? En beantwoord ik Hem in gehoorzaamheid? 

 Wij moeten zoo gaarne godvruchtig en eenvoudige boeken lezen als verhevene en diepzinnige schriften.
 Laat u niet gelegen aan de vermaardheid des schrijvers; bekommer u niet of hij luttel of veel letterkennis heeft; maar dat de liefde der zuivere waarheid u tot het lezen opwekke.
 Onderzoek niet wie dit gezegd heeft, maar let hetgeen er gezegd wordt.
Bovendien lees ik dat Paulus zegt in: 1 Korinthe 1:17 Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen, niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus zijn inhoud niet verliest. M.a.w. ik hoef geen welsprekendheid te zoeken. Eenvoudig geschreven boeken zijn net zo waardevol als verheven en diepzinnige boeken. MITS zij getuigen van het offer van Christus voor mij zondaar èn het mij opwekt
Christus en Zijn Woord centraal te stellen in mijn leven. Niet wie het Evangelie verkondigd staat centraal. Nee! Het Evangelie staat centraal... De mens, ook ik dus, moet ertussenuit! Ik zie dit ook helder uitgelegd door Paulus in 1Korintiërs 2

2. De menschen gaan voorbij, maar de waarheid Gods blijft in eeuwigheid.(psalm 117 vers 2Want Zijn goedertierenheid is machtig over ons; de trouw van de HEERE is voor eeuwig.  Halleluja! en 1Johannes 2 vers 17: En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid)
 God spreekt tot ons op verschillende wijzen zonder onderscheid van personen.
Jezus sprak met iedereen. Denk aan de rijke jongeling en de kinderen in Markus 10. Schriftgeleerden en zieken sloeg hij ook niet over(zie Lukas 5). En de grote menigte die Hem volgde. Ook de tollenaren sloeg Hij niet over(Lukas 19). Jezus sprak de mensen regelmatig toe via gelijkenissen. Maar God sprak met Jozef bijvoorbeeld door dromen(Genesis 37). En met Mozus sprak Hij onder andere door een vuurvlam in een doornstruik(Exodus 3). Ik denk niet dat ik de woorden uit Psalm 117 en 1Johannes 2 vers 17 moet verduidelijken. Zijn Woorden zijn genoeg...

 Onze nieuwsgierigheid belemmert ons dikwijls bij het lezen der H. Schriftuur; wanneer wij willen verstaan en doorgronden, waar wij eenvoudig moesten voorgaan.

 Wilt gij vrucht trekken uit de lezing, lees met ootmoed, eenvoud en goede trouw: en tracht nooit naar den naam van geleerde.
 Ondervraag gaarne, en luister in stilte naar de woorden der Heiligen; toon geen mishagen in de spreuken der ouderlingen; want zij worden niet zonder reden aangehaald.
En dan lees ik graag de nadere uitleg van Paulus in 1 Korinthe 1:17Wederom wordt hier de noodzaak van de werking van de Heilige Geest benadrukt. Want zonder Die, zullen we Gods Woord in Zijn eenvoud niet verstaan. 1 Korinthe 2:10 Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God.
13. Van die dingen spreken wij ook, niet met woorden die de menselijke wijsheid ons leert, maar met woorden die de Heilige Geest ons leert, om geestelijke dingen met geestelijke dingen te vergelijken. 


Daarbij moet ik direct denken aan de geestelijke  wapenrusting: 
Efeze 6:17 En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,
Heb ik die al aangetrokken? En jij? Hoe ga ik om met Gods Woord? Drie vragen kwamen bij mij op.
1) Geloof ik dat Gods Woord de Waarheid is?
2) Aanvaard ik dit Woord om naar te leven?
3) Handel ik daarnaar?

Leer mij de mens ertussenuit te houden. Nederig en met eenvoud trouw Gods Woord te onderzoeken de Woorden van de HEERE, die de mens spreekt serieus te nemen. 

Het bovenstaande heeft dominee G. vd. Brink heel duidelijk uitgelegd in een lezing over het historische geloof.

Oefening:
Lees de H. Schriftuur en de godvruchtige boeken, met den Geest waarin zij geschreven zijn, te weten: lees ze om daarin de waarheid te vinden, om u te onderwijzen, om u te stichten en een oprecht christelijk leven te leiden. Lees de H. Schriftuur met geloof, ootmoed, eerbieden leerzaamheid. Bid den H. Geest, den goddelijken ingever, van ze te mogen verstaan, er smaak in te vinden en in het werk te mogen stellen.

Gebed:
Spreek, mijn God! Spreek tot mijn hart om het te veranderen, terwijl de waarheden, welke ik lees, mijnen geest treffen en overtuigen. Maak dat ik in uwe wet en aangaande uwen wil, door het lezen van goede boeken onderwezen, mij toelegge om ze in alles te volgen, en dat alzoo hetgeen Gij mij leert, de regel van mijn gedrag worde. Amen.

HEERE, spreek tot mijn hart. Maak mij volhardend in het bidden, zoals de weduwe bij de onrechtvaardige rechter. En Nederig zoals de tollenaar in de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar.(Lukas 18) Waarbij ik dagelijks  de hele wapenrusting van U zal aantrekken... 

Ik onderzoek de Schriften, want ik denk daardoor eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Jezus getuigen(
Johannes 5:39)In de wetenschap dat God Zijn Geest gegeven heeft om mij alles te leren wat Hij in Zijn Woord gegeven heeft. Johannes 14:26 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.

Misschien wil jij alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.
Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
  1. Geloof ik dat de Bijbel door Gods Geest geïnspireerd is en dat het de Waarheid is? En jij?
  2. Een belangrijke vraag die ik me naar aanleiding van dit hoofdstuk stel is: Ik kan het wel zo mooi verwoorden, maar hoe is mijn hart gesteld? Ben ik wel oprecht? Hoe is dat voor jou?
  3. Laat ik Gods Geest tot mij spreken door Zijn Woord? En beantwoord ik Hem in gehoorzaamheid? Hoe leeft dit bij jou in de praktijk van 't leven?  
  4. Wie laat ik spreken in mijn woorden en daden? Christus? Of mezelf? Hoeveel strijd kost mij dat?  Hoe is dat bij jou? Laten we Zijn Geest het werk in ons doen? Met de geestelijke wapenrusting aan?
  5. Voor mij zijn de drie punten in deze vraag, (verwoord in bovenstaande vragen) praktische realiteit geworden:
           * Geloof ik dat Gods Woord de Waarheid is?
           * Aanvaard ik dit Woord om naar te leven?
           * Handel ik daarnaar?
    (Dit alles onder de werking van Gods Geest)
    De antwoorden en praktische invulling neem ik mee op mijn aardse levensreis... Jullie ook?

Dit hoofdstuk lees je op pagina 10 van de vertaling van dr. Is. van Dijk

   
        
         

vrijdag 20 oktober 2023

4) Over de voorzichtigheid in het handelen


 1. Men moet geen geloof hechten aan alle woord, noch aan iedere aandrift, maar de zaken overwegen met voorzichtigheid en met aandacht volgens God. 

In het vorige hoofdstuk benadrukte Thomas a Kempis dat in God en Zijn Woord de Waarheid te vinden is. Wanneer ik het veertiende hoofdstuk van het Evangelie van Johannes lees, dan lees ik dit letterlijk in vers 6: Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. In vers 15 staat, waartoe Thomas ons stimuleert: Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. En wat een rijke belofte geeft Jezus vervolgens:


Johannes 14:16 En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, Maar ook vers 17, 21, 22 en 23! Misschien kan je het hoofdstuk er even bijnemen? Vers 23:
 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen. In vers 15 vermaant Jezus diegenen die Hem liefhebben Zijn geboden te houden. Echter, in vers 21 geeft Hij wel een oorzakelijk verband aan: Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.(feitelijk zegt Hij hier niet veel anders dan in vers 23, alleen met andere woorden). Heeft Gods Heilige Geest al intrek in mij genomen? En jou? Hebben wij Hem zo lief, dat wij Zijn geboden houden? Dat we aandacht hebben voor Zijn Woord in de dingen die dagelijks op ons afkomen? 

 Helaas! Menigmaal gelooft en zegt men gemakkelijker kwaad van een ander dan goed: zoo groot is onze zwakheid. Paulus stimuleert hiertoe de Filippenzen in hoofdstuk 2. Hij vraagt hen, d
e ander uitnemender te achten dan zichzelf, omdat Paulus beseft dat zij van nature wel letten op wat van henzelf is, en geneigd zijn om wat van de ander is niet en/of minder opmerkzaam te zien of aanvaarden... En spreekt Paulus hiermee ons/mij ook niet aan? Hoeveel waarde hecht ik aan mijn mening? Over God en Zijn Woord? Hoeveel waarde hecht ik aan de mening van de ander over ditzelfde? Nog meer zou ik Paulus voorbede die hij doet in zijn brief aan de Kolossenzen 1 vanaf vers 9, in de praktijk mogen brengen. Om met
elkaar ons oog op Christus gehouden te houden en met elkaar Zijn Woord te onderzoeken en te leren verstaan met de hulp van Zijn Geest. 

 Maar volmaakte menschen gelooven niet lichtvaardig iedereen die hun iets verhaalt, want zij erkennen de zwakheid des menschen, die tot het kwaad overhelt en in zijne woorden dikwijls struikelt. 
In de Dordtse leerregels hoofdstuk 5 paragraaf 2, staat mijns inziens helder verwoord hoe zwak wij mensen zijn... Tevens komt opnieuw hierbij Mattheüs 15 vers 9 weer in mijn gedachten: 

maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn. In hoofdstuk 3 onder punt 2 ben ik hier uitgebreid op ingegaan. Wanneer Gods Heilige Geest in ons woont, is ons verlangen Hem te zoeken in ons dagelijkse leven. Dan zullen woorden van de "heiligen", gesproken door Zijn Woord en Geest, ons ter harte gaan... Deze "heiligen", daar bedoel ik de mensen mee zoals verwoord in de bovengenoemde link in de Dordste leerregels. M.a.w.:
Bekeerde mensen worden heiligen genoemd in de Bijbel. Dat betekent niet dat ze zonder zonden leven, maar dat zij in Christus heilig zijn. Al hun zonden worden vergeven, omdat Hij ervoor betaald heeft. Heilige mensen strijden graag tegen alle zonden en zouden graag zonder zonden willen leven.


2. Het is groote wijsheid niet te werk te gaan met overhaasting, en niet hardnekkig te blijven in zijn eigenen gevoelens. 
In psalm 141 klaagt David zijn nood bij de HEERE tijdens de vervolging door Saul. Hij zegt in vers vijf de vermaning van de rechtvaardige(dus Gods kind) te aanvaarden indien hij verkeerd doet. Bovendien bidt Hij voor deze rechtvaardigen. David lijkt hier niet te blijven hangen in zijn nood, maar legt die neer bij de Enige waar hij het ècht kwijt kan... Het tegenovergestelde zie je bij Elia in 1Koningen 19. Elia lag hier zeer terneergeslagen onder de bremstruik. In 1Koningen 18 had hij grote wonderen meegemaakt. De Baälpriesters hadden Baäl gesmeekt om vuur. Er gebeurde echter niets met hun offer. Dit..., terwijl Elia's
 kletsnatte offer door vuur verbrand werd dankzij de HEERE! God liet Zijn grote macht zien op het smeekgebed van Elia. En toch ligt hij nu depressief onder de struik, bang voor het zwaard van Izebel als gevolg van het doden van de Baälpriesters... Een greep uit het leven van David en Elia. Wat doe ik wanneer ik in nood ben? Mijn gedachten komen bij 1Petrus 2 vanaf vers 19 tot en met 25. Met voor mij als kerntekst vers 20:
Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God.
Hoe draag ik het lijden in het algemeen? En hoe wanneer ik het goede doe? En jij? Weet jij nog meer voorbeelden vanuit de Bijbel te noemen?

 Het behoort mede tot de wijsheid, geen geloof te geven aan alle menschenpraat; en niet aanstonds aan anderen mede te deelen, wat men gehoord of geloofd heeft.
Omdat ik hiervan praktijkvoorbeelden wilde vinden, heb ik een paar dagen hierover nagedacht. Welke voorbeeld of Bijbels fundament staat hiervan in de Bijbel? Ik kwam uit bij 2Petrus 2. Een heldere waarschuwing tegen dwaalleraars! Het is opperste wijsheid om geen geloof te hechten aan woorden die niet overeen komen met Gods Woord en Waarheid:
2 Petrus 2:21 Het zou immers beter voor hen geweest zijn dat zij de weg van de gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, nadat zij die hebben leren kennen, zich weer afkeren van het heilige gebod dat hun overgeleverd was. 
22. Maar hun is overkomen wat een waar spreekwoord zegt: De hond is teruggekeerd naar zijn eigen uitbraaksel en de gewassen zeug naar het rondwentelen in de modder.
Ben ik bedachtzaam in wat ik geleerd krijg? Leg ik Gods Woord ernaast, vóórdat ik het doorgeef aan anderen? En jij?


Psalm 141 vers 3 berijmd, is dat ons gebed?
Zet, Heer, een wacht voor mijne lippen;
Behoed de deuren van mijn mond,
Opdat ik mij, tot genen stond,
Iets onbedachtzaams laat' ontglippen. 

Vraag raad aan een wijzen en godvreezenden man; en laat u liever geleiden door iemand die beter is, dan uw eigen goeddunken te volgen.
 Hoe meer iemand in zich zelven ootmoedig en aan God onderdanig is, zooveel te verstandiger en geruster zal hij wezen in alles.
Wederom heb ik deze week tijdens mijn huishoudelijke werkzaamheden nagedacht over voorbeelden uit Gods Woord. In het positieve èn het negatieve... Want de Bijbel vertelt niet alleen de goede daden van Zijn kinderen. Tot mijn troost worden tevens hun "misstappen" beschreven.  Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan Abraham en Sara. Abraham was door de HEERE een rijk nageslacht beloofd. Genesis 15:5 Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. Prompt vlak nadat Abraham deze belofte kreeg, luisterde hij naar zijn vrouw Sara, die hem het advies gaf bij haar slavin een kind te verwekken, omdat de HEERE haar baarmoeder gesloten had. En Abraham luisterde naar haar, in plaats van geduldig te wachten totdat de HEERE Zijn belofte waar zou maken in Sara en hem(Genesis 16). Hoeveel bitterheid is er toen in het gezin van Abraham ontstaan! Iemand op facebook schreef pas:


We zijn vrij voor onze keuzes maar niet vrij van de consequenties van onze keuzes! En dat zie je in deze geschiedenis heel duidelijk. Hagar werd met Ismaël weggestuurd...(Genesis 21). Allen hadden te lijden onder die keuze van Abraham, die had geluisterd naar het advies van zijn vrouw Sara. Zij waren niet vrij van de consequenties, van de in vrijheid gemaakte keuze...

En tóch? Hoe groot was 't geloof en de gehoorzaamheid van Abraham toen hij jaren later in gehoorzaamheid, júist de zoon van Gods belofte ging slachten(Genesis 22 vers 1 tot en met 19). Hoe geweldig is het, dat daarna de HEERE, opnieuw(!), Zijn rijke belofte aan Abraham bevestigde! Genesis 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben. 18. En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent. Abraham gaf zijn vrouw uit voor zijn zuster, om zijn leven te sparen(Genesis 12 vanaf vers 14 en nogmaals Genesis 20 vanaf vers 1). Angst overheerste bij Hem, waardoor hij blijkbaar niet volledig durfde te vertrouwen op de HEERE. Desondanks blijft de HEERE trouw aan Zijn belofte aan Abraham. Put ik hier troost uit? God blijft mij trouw, ondanks mijn trouweloosheid, door te luisteren naar geen Bijbels gegronde adviezen... En jij? Ook moet ik aan de persoon Nicodemus denken. Eerst kwam hij 's nachts naar Jezus toe met zijn vragen. Maar later kwam hij er steeds meer openlijk vooruit(Johannes 7 vanaf vers 50 en Johannes 19 vanaf vers 38). Nog veel meer voorbeelden kan ik bedenken. Jij ook?


Oefening
Niets is tegenstrijdiger aan de liefde en schadelijker ter zaligheid, dan de ware of valsche aantijgingen die de eene den anderen doet, aangezien zij de gemoederen verbitteren, de harten ontroeren, oneenigheden veroorzaken, den haat vermeerderen, en men over deze zonden de vergiffenis van God niet kan bekomen, tenzij men er een goede biecht over spreke en men voornemens zij het kwaad te herstellen hetgeen men heeft welke men tweedracht heeft verwekt. Men mag gelooven; en wanneer men iets van de evenmensch zou gehoord hebben, mag men er aan niemand van spreken.
Hier wordt voor het eerst de biecht aangehaald. Ik ga er hier vanuit dat hier de biecht bedoelt wordt, die toen gebruikelijk was. Mijn opa en oma en mijn ouders moesten regelmatig ter biecht gaan. In mijn tijd was dat niet meer in gebruik in de Rooms-Katholieke kerk. Althans niet in Zaandam, Begschenhoek en Tiel, waar ik gewoond heb. In de praktijk van het dagelijkse leven heb ik er in mijn jeugd dus niets meegedaan. Mijn moeder leerde mij, mijn naaste lief te hebben. Rekening te houden met de ander... De ander niet expres pijn doen, maar dat júist proberen te voorkomen... Zij had de gave van zwijgen, om de ander geen pijn te doen. Alhoewel mijn persoonlijke ervaring is, dat zwijgen in sommige situaties meer pijn doet dan praten, zie je het tegenovergestelde in Psalm 12, waarin David aangeeft wat negatiefs wij mensen kunnen spreken met onze tong. En welk waardevol zilver zijn de reine Woorden van God! 
Psalm 12:7 De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal.  
Onze woorden doen goed, wanneer het Woorden van de HEERE zijn. En daarom is het ook goed, mijn berouw uit te spreken over verkeerde daden/zonden tegenover mijn HEERE en Zaligmaker. Maar wanneer ik alleen mijn zonden aan Hem belijd en niet ga, tot diegene die ik kwaad heb gedaan en om vergeving vraag voor de pijn die ik veroorzaakt heb? En tevens daarna probeer goed te doen aan deze persoon, zodat de pijn verlicht wordt? Hoeveel is dat eerste dan waard? Mijn gedachten gaan terug naar de letters S, V en G die ik de kinderen weleens voorhield, wanneer zij iemand pijn gedaan hadden. Sorry zeggen, Vergeving vragen èn Goedmaken. Er kan alleen vrede zijn, indien alles is beleden aan God èn de betrokken mensen, waarbij wij de consequenties van ons handelen aanvaarden.

Gebed
Maak, o mijn Zaligmaker! Dat ik nauwkeurig het gebod van liefde jegens mijnen evennaaste onderhouden, hetgeen Gij ons hebt gegeven wanneer Gij ons geboodt den evennaaste te beminnen gelijk Gij ons hebt gegeven wanneer Gij ons geboodt den evennaaste te beminnen gelijk Gij ons bemind hebt, aangezien dit gebod volstrekt noodzakelijk is ter zaligheid. Geef mij terzelfdertijd die omzichtigheid in de liefde, die ons doet zorgen om deze in niets te kwetsen, aangezien Gij gezegd hebt dat, wanneer men den evennaaste beleedigt, men den appel uwer oog kwetst. Geef dat ik uw hart geen ongenoegen toebrenge, met mijne broeders eenig leed te veroorzaken. Amen. 

Misschien wil jij alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.

Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:

  1. Heeft Gods Heilige Geest al intrek in mij genomen? En jou? Hebben wij Hem zo lief, dat wij Zijn geboden houden? Dat we aandacht hebben voor Zijn Woord in de dingen die dagelijkse op ons afkomen? 
  2. In Filippenzen in hoofdstuk 2 vraagt Paulus de ander uitnemender te achten dan onszelf. Hij beseft dat wij van nature onszelf belangrijk vinden, en dat wij geneigd zijn om wat van de ander is of vindt minder interessant of belangrijk te vinden... Spreekt Paulus hiermee ons/mij aan? Hoeveel waarde hecht ik aan mijn mening? Over God en Zijn Woord? Hoeveel waarde hecht ik aan de mening van de a(A)nder?
  3. Ben ik bedachtzaam in wat ik geleerd krijg? En niet lichtvaardig? Ligt Gods Woord als Basis ernaast? En geef ik 't daarna pas  door aan anderen? En jij? Of vind je dit tegenstrijdig met vraag 2. Hoezo wel/niet?
  4. Bij deze vraag refereer ik terug naar het stukje onder kopje 2: 1Petrus 2 vanaf vers 19 tot en met 25. Met de kerntekst vers 20:
    Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God.
    Hoe draag ik het bittere lijden/consequenties door verkeerde keuzes? En hoe wanneer ik het goede doe? En jij? Weet jij nog meer voorbeelden vanuit de Bijbel te noemen? En hoe wij, ieder persoonlijk, hiervan kunnen leren? 
  5. Waar zoek jij/ik wijze raad? Heb jij mensen in jouw omgeving die jou de weg wijzen naar de Zaligmaker en Gods Woord? En Zijn Woorden spreekt? 
  6. Willen jij en ik uit de rijke Bron van Gods Woord putten? En deze doorgeven aan onze naaste? 


Dit hoofdstuk lees je op pagina 9 van de vertaling van dr. Is. van Dijk

13a) Over het weerstaan aan bekoringen*.

1.   Zoolang wij op de wereld leven, kunnen wij niet vrij zijn van kwelling en bekoring*.   Daarom staat er in 't boek Job geschreven:  ...

Meest gelezen