Pagina's

donderdag 26 oktober 2023

5) Over het lezen der H. Schriftuur


  
1. Men moet in de H. Schriftuur de waarheid zoeken en geene welsprekendheid. De boeken van het H. Schrift moeten gelezen worden met denzelfden Geest waarin zijn geschreven zijn.

De woorden waarmee Thomas hier dit hoofdstuk begint? Kan ik dit ook terugvinden in Bijbel? En wáár kan ik dit vinden? Dat vroeg ik me af... Want de Bijbel is Gods Woord, en niet Thomas a Kempis! Daarom heb ik de afgelopen dagen veel nagedacht en gezocht. In artikel 3 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis worden verschillende bewijsteksten uit de Bijbel aangehaald. Zoals bijvoorbeeld: 2Petrus 1 vers 21: want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.  

 Wij moeten in de H. Schriftuur eerder het nut
zoeken, dan de verhevenheid van taal.
Het allerlaatste bewijstekst van hetzelfde artikel 3, geeft 't nut van Gods Woord aan. 2Timotheüs 3 vers 16: Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 
Daarnaast denk ik ook aan Openbaringen 2 vers 7Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het 

paradijs van God staat. Laat ik Gods Geest tot mij spreken? En beantwoord ik Hem in gehoorzaamheid? 

 Wij moeten zoo gaarne godvruchtig en eenvoudige boeken lezen als verhevene en diepzinnige schriften.
 Laat u niet gelegen aan de vermaardheid des schrijvers; bekommer u niet of hij luttel of veel letterkennis heeft; maar dat de liefde der zuivere waarheid u tot het lezen opwekke.
 Onderzoek niet wie dit gezegd heeft, maar let hetgeen er gezegd wordt.
Bovendien lees ik dat Paulus zegt in: 1 Korinthe 1:17 Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen, niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus zijn inhoud niet verliest. M.a.w. ik hoef geen welsprekendheid te zoeken. Eenvoudig geschreven boeken zijn net zo waardevol als verheven en diepzinnige boeken. MITS zij getuigen van het offer van Christus voor mij zondaar èn het mij opwekt
Christus en Zijn Woord centraal te stellen in mijn leven. Niet wie het Evangelie verkondigd staat centraal. Nee! Het Evangelie staat centraal... De mens, ook ik dus, moet ertussenuit! Ik zie dit ook helder uitgelegd door Paulus in 1Korintiërs 2

2. De menschen gaan voorbij, maar de waarheid Gods blijft in eeuwigheid.(psalm 117 vers 2Want Zijn goedertierenheid is machtig over ons; de trouw van de HEERE is voor eeuwig.  Halleluja! en 1Johannes 2 vers 17: En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid)
 God spreekt tot ons op verschillende wijzen zonder onderscheid van personen.
Jezus sprak met iedereen. Denk aan de rijke jongeling en de kinderen in Markus 10. Schriftgeleerden en zieken sloeg hij ook niet over(zie Lukas 5). En de grote menigte die Hem volgde. Ook de tollenaren sloeg Hij niet over(Lukas 19). Jezus sprak de mensen regelmatig toe via gelijkenissen. Maar God sprak met Jozef bijvoorbeeld door dromen(Genesis 37). En met Mozus sprak Hij onder andere door een vuurvlam in een doornstruik(Exodus 3). Ik denk niet dat ik de woorden uit Psalm 117 en 1Johannes 2 vers 17 moet verduidelijken. Zijn Woorden zijn genoeg...

 Onze nieuwsgierigheid belemmert ons dikwijls bij het lezen der H. Schriftuur; wanneer wij willen verstaan en doorgronden, waar wij eenvoudig moesten voorgaan.

 Wilt gij vrucht trekken uit de lezing, lees met ootmoed, eenvoud en goede trouw: en tracht nooit naar den naam van geleerde.
 Ondervraag gaarne, en luister in stilte naar de woorden der Heiligen; toon geen mishagen in de spreuken der ouderlingen; want zij worden niet zonder reden aangehaald.
En dan lees ik graag de nadere uitleg van Paulus in 1 Korinthe 1:17Wederom wordt hier de noodzaak van de werking van de Heilige Geest benadrukt. Want zonder Die, zullen we Gods Woord in Zijn eenvoud niet verstaan. 1 Korinthe 2:10 Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God.
13. Van die dingen spreken wij ook, niet met woorden die de menselijke wijsheid ons leert, maar met woorden die de Heilige Geest ons leert, om geestelijke dingen met geestelijke dingen te vergelijken. 


Daarbij moet ik direct denken aan de geestelijke  wapenrusting: 
Efeze 6:17 En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,
Heb ik die al aangetrokken? En jij? Hoe ga ik om met Gods Woord? Drie vragen kwamen bij mij op.
1) Geloof ik dat Gods Woord de Waarheid is?
2) Aanvaard ik dit Woord om naar te leven?
3) Handel ik daarnaar?

Leer mij de mens ertussenuit te houden. Nederig en met eenvoud trouw Gods Woord te onderzoeken de Woorden van de HEERE, die de mens spreekt serieus te nemen. 

Het bovenstaande heeft dominee G. vd. Brink heel duidelijk uitgelegd in een lezing over het historische geloof.

Oefening:
Lees de H. Schriftuur en de godvruchtige boeken, met den Geest waarin zij geschreven zijn, te weten: lees ze om daarin de waarheid te vinden, om u te onderwijzen, om u te stichten en een oprecht christelijk leven te leiden. Lees de H. Schriftuur met geloof, ootmoed, eerbieden leerzaamheid. Bid den H. Geest, den goddelijken ingever, van ze te mogen verstaan, er smaak in te vinden en in het werk te mogen stellen.

Gebed:
Spreek, mijn God! Spreek tot mijn hart om het te veranderen, terwijl de waarheden, welke ik lees, mijnen geest treffen en overtuigen. Maak dat ik in uwe wet en aangaande uwen wil, door het lezen van goede boeken onderwezen, mij toelegge om ze in alles te volgen, en dat alzoo hetgeen Gij mij leert, de regel van mijn gedrag worde. Amen.

HEERE, spreek tot mijn hart. Maak mij volhardend in het bidden, zoals de weduwe bij de onrechtvaardige rechter. En Nederig zoals de tollenaar in de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar.(Lukas 18) Waarbij ik dagelijks  de hele wapenrusting van U zal aantrekken... 

Ik onderzoek de Schriften, want ik denk daardoor eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Jezus getuigen(
Johannes 5:39)In de wetenschap dat God Zijn Geest gegeven heeft om mij alles te leren wat Hij in Zijn Woord gegeven heeft. Johannes 14:26 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.

Misschien wil jij alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.
Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
  1. Geloof ik dat de Bijbel door Gods Geest geïnspireerd is en dat het de Waarheid is? En jij?
  2. Een belangrijke vraag die ik me naar aanleiding van dit hoofdstuk stel is: Ik kan het wel zo mooi verwoorden, maar hoe is mijn hart gesteld? Ben ik wel oprecht? Hoe is dat voor jou?
  3. Laat ik Gods Geest tot mij spreken door Zijn Woord? En beantwoord ik Hem in gehoorzaamheid? Hoe leeft dit bij jou in de praktijk van 't leven?  
  4. Wie laat ik spreken in mijn woorden en daden? Christus? Of mezelf? Hoeveel strijd kost mij dat?  Hoe is dat bij jou? Laten we Zijn Geest het werk in ons doen? Met de geestelijke wapenrusting aan?
  5. Voor mij zijn de drie punten in deze vraag, (verwoord in bovenstaande vragen) praktische realiteit geworden:
           * Geloof ik dat Gods Woord de Waarheid is?
           * Aanvaard ik dit Woord om naar te leven?
           * Handel ik daarnaar?
    (Dit alles onder de werking van Gods Geest)
    De antwoorden en praktische invulling neem ik mee op mijn aardse levensreis... Jullie ook?

Dit hoofdstuk lees je op pagina 10 van de vertaling van dr. Is. van Dijk

   
        
         

vrijdag 20 oktober 2023

4) Over de voorzichtigheid in het handelen


 1. Men moet geen geloof hechten aan alle woord, noch aan iedere aandrift, maar de zaken overwegen met voorzichtigheid en met aandacht volgens God. 

In het vorige hoofdstuk benadrukte Thomas a Kempis dat in God en Zijn Woord de Waarheid te vinden is. Wanneer ik het veertiende hoofdstuk van het Evangelie van Johannes lees, dan lees ik dit letterlijk in vers 6: Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. In vers 15 staat, waartoe Thomas ons stimuleert: Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. En wat een rijke belofte geeft Jezus vervolgens:


Johannes 14:16 En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, Maar ook vers 17, 21, 22 en 23! Misschien kan je het hoofdstuk er even bijnemen? Vers 23:
 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen. In vers 15 vermaant Jezus diegenen die Hem liefhebben Zijn geboden te houden. Echter, in vers 21 geeft Hij wel een oorzakelijk verband aan: Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.(feitelijk zegt Hij hier niet veel anders dan in vers 23, alleen met andere woorden). Heeft Gods Heilige Geest al intrek in mij genomen? En jou? Hebben wij Hem zo lief, dat wij Zijn geboden houden? Dat we aandacht hebben voor Zijn Woord in de dingen die dagelijks op ons afkomen? 

 Helaas! Menigmaal gelooft en zegt men gemakkelijker kwaad van een ander dan goed: zoo groot is onze zwakheid. Paulus stimuleert hiertoe de Filippenzen in hoofdstuk 2. Hij vraagt hen, d
e ander uitnemender te achten dan zichzelf, omdat Paulus beseft dat zij van nature wel letten op wat van henzelf is, en geneigd zijn om wat van de ander is niet en/of minder opmerkzaam te zien of aanvaarden... En spreekt Paulus hiermee ons/mij ook niet aan? Hoeveel waarde hecht ik aan mijn mening? Over God en Zijn Woord? Hoeveel waarde hecht ik aan de mening van de ander over ditzelfde? Nog meer zou ik Paulus voorbede die hij doet in zijn brief aan de Kolossenzen 1 vanaf vers 9, in de praktijk mogen brengen. Om met
elkaar ons oog op Christus gehouden te houden en met elkaar Zijn Woord te onderzoeken en te leren verstaan met de hulp van Zijn Geest. 

 Maar volmaakte menschen gelooven niet lichtvaardig iedereen die hun iets verhaalt, want zij erkennen de zwakheid des menschen, die tot het kwaad overhelt en in zijne woorden dikwijls struikelt. 
In de Dordtse leerregels hoofdstuk 5 paragraaf 2, staat mijns inziens helder verwoord hoe zwak wij mensen zijn... Tevens komt opnieuw hierbij Mattheüs 15 vers 9 weer in mijn gedachten: 

maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn. In hoofdstuk 3 onder punt 2 ben ik hier uitgebreid op ingegaan. Wanneer Gods Heilige Geest in ons woont, is ons verlangen Hem te zoeken in ons dagelijkse leven. Dan zullen woorden van de "heiligen", gesproken door Zijn Woord en Geest, ons ter harte gaan... Deze "heiligen", daar bedoel ik de mensen mee zoals verwoord in de bovengenoemde link in de Dordste leerregels. M.a.w.:
Bekeerde mensen worden heiligen genoemd in de Bijbel. Dat betekent niet dat ze zonder zonden leven, maar dat zij in Christus heilig zijn. Al hun zonden worden vergeven, omdat Hij ervoor betaald heeft. Heilige mensen strijden graag tegen alle zonden en zouden graag zonder zonden willen leven.


2. Het is groote wijsheid niet te werk te gaan met overhaasting, en niet hardnekkig te blijven in zijn eigenen gevoelens. 
In psalm 141 klaagt David zijn nood bij de HEERE tijdens de vervolging door Saul. Hij zegt in vers vijf de vermaning van de rechtvaardige(dus Gods kind) te aanvaarden indien hij verkeerd doet. Bovendien bidt Hij voor deze rechtvaardigen. David lijkt hier niet te blijven hangen in zijn nood, maar legt die neer bij de Enige waar hij het ècht kwijt kan... Het tegenovergestelde zie je bij Elia in 1Koningen 19. Elia lag hier zeer terneergeslagen onder de bremstruik. In 1Koningen 18 had hij grote wonderen meegemaakt. De Baälpriesters hadden Baäl gesmeekt om vuur. Er gebeurde echter niets met hun offer. Dit..., terwijl Elia's
 kletsnatte offer door vuur verbrand werd dankzij de HEERE! God liet Zijn grote macht zien op het smeekgebed van Elia. En toch ligt hij nu depressief onder de struik, bang voor het zwaard van Izebel als gevolg van het doden van de Baälpriesters... Een greep uit het leven van David en Elia. Wat doe ik wanneer ik in nood ben? Mijn gedachten komen bij 1Petrus 2 vanaf vers 19 tot en met 25. Met voor mij als kerntekst vers 20:
Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God.
Hoe draag ik het lijden in het algemeen? En hoe wanneer ik het goede doe? En jij? Weet jij nog meer voorbeelden vanuit de Bijbel te noemen?

 Het behoort mede tot de wijsheid, geen geloof te geven aan alle menschenpraat; en niet aanstonds aan anderen mede te deelen, wat men gehoord of geloofd heeft.
Omdat ik hiervan praktijkvoorbeelden wilde vinden, heb ik een paar dagen hierover nagedacht. Welke voorbeeld of Bijbels fundament staat hiervan in de Bijbel? Ik kwam uit bij 2Petrus 2. Een heldere waarschuwing tegen dwaalleraars! Het is opperste wijsheid om geen geloof te hechten aan woorden die niet overeen komen met Gods Woord en Waarheid:
2 Petrus 2:21 Het zou immers beter voor hen geweest zijn dat zij de weg van de gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, nadat zij die hebben leren kennen, zich weer afkeren van het heilige gebod dat hun overgeleverd was. 
22. Maar hun is overkomen wat een waar spreekwoord zegt: De hond is teruggekeerd naar zijn eigen uitbraaksel en de gewassen zeug naar het rondwentelen in de modder.
Ben ik bedachtzaam in wat ik geleerd krijg? Leg ik Gods Woord ernaast, vóórdat ik het doorgeef aan anderen? En jij?


Psalm 141 vers 3 berijmd, is dat ons gebed?
Zet, Heer, een wacht voor mijne lippen;
Behoed de deuren van mijn mond,
Opdat ik mij, tot genen stond,
Iets onbedachtzaams laat' ontglippen. 

Vraag raad aan een wijzen en godvreezenden man; en laat u liever geleiden door iemand die beter is, dan uw eigen goeddunken te volgen.
 Hoe meer iemand in zich zelven ootmoedig en aan God onderdanig is, zooveel te verstandiger en geruster zal hij wezen in alles.
Wederom heb ik deze week tijdens mijn huishoudelijke werkzaamheden nagedacht over voorbeelden uit Gods Woord. In het positieve èn het negatieve... Want de Bijbel vertelt niet alleen de goede daden van Zijn kinderen. Tot mijn troost worden tevens hun "misstappen" beschreven.  Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan Abraham en Sara. Abraham was door de HEERE een rijk nageslacht beloofd. Genesis 15:5 Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. Prompt vlak nadat Abraham deze belofte kreeg, luisterde hij naar zijn vrouw Sara, die hem het advies gaf bij haar slavin een kind te verwekken, omdat de HEERE haar baarmoeder gesloten had. En Abraham luisterde naar haar, in plaats van geduldig te wachten totdat de HEERE Zijn belofte waar zou maken in Sara en hem(Genesis 16). Hoeveel bitterheid is er toen in het gezin van Abraham ontstaan! Iemand op facebook schreef pas:


We zijn vrij voor onze keuzes maar niet vrij van de consequenties van onze keuzes! En dat zie je in deze geschiedenis heel duidelijk. Hagar werd met Ismaël weggestuurd...(Genesis 21). Allen hadden te lijden onder die keuze van Abraham, die had geluisterd naar het advies van zijn vrouw Sara. Zij waren niet vrij van de consequenties, van de in vrijheid gemaakte keuze...

En tóch? Hoe groot was 't geloof en de gehoorzaamheid van Abraham toen hij jaren later in gehoorzaamheid, júist de zoon van Gods belofte ging slachten(Genesis 22 vers 1 tot en met 19). Hoe geweldig is het, dat daarna de HEERE, opnieuw(!), Zijn rijke belofte aan Abraham bevestigde! Genesis 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben. 18. En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent. Abraham gaf zijn vrouw uit voor zijn zuster, om zijn leven te sparen(Genesis 12 vanaf vers 14 en nogmaals Genesis 20 vanaf vers 1). Angst overheerste bij Hem, waardoor hij blijkbaar niet volledig durfde te vertrouwen op de HEERE. Desondanks blijft de HEERE trouw aan Zijn belofte aan Abraham. Put ik hier troost uit? God blijft mij trouw, ondanks mijn trouweloosheid, door te luisteren naar geen Bijbels gegronde adviezen... En jij? Ook moet ik aan de persoon Nicodemus denken. Eerst kwam hij 's nachts naar Jezus toe met zijn vragen. Maar later kwam hij er steeds meer openlijk vooruit(Johannes 7 vanaf vers 50 en Johannes 19 vanaf vers 38). Nog veel meer voorbeelden kan ik bedenken. Jij ook?


Oefening
Niets is tegenstrijdiger aan de liefde en schadelijker ter zaligheid, dan de ware of valsche aantijgingen die de eene den anderen doet, aangezien zij de gemoederen verbitteren, de harten ontroeren, oneenigheden veroorzaken, den haat vermeerderen, en men over deze zonden de vergiffenis van God niet kan bekomen, tenzij men er een goede biecht over spreke en men voornemens zij het kwaad te herstellen hetgeen men heeft welke men tweedracht heeft verwekt. Men mag gelooven; en wanneer men iets van de evenmensch zou gehoord hebben, mag men er aan niemand van spreken.
Hier wordt voor het eerst de biecht aangehaald. Ik ga er hier vanuit dat hier de biecht bedoelt wordt, die toen gebruikelijk was. Mijn opa en oma en mijn ouders moesten regelmatig ter biecht gaan. In mijn tijd was dat niet meer in gebruik in de Rooms-Katholieke kerk. Althans niet in Zaandam, Begschenhoek en Tiel, waar ik gewoond heb. In de praktijk van het dagelijkse leven heb ik er in mijn jeugd dus niets meegedaan. Mijn moeder leerde mij, mijn naaste lief te hebben. Rekening te houden met de ander... De ander niet expres pijn doen, maar dat júist proberen te voorkomen... Zij had de gave van zwijgen, om de ander geen pijn te doen. Alhoewel mijn persoonlijke ervaring is, dat zwijgen in sommige situaties meer pijn doet dan praten, zie je het tegenovergestelde in Psalm 12, waarin David aangeeft wat negatiefs wij mensen kunnen spreken met onze tong. En welk waardevol zilver zijn de reine Woorden van God! 
Psalm 12:7 De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal.  
Onze woorden doen goed, wanneer het Woorden van de HEERE zijn. En daarom is het ook goed, mijn berouw uit te spreken over verkeerde daden/zonden tegenover mijn HEERE en Zaligmaker. Maar wanneer ik alleen mijn zonden aan Hem belijd en niet ga, tot diegene die ik kwaad heb gedaan en om vergeving vraag voor de pijn die ik veroorzaakt heb? En tevens daarna probeer goed te doen aan deze persoon, zodat de pijn verlicht wordt? Hoeveel is dat eerste dan waard? Mijn gedachten gaan terug naar de letters S, V en G die ik de kinderen weleens voorhield, wanneer zij iemand pijn gedaan hadden. Sorry zeggen, Vergeving vragen èn Goedmaken. Er kan alleen vrede zijn, indien alles is beleden aan God èn de betrokken mensen, waarbij wij de consequenties van ons handelen aanvaarden.

Gebed
Maak, o mijn Zaligmaker! Dat ik nauwkeurig het gebod van liefde jegens mijnen evennaaste onderhouden, hetgeen Gij ons hebt gegeven wanneer Gij ons geboodt den evennaaste te beminnen gelijk Gij ons hebt gegeven wanneer Gij ons geboodt den evennaaste te beminnen gelijk Gij ons bemind hebt, aangezien dit gebod volstrekt noodzakelijk is ter zaligheid. Geef mij terzelfdertijd die omzichtigheid in de liefde, die ons doet zorgen om deze in niets te kwetsen, aangezien Gij gezegd hebt dat, wanneer men den evennaaste beleedigt, men den appel uwer oog kwetst. Geef dat ik uw hart geen ongenoegen toebrenge, met mijne broeders eenig leed te veroorzaken. Amen. 

Misschien wil jij alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.

Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:

  1. Heeft Gods Heilige Geest al intrek in mij genomen? En jou? Hebben wij Hem zo lief, dat wij Zijn geboden houden? Dat we aandacht hebben voor Zijn Woord in de dingen die dagelijkse op ons afkomen? 
  2. In Filippenzen in hoofdstuk 2 vraagt Paulus de ander uitnemender te achten dan onszelf. Hij beseft dat wij van nature onszelf belangrijk vinden, en dat wij geneigd zijn om wat van de ander is of vindt minder interessant of belangrijk te vinden... Spreekt Paulus hiermee ons/mij aan? Hoeveel waarde hecht ik aan mijn mening? Over God en Zijn Woord? Hoeveel waarde hecht ik aan de mening van de a(A)nder?
  3. Ben ik bedachtzaam in wat ik geleerd krijg? En niet lichtvaardig? Ligt Gods Woord als Basis ernaast? En geef ik 't daarna pas  door aan anderen? En jij? Of vind je dit tegenstrijdig met vraag 2. Hoezo wel/niet?
  4. Bij deze vraag refereer ik terug naar het stukje onder kopje 2: 1Petrus 2 vanaf vers 19 tot en met 25. Met de kerntekst vers 20:
    Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God.
    Hoe draag ik het bittere lijden/consequenties door verkeerde keuzes? En hoe wanneer ik het goede doe? En jij? Weet jij nog meer voorbeelden vanuit de Bijbel te noemen? En hoe wij, ieder persoonlijk, hiervan kunnen leren? 
  5. Waar zoek jij/ik wijze raad? Heb jij mensen in jouw omgeving die jou de weg wijzen naar de Zaligmaker en Gods Woord? En Zijn Woorden spreekt? 
  6. Willen jij en ik uit de rijke Bron van Gods Woord putten? En deze doorgeven aan onze naaste? 


Dit hoofdstuk lees je op pagina 9 van de vertaling van dr. Is. van Dijk

dinsdag 10 oktober 2023

3) Over de leer der waarheid


1. Zalig hij, dien de waarheid zelve onderricht, niet door beelden en voorbijgaande woorden, maar zooals zij waarlijk is. Ons goeddunken en onze zin bedriegen ons dikwijls en ontdekken weinig. Wat baat een groot getwist over geheime en duistere dingen, waarvoor men ons in het oordeel niet verwijten zal, al hebben wij ze niet geweten? Het is groote dwaasheid dat wij nuttige en noodzakelijke dingen verwaarloozen, en ons met zeldzame en schadelijke bezig houden. Wij hebben oogen en zien niet.(Jeremia 5 vers 21)
In eerste instantie dacht ik bij het lezen dat ik zelf zalig zou zijn als ik de waarheid onderricht/lesgeef/uitdeel... Maar bij het lezen van de 
vertaling van dr. Is. van Dijk op bladzijde 6 wordt het duidelijk. Het is van groot belang onszelf te laten onderrichten in de Waarheid. Ons niet druk te maken over al het aardse, wanneer het schadelijk is voor onze eeuwige toekomst. Dat ons doen en laten tot eer is van onze HEERE en Hij géén schade lijdt door ons! Ik denk wederom aan 1Korinthe 3 vers 18 en verder 
en de rijke dwaas(Lukas 12 vers 13 tot en met 21). Tevens aan de rijke jongeling in Markus 10 vanaf vers 17 en Ananias en Saffira in Handelingen 5 vers 1 tot en met 11. De rijke jongeling die zijn rijkdom niet los kon laten, ondanks zijn keurige gedrag! Ananias en Saffira, die hun land verkochten en iedereen "wijs" maakten dat zij de hele opbrengst via de apostelen aan de gemeente schonken. Zij wilden in de ogen van de mensen groot zijn. God ziet echter ons hart aan! Ten diepste sloten zij moedwillig hun ogen voor God, logen tegen Hem en verzochten de Heilige Geest. Dr. van Dijk laat dit ook zien in de drie Bijbelgedeelten waarnaar hij refereert. Jeremia 5 vers 21Jesaja 6 vers 9 en als laatste Mattheüs 13 vers 10 tot en met 17 Het volk luistert "moedwillig" niet naar God. Zij horen wel maar verstaan/begrijpen het niet, omdat zij niet willen! De discipelen zagen en hoorden wel... Hoe is dit voor mij? Heb ik ogen die zien? En oren die horen? En jij? Ik denk aan psalm 139. En bid de verzen 23 en 24 mee:

Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, 
beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg. Kennen jullie dat mooie lied van Johannes de Heer?

2. Wat moeten wij ons bekommeren met kennis van geslachten en soorten? Hij, tot wien het eeuwige Woord spreekt, is van vele opvattingen bevrijd. Van dat eeuwig Woord komt alles, en alles spreekt van hetzelve: en dat is het begin(God zelf) dat tot ons spreekt(Johannes 8 vers 25). Niemand begrijpt zonder hetzelve, noch oordeelt juist. Hij, voor wien ééne zaak alles is, die tot ééne zaak alles terugbrengt, en daarin alles ziet, hij kan standvastig van harte zijn, en gerust in den Heer volharden. O waarheid, die God zijt, maak mij één met U in (één) eeuwige liefde! Het verdriet mij menigmaal, veel te lezen en te hooren: in U is alles wat ik wil en verlang. Dat alle leeraars zwijgen, alle schepselen voor Uw aanschijn hunne stem weerhouden: spreek Gij alleen tot mij.
De farizeeën twistten met de Heere Jezus. De Heere Jezus legt hen uit dat alles wat hij aan de mensen zegt, van Zijn Vader gehoord heeft. De farizeeën willen dat echter niet horen en zien. Zij houden zich vast aan de Thora(de eerste vijf boeken van de Bijbel), de wet èn hun eigengemaakte wetten erbij. Er zit geen "hart"ekennis van God bij. Ik lees hierover in 
Mattheüs 15:8 Dit volk nadert tot Mij met hun mond en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan; 9. maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn. Mattheüs 15 vers 1 tot en met 20 geeft het m.i. helder weer. Tevens het vervolg van dit hoofdstuk... Dit gedeelte maakt mij duidelijk, dat het niet gaat om de letter van de wet. God heeft Zijn Woord gegeven tot heil van ons en onze naaste. Hij gaf ons Zijn wet niet om die ons tot last te laten zijn. Nee... Juist omdat deze goed voor ons is! Twisten en ruzie hierover, maken juist dat we Hem schade berokkenen En daarmee onze naaste en ook onszelf! Alléén in Christus, Zijn Woord en vergevende liefde is genade en waarheid te vinden. Ik verlang ernaar daarop gericht te zijn, samen met mijn naaste... Alleen dan kan er vrede zijn!


3. Hoe meer iemand ingetogen is, en van al het tijdelijke onthecht, des te meer en verhevener zaken hij zonder moeite begrijpen zal, omdat hij van boven de genade van verstand ontvangt. Een zuivere, eenvoudige en standvastige ziel is te midden van drukke bezigheden niet verstrooid: omdat zij alles ter liefde Gods doet, en altoos tracht alle eigengenot te vluchten. Wat gaat er u meer tegen en valt lastiger, dan de overstorvene genegenheden van uw hart? Een goed en godvruchtig mensch overlegt eerst inwendig de werken, die hij uitwendig moet doen. En deze trekken hem niet tot de lusten der ongeregelde genegenheid; maar hij wendt ze naar het voorschrift der gezonde rede. Wie heeft een grooteren strijd, dan die tracht zich zelven te overwinnen? En dit zou toch onze voornaamste bezigheid moeten zijn, te weten: ons zelven overwinnen, dagelijks zich meer meester worden en vooruitgaan in het goed.

Hetgeen de HEERE in Zijn Woord mij leert is tot eer van Zijn Naam, goed te zijn voor mijn naaste. Bovendien goed voor mezelf. Geen gejaag meer naar vervulling van onvervulbare behoeften... In Christus word ik volledig gevuld. Dat is mijn gebed. Dagelijks de strijd aan te gaan met mezelf... Niet om er wat mee te verdienen. Zeer zeker niet. Christus heeft het alles voor mij al voldaan. Nee, enkel om in Zijn nabijheid te verkeren en Zijn liefdevolle Vaderarmen om me heen te ervaren. Ik verlang ernaar en jaag ernaar!

4. Alle volmaaktheid in dit leven gaat met eenige onvolmaaktheid gepaard, en onze kundigheden zijn niet van alle duisterheid bevrijd. De ootmoedige kennis van u zelven is een zekerder weg tot God, dan de diepe navorsching der wetenschap. Niet dat de wetenschap of de eenvoudige zakenkennis misprezen moet worden: zij is, in haar zelve beschouwd, goed, en door God verordend; maar een goed geweten en een deugdzaam leven verdienen toch altijd meerder achting. Maar omdat er velen meer verlangen naar kennis dan om wèl te leven, daarom dolen zij dikwijls, en brengen weinig of bijna geene vruchten voort.
Hier mag ik mijzelf de vraag stellen. Waarom zou ik mijn vertrouwen stellen op wetenschap? Waarom wil ik veel weten? Het gaat erom in mijn leven wat ten diepste mijn drijfveer is... 


5. Och, indien zij zooveel ijver besteedden om hunne gebreken uit te roeien en deugden te bekomen, als om vraagstukken op te lossen, er zou zooveel kwaad en zooveel ergernis onder 't volk niet zijn, noch zooveel verslapping in de kloosters. Voorwaar, op den dag des oordeels zal men ons niet vragen wat wij hebben gelezen, maar wat wij gedaan hebben; noch hoe fraai wij gesproken, maar hoe godsdienstig wij geleefd hebben. Zeg mij, waar zijn nu al die leeraars en die meesters, die gij wel gekend hebt, toen zij nog leefden, en door hunne geleerdheid hoogevierd waren? Anderen bezitten nu hunne ambten, en wie weet of zij aan hen nog denken. In hun leven schenen zij iets te zijn, en nu zwijgt men over hen.
Is mijn kennis tot heil van mijn naaste? Wanneer ik veel weet en ik gebruik het tot oneer van mijn Zaligmaker, doordat ik met die kennis mijn naaste in nood niet help? Is het hebben van kennis voor mij belangrijker de HEERE en mijn naaste te dienen? Waar ben ik op gericht? Een lang gelukkig en gezond leven hier op aarde? Of op het toekomende? Ook voor mijn medemens?

6. O hoe snel gaat de roem der wereld voorbij! Och, hadde hun leven overeengekomen met hunne wetenschap, dan zouden zij met vrucht gestudeerd en onderwezen hebben. Hoevelen gaan er in de wereld niet verloren, omdat zij, door hun ijdele wetenschap, weinig, weinig bekommerd zijn om God te dienen! En omdat zij eerder verkiezen groot te zijn dan ootmoedig, daarom worden zij ijdel in hunne gedachten.(Romeinen 1 vers 21(HSV)). Hij is waarlijk groot, die zichzelven kleinacht, en die het toppunt van eer voor niets rekent. Hij is waarlijk wijs, die alle aardsche dingen als vuilnis acht, om Christus te gewinnen.(Filippenzen 3 vers 8(HSV)). En hij is waarlijk wel geleerd, die den wil van God volbrengt en zijn eigen wil verlaat.
Het blijft in mijn hoofd "hangen" en daarom noem ik het toch. Ik denk aan het transplanteren van organen. Aan het repareren van DNA, om op die wijze genetische ziekten uit te bannen... Het is een thema dat ver van mij afstaat. En toch weer dichtbij. Ook ik heb in mijn nabije omgeving iemand die een ernstige afwijking heeft in haar DNA. Haar levensverwachting was tot kortgeleden hooguit veertig jaar. Dankzij de wetenschap in medicijnen zijn haar vooruitzichten sterk verbeterd. Natuurlijk heb ik hierop gehoopt, dat dit moment eens zou aanbreken. Wie gunt iemand die je liefhebt geen lang leven? Ben ik dankbaar voor de wetenschappers die dit hebben kunnen bewerkstelligen? Zeker wel! En toch...? Als ik verzuimd zou hebben haar het Evangelie te verkondigen en daar alleen mijn hoop op was gericht? Wat is een lang leven op aarde t.o.v. een gelukzalige eeuwigheid bij onze Schepper en Zaligmaker? Zou ik Hem dan niet véle malen meer dankbaar zijn dan deze wetenschappers? Wat denk jij?  


Oefening:
De waarheden leeren, niet zoozeer om ze te kennen dan in het werk te stellen; het eeuwig woord aanhooren, hetgeen meer tot het hart dan tot den geest spreekt; weten hetgeen ter zaligheid noodig is, en het werkdadig maken; ziedaar wat de wetenschap der christenen moeten uitmaken. De bespiegelende kundigheden, die de nieuwsgierigheid van mijnen geest streelen, zonder nochtans mijn hart te raken of te veranderen, walgen mij, en het verdriet mij zooveel te weten en zooveel te hooren spreken over de eeuwige waarheden en over mijn zaligheid, daar ik zoo weinig verricht om zalig te worden. 
Weet je dat ik dit best heel moeilijk te begrijpen vind? Daarom vertaal ik het een beetje naar mijn eigen woorden. Indien jij me kan helpen, lees ik het graag!  Ik wil me erin oefenen, niet de wetenschap of mijn kennis te verheffen boven de HEERE te stellen. Alles wat ik leer door Zijn Woord te bestuderen, dat Zijn Heilige Geest dit in mijn hart omzet tot daden die Hem eer aandoen en mijn naaste en mezelf tot heil zijn... 


Gebed:

O mijn Jezus, Die ons geleerd hebt dat zij het niet zijn die zeggen: Heer, Heer, die het rijk der hemelen zullen binnentreden, maar wel zij, die den wil van Uwen Vader volbrengen en hun leven volgens hun geloof schikken! Stort in ons, bij een christelijken geest, een christelijk hart en een christelijk leven. Geef mij de genade dat ik, van alles onthecht en in alles niets zoekende dan U alleen, geheel mijne wetenschap, geheel mijne bekwaamheid, geheel mijn geluk en al mijne verdiensten stelle in U te behagen, in U te beminnen, in Uw hart te winnen en mij waardig te maken om Uwe liefde in den tijd en in de eeuwigheid te genieten. Amen.  
Bidden jullie dit van harte met mij mee?

Misschien wil jij alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.


Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:

  1. Verlang ik ernaar Jezus beter te leren kennen? En daarmee ook Zijn liefdevolle Vader? Omdat ik geloof dat Hij de Waarheid en het Leven is? Heb ik zin om Zijn Woord te onderzoeken? Of moet ik mezelf daartoe aanzetten? En jij?
  2. Hoe luister ik naar en lees ik Gods Woord? Zie ik met ogen en hoor ik met oren wat Gods Geest tot mij zegt? Of weiger ik moedwillig Hem te gehoorzamen als het mij niet uitkomt? Hoe is dit voor jou?
  3. Wil ik mijn hart laten kennen door de HEERE? Durf ik mezelf in de spiegel te kijken? De spiegel van Gods Woord? Wat zie ik dan? En jij? Ik vind het soms best moeilijk om heel eerlijk te kijken naar mezelf, omdat dit spiegelbeeld lang niet altijd zo mooi is...
  4. Zijn mijn woorden lippen/pennen-taal of is het hartentaal? 
  5. Wat is mijn diepste drijfveer in dit aardse leven? gebruik ik al mijn kennis en gaven tot dienst van het Evangelie? Tot eer van de HEERE en heil van mijn naaste en mezelf? 
  6. Het maken van deze blog, zorgde ervoor dat ik hierover na "moest" denken. Ik wil stil worden, om deze vragen in alle rust te overdenken tijdens mijn dagelijkse bezigheden. Met een verlangend hart om Christus na te volgen...



Dit gedeelte kan je lezen in de vertaling van dr. Is. van Dijk vanaf bladzijde 6

Volgende hoofdstuk
Vorige hoofdstuk