Pagina's

dinsdag 2 juli 2024

11b) Over het verwerven van den vrede, en den ijver om vooruitgang te doen


Ik ga weer verder met dit hoofdstuk:

2. Waarom zijn sommige heiligen zoo volmaakt geweest en zoo ingetogen?

 Omdat zij zich beijverd hebben zichzelven te versterven in alle aardsche lusten: en daarom hebben zij met alle innigheid des harten God kunnen aankleven, en ongehinderd met zichzelven bezig zijn.
 Maar wij, wij hebben te veel werk met onze driften, en zijn te zeer bekommerd om vergankelijke dingen.
 Zelden ook overwinnen wij ten volle een enkele ondeugd, en hebben geenen ijver om dagelijks vooruit te gaan: daarom blijven wij lauw en koud.

Johannes moest een brief schrijven naar de gemeente van Laodicea. Daarin wordt gezegd dat zij lauw en koud waren:

Openbaring 3:14-22 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, het begin van Gods schepping:
15. Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet!
16. Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit
Mijn mond spuwen.
17. Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent.
18. Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en witte kleren, opdat u bekleed bent en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt. En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien.
19. Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.
20. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.
21. Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb.
22. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.


Wanneer je 1Timotheüs 6 leest? Dan zou dit de o.a. de reden zijn. Want Timotheüs stimuleert de lezers van deze brief:

1Timotheüs 6:3-6, 12, 17-19

3. Als iemand een andere leer brengt en zich niet houdt aan de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en aan de leer die in overeenstemming is met de godsvrucht,
4. dan is hij verwaand, weet niets, maar heeft een ziekelijke neiging tot twistvragen en woordenstrijd. Daaruit komen voort: afgunst, ruzie, lasteringen en kwaadaardige verdachtmakingen,
5. voortdurend geruzie van mensen die een verdorven gezindheid hebben en beroofd zijn van de waarheid, omdat zij denken dat de godsvrucht een bron van winst is. Wend u af van dit soort mensen.
6. Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid.
12. Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen.
17. Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn, en hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten;
18. ook om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen.
19. Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat: een goed fundament voor de toekomst, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen.


Ben ik lauw en koud? Of streef ik een heilig leven na? En jij? Hoe lukt het de mensen waar Thomas het over heeft, zo heilig en ingetogen te leven? 

Romeinen 7:21-21-23, 26 

21. Ik ontdek dus deze wet in mij: dat, als ik het goede wil doen, het kwade dicht bij mij ligt.
22. Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God.
23. Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is.
26. Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde.

Romeinen 8:1-4, 31

1. Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
2. Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood.
3. Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees,
4. opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
31. Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

Ik stel mezelf en jullie normaals de vraag: 
Hoe lukt het de mensen waar Thomas het over heeft, zo heilig en ingetogen te leven? 


3. Waren wij aan ons zelven volkomen afgestorven en inwendig niet in verwarring, dan zouden wij ook de goddelijke dingen kunnen smaken, en iets van de hemelsche beschouwing kunnen proeven.

 Maar het eenige, ja het allerzwaarste beletsel is, dat wij, verslaafd aan onze driften en begeerlijkheden, geene moeite doen om den volmaakten weg der heiligen op te gaan.
 En als er ons een weinig tegenspoed overkomt, laten wij te haastig den moed zinken en keeren wij ons naar menschelijken troost. 
Zoals deze woorden vanThomas a Kempis, herkent en erkent 
Paulus hetzelfde uit eigen ervaring. We lezen 't in de volgende Bijbelgedeelte:

Romeinen 7:19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. 

Ik denk ook aan de gelijkenis van het zaad dat gezaaid wordt in bijvoorbeeld Markus 4:1-20.
 In het specifiek: Markus 4:15, 17, 19 en 20
15. En dit zijn zij bij wie langs de weg gezaaid is: in wie het Woord gezaaid wordt, en als zij het gehoord hebben, komt de satan meteen en neemt het Woord weg dat in hun hart gezaaid was.
17. en geen wortel in zichzelf hebben, maar zij zijn mensen van het ogenblik; als er later verdrukking of vervolging komt omwille van het Woord, struikelen zij meteen.
19. maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar.
20. En dit zijn zij bij wie in de goede aarde gezaaid wordt: zij horen het Woord en nemen het aan en dragen vrucht, de één dertig-, en de ander zestig-, en de ander honderdvoudig.

In Hebreeën 10 worden we wederom door Paulus bemoedigd met Gods belofte, indien we volharden in onze strijd Hem te volgen:

Hebreeën 10:35, 36 en 37
35. Werp dan uw vrijmoedigheid niet weg, die een grote beloning met zich meebrengt.
36. Want u hebt volharding nodig, opdat u, na het volbrengen van de wil van God, de vervulling van de belofte zult verkrijgen.
37. Want: Nog een heel korte tijd en Hij Die komt, zal komen en niet uitblijven.


Ooit heeft een voorganger mij een ezelsbruggetje gegeven bij Romeinen zes, zeven en acht. In volgorde: Zes is les, zeven is leven en acht is kracht.

In hoofdstuk zes leren we onszelf als zondaar kennen en leert Paulus ons de verlossing door Jezus Christus. 
Romeinen 6:23 Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere.

In hoofdstuk zeven leert hij ons hoe de praktijk van ons leven is:
Romeinen 7:14, 15, 24, 25 en 26 
14. Want wij weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.
15. Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik.
24. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood?
25. Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.
26. Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde.

Tot op heden hoor ik geen levende Christus in de geschreven woorden van Thomas a Kempis. Alleen maar woorden van zelf volhouden terwijl wij dat niet kunnen vanwege wie we zijn... Een hopeloze zaak zou je zeggen!

En in hoofdstuk acht leert Paulus ons hoe wij de kracht krijgen om de HEERE in geloof te dienen en Jezus na te volgen in ons dagelijkse leven.
Romeinen 8:1. 15, 24, 25, 26, 30 en 31
1. Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
15. Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!
24. Want in de hoop zijn wij zalig geworden. Hoop nu die gezien wordt, is geen hoop. Immers, wat iemand ziet, waarom zou hij dat nog hopen?
25. Maar als wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding.
26. En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.
30. En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.
31. Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

Dit bovenstaande Bijbelgedeelte uit Romeinen acht sluit goed aan bij het onderstaande waarin Thomas schrijft: 
4. Indien wij ons best deden, om, als dappere mannen, pal te staan in den strijd, voorzeker zouden wij de hulp Gods van de hemel op ons zien nederdalen. 
Mijn reformatorische achtergrond gaat hier wel een beetje steigeren eerlijk gezegd. Het lijkt wel alsof Thomas hier zegt: Wij doen ons best en God doet de rest... Ik krabbel onbehagelijk achter mijn oor.

 Want Hij is bereid te helpen die strijden en op Zijne genade betrouwen; en Hij zelf geeft ons de gelegenheid tot strijden, opdat wij zouden overwinnen. (Romeinen 8:37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.)
 Indien wij den voortgang van het christelijke leven maar stellen in uitwendige gebruiken, dan zal onze godsvrucht spoedig een einde nemen.
Heeft Thomas hier ook aan Psalm 51 gedacht? David werd door de profeet Nathan aangesproken over zijn zonde met Bathseba. In deze psalm erkent hij zijn zonden. Tevens dat de HEERE geen vreugde vindt in brandoffers zonder dat wij met een gebroken geest en verbrijzeld en verslagen hart tot Hem komen. Juist wanneer wij met die laatste tot God komen zal Hij ons niet verachten maar..., naar ons omzien! Naar Zijn welbehagen ziet Hij ons als rechtvaardig door het bloed van Zijn lieve Zoon. 

1 Timotheüs 6:12 Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen.

Hebreeën 12:1 Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt,


5. Maar laat ons de bijl aan den wortel zetten, opdat wij, verlost van de driften, een vreedzame stemming mogen bezitten.
 Indien wij ieder jaar maar één gebrek uitroeien, dan zouden wij spoedig volmaakt zijn. 
 Maar nu integendeel bevinden wij dikwijls, dat wij beter waren en reiner in het begin van onze bekeering, dan na vele jaren geestelijk leven. 
 Onze vurigheid en onze vorderingen moesten dagelijks aangroeien; en nu schijnt het iets bijzonders te zijn, als iemand een deel van zijn eerste vurigheid kan behouden.
 Indien wij in het begin maar een weinig geweld deden, wij zouden daarna alles kunnen doen met gemak en met genoegen.
Tot op heden lees ik in dit hoofdstuk vooral dat we hard aan onszelf moeten werken. Het hangt wel erg van onze 'werken' af. Terwijl onze zaligheid alléén in Christus is! Neemt niet weg, denk ik met mijn nuchtere verstand, dat we verantwoordelijk zijn voor onze eigen daden. En vrede ervaar ik in mijn ziel, wanneer ik Hem navolg, ondanks de onrust die er om mij heen bestaat. Ik merk dat mijn reformatorische en rooms-katholieke wortels hier 'haast' automatisch tegen elkaar lopen te roepen. Zo van:
Je kan de zaligheid niet verdienen hoor Yvonne! Dat is alléén in Christus en dat gaat niet zomaar! Dat moet je gegeven worden...
en:
Jezus is mijn voorbeeld. Zoals Hij leefde en zoals Hij zegt dat ik moet leven, zo moet ik doen!
En als je dan Gods Woord leest, dan is het geloof niet zonder de werken... Lees Jakobus 2: 14 -26, met als kopje 'Dood geloof', maar eens. Zijn Heilige Geest werkt dat in ons. En dus zeg ik nu tegen mijzelf: luister naar wijze mensen(zoals Thomas was) maar..., Gods Woord gaat boven alles!  

6. Het is zeer moeilijk gewoonte af te leggen; maar het is nog moeilijker tegen zijn eigen wil in te gaan. 
 Maar indien gij nu in 't kleine en lichte geene overwinning behaalt, wanneer zult gij het meer moeilijke te boven komen?
 Wedersta van eerst af uwe neiging en ontmaak u van de kwade gewoonte, opdat zij u niet allengskens tot grooter moeilijkheid brenge.
 Ach! Indien gij overdacht wat vrede gij u zelven en wat vreugd gij anderen zoudt bezorgen door u goed te gedragen, ik geloof dat gij meer bezorgd zoudt zijn voor uw geestelijke vooruitgang.
Dat ervaar ik dagelijks. Hoe moeilijk het is verkeerde gewoonte af te leren. En tegen mijn gevoel in te gaan. En toch... Het overwinnen daarvan door mijn oog op Zijn Woord gericht te houden. Op het offer door Christus(en Zijn Vader!) volbracht. Ik denk weleens, hoe moeilijk het zal zijn geweest Zijn Zoon Jezus te moeten zien lijden... Misschien denk ik te menselijk. Maar het kon niet anders. Door de dood heen mocht Jezus bij Zijn Vader in de hemel komen. Hoe heerlijk zal dat voor beiden zijn geweest... Alles volbracht om de weg weer te openen voor berouwvolle zondaren! Zodat zij op de nieuwe hemel en aarde in Zijn nabijheid volmaakt leven zullen, zoals onze Schepper dat bedoelt heeft. Welk een vreugde zal dat zijn!


Oefening:
Evenals er niets tegenstrijdig is aan den ware vrede, aan het geluk en de rust van dit leven, dan zich aan zijn kwade lusten over te geven en zich van deze den slaaf en het slachtoffer te maken, alzoo is er ook niets bekwamer om ons een ware rust van geweten te geven, om het geluk van dit leven uit te maken, om onze zaligheid te verzekeren, dan onophoudelijk onze kwade neigingen te bevechten en te overwinnen, en in alle gelegenheden wederstand te bieden aan de ongeregelde begeerten van ons hart. Leg u dus ernstig toe om aan u zelven te sterven, om hetgeen u tegen strijdt, te overwinnen, om aan de vurigheid uwer driften te wederstaan, om in alles uw eigen wil te verzaken; en die oplettendheid, die zorg, dit heilig geweld zijn, zullen u in dit leven en in de eeuwigheid gelukkig maken, aangezien er geen ware vrede van geweten noch eenige verdienste te vinden is dan in hetgeen men voor God en tegen zichzelven doen. 


Gebed:
O mijn Zaligmaker! Hoe gelukkig, tevreden en zeker van mijne zaligheid zou ik niet wezen, indien ik, om aan Uwe rechtvaardigheid door de boetvaardigheid, aan Uwe liefde door de getrouwheid te voldoen, datgene deed wat ik zonder ophouden doe om mijne driften en de verzoeken van mijne eigenliefde te bevredigen! Gedoog niet, Heer! Dat ik een anderen meester diene dan U. Breek mijne ketenen en verlos mij uit de onrechtvaardige en wreede slavernij, in welke ik door mijne begeerlijkheden geboeid lig. Mijn hart is gansch voor U. Laat niet toe dat de ijdelheid, de eigenliefde, de wellustigheid, de vadsigheid, de gramschap - die vreemde goden - het verdeelen, of eerder het aan de macht Uwer liefde onttrekken; want ik gevoel, wanneer ik mijn hart tusschen U en mij verdeel, dat ik het U onttrek en dat Gij van mij alles of niets eischt. O mijn God, mijn Al! O God mijns harten! Wees mijn aandeel in eeuwigheid. Amen.


Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
  1. Ben ik lauw en koud? Of streef ik een heilig leven na? En jij? Hoe lukt het de mensen waar Thomas het over heeft, zo heilig en ingetogen te leven? 
  2. Jullie lazen mijn worsteling. Hard werken volgens Thomas en Paulus. De wedloop(Hebreeën 12:1). Volharden! Maar dat kan toch niet in eigen kracht? Gaat het vanzelf, omdat de HEERE het in ons werkt? Ik lees in de Bijbel dat wij niet ontslagen worden van onze eigen verantwoordelijkheid. Maar mèt dat wij onze verantwoordelijkheid nemen, zullen we ook de krachten krijgen om deze te volbrengen. Bemoedigend klinkt Jesaja 40:31: maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden, zij zullen snel lopen en niet afgemat worden, zij zullen lopen en niet moe worden. Hoe wordt jij bemoedigd?
  3. Wat was het veel om te verwerken hè? Vorige week zag ik een leerzame podcast van de christelijke apologeet. Hoe houden we het vol? Ons Geestelijk immuunsysteem. Kijk en luister je mee?

    Veel zegen toegewenst en dat jullie ook anderen tot zegen zijn...