Pagina's

dinsdag 21 november 2023

7) Over het vluchten der ijdele hoop en der verwaandheid

Hoe langer ik bezig ben dit boekje te lezen, hoe meer ik mezelf de vraag durf te stellen:

'Is er óóit iemand op de aarde geweest die Gods Woord perfect kon begrijpen en uitleggen?'

En hoe denk ik te weten hoe Thomas dit boekje precies heeft bedoeld? Dat betreft ook dit boekje en de vertaling hiervan vanuit de Rooms Katholieke kerk en de vertaling van dr. Is. van Dijk. Zullen wij mensen in dit aardse leven Gods Woord werkelijk perfect kunnen uitleggen?

Er was er Eén Die dat kon. Hij is zelfs het Woord... Namelijk: De Heere Jezus!

En wij 'gewone' mensen dan? En ik? Ik mag Hem steeds meer en beter leren kennen door het lezen en bestuderen van Zijn Woord. Dat alles heeft echter geen waarde, wanneer Zijn Heilige Geest daar niet in meekomt... En hoe geweldig is het om te mogen leren van iemand als
Thomas a Kempis, die zoveel heeft geleerd uit Gods Woord, door Geestelijk onderzoek daarvan. En wij mogen daar de vruchten van plukken, maar wel in de wetenschap dat hij een mens is en geen God... Daarmee kom ik bij hoofdstuk 7 van dit boekje.

1. Hij is ijdel, die zijne hoop stelt op menschen of op schepselen.
 Schaam u niet anderen te dienen, ter liefde van Jezus Christus, en in deze wereld voor arm aanzien te worden.
 Steun niet op u zelven, maar vestig uwe hoop op God. 
 Doe wat gij kunt, en God zal uw goeden wil bijstaan.
 Stel geen betrouwen op uwe wetenschap,  noch op het vernuft van eenigen mensch, maar liever op de genade Gods, die de ootmoedigen helpt, en de hovaardigen vernedert. 

In 1 Korinthe 3 waarschuwt Paulus de gemeente van Korinthe voor hetzelfde waar Thomas a Kempis ons waarschuwt. 
1 Korinthe 3:4 Want als iemand zegt: Ik ben van Paulus, en een ander: Ik van Apollos(Thomas a Kempis?), bent u dan niet vleselijk? en: 
1 Korinthe 3:9 Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú.
14. Als iemands werk dat hij op het fundament gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen.
15. Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen.
16. Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?
17. Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u.
18. Laat niemand zichzelf bedriegen. Als iemand onder u denkt dat hij wijs is in deze wereld, laat hij dwaas worden, opdat hij wijs zal worden.
19. Want de wijsheid van deze wereld is dwaasheid bij God, want er staat geschreven: Hij vangt de wijzen in hun sluwheid.
20. En opnieuw: De Heere kent de overwegingen van de wijzen, dat zij zinloos zijn.
21. Laat daarom niemand roemen in mensen, want alles is van u:

22. hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Kefas, hetzij de wereld, hetzij het leven, hetzij de dood, hetzij tegenwoordige dingen, hetzij toekomstige dingen, alles is van u.
23. U echter bent van Christus en Christus is van God.


In de vorige hoofdstukken is dit uitgebreid behandeld. Thomas besteed hier duidelijk veel aandacht aan. Blijkbaar is dat nodig. Mezelf kennende in ieder geval wel. En wanneer ik kijk naar hoe het volk van God(de Israëlieten) in het oude Testament zich gedragen heeft, ben ik daarin niet alleen. Mozes waarschuwt en stimuleert het volk Gods geboden in te prenten en ze in acht te nemen...(Deuteronomium 6) Heeft Hij hen niet uit Egypte geleid? En hen naar het beloofde land de weg gewezen om hen dat te geven? De HEERE komt alle eer toe! En telkens weer, wanneer het volk zondigt en zij met berouw tot Hem komen, vergeeft Hij hen en gaat Hij met hen verder. Weet je 't nog? Mozes heeft zo heftig gepleit voor het volk toen zij het gouden kalf hadden aanbeden.(Vanaf exodus 32) Op die smeebede en het berouw dat het volk liet zien ging de HEERE opnieuw met hen mee... Hoe geduldig was God! Steeds opnieuw was het nodig vergeving te schenken aan een ongehoorzaam volk...

Zo ook mij. En jou?

Hij heeft ons het eeuwig leven belooft en gegeven door het vergoten bloed van Zijn Zoon. Johannes 17 vers 3: En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christuts, die U gezonden hebt. Wij zijn op weg naar het eeuwig zalig leven bij Hem, waar geen zonden meer zullen zijn... En telkens weer heb ik op deze weg Zijn vergeving nodig. Die Hij, onbegrijpelijk wonder, oneindig herhaaldelijk schenkt! Zal ik dan Zijn Woord niet willen inprenten en doen!? Mattheüs 18 vers 21 en 22.
21 Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?
22. Jezus zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal.

In dit Bijbelgedeelte wordt gerefereerd naar:

Kolossenzen 3:13 Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen.

Enkel Christus schenkt volledige vreugde. Hij zorgt ervoor dat wij komen tot het doel, waarvoor Zijn Vader ons geschapen heeft!


2.
Roem niet op rijkdommen, als gij er bezit, noch op vrienden, omdat zij machtig zijn(Jeremia 9 vers 23 en 24); maar op God, Die alles geeft, en, boven alles, nog zich zelven wenscht te geven.
 
Verhef u niet op een rijzig en welgevormd lichaam, dat door een geringe krankte geschonden en misvormd wordt. 
 Schep geen zelfbehagen in uwe behendigheid of verstand, uit vrees van God te mischagen, aan wien alle goed, dat gij van nature bezit, toebehoort.

Waarom zou ik hier zelf iets aan toevoegen? Behalve nog enkele teksten vanuit Gods Woord? God heeft ons geschapen. Dan mag Hij vragen te doen wat Hij wil dat wij doen zullen... Dat geeft onze Schepper vreugde!

Jeremia 9:23 Zo zegt de HEERE: Laat een wijze zich niet beroemen op zijn wijsheid, laat de held zich niet beroemen op zijn sterkte, laat een rijke zich niet beroemen op zijn rijkdom.
24. Maar laat wie zich beroemt, zich daarop beroemen dat hij begrijpt en Mij kent dat Ik de HEERE ben, Die goedertierenheid bewijs, recht en gerechtigheid op de aarde doe, want in die dingen vind Ik vreugde, spreekt de HEERE.
1 Korinthe 1:31 opdat het zal zijn zoals geschreven staat: Wie roemt, laat hij roemen in de Heere. 
Spreuken 27:2 Laat een vreemde u prijzen en niet uw eigen mond, een onbekende en niet uw eigen lippen.
2 Korinthe 10:17 Maar wie roemt, laat hij roemen in de Heere.

Heeft de HEERE ons hier niet voor geschapen? Weet Hij niet wat het beste voor ons is? Mijn eigen gevoelens en behoeften najagen geeft geen voldoening en blijdschap. Soms, tijdelijk... Maar het is nóóit genoeg. Hoe anders is dat, wanneer ik in Christus ben. Dan worden ál mijn verlangens vervuld. 


3. Acht u niet beter dan een ander om somtijds niet voor erger aangezien te worden door God, Die weet wat er in den mensch is.
 Verhef u niet om uwe goede werken, want de oordelen Gods verschillen van die der menschen: Wat aan dezen behaagt, mishaagt Hem dikwijls. 
 Indien gij iets goeds bezit, denk dat er in de anderen nog iets beters is, opdat gij de ootmoedigheid moogt bewaren.
 Het deert u niet, zoo gij u onder alle anderen stelt; maar daar is de groote schade bij , zoo gij u slechts boven éénen stelt.
 Eeuwige vrede huist bij de ootmoedige: maar in het hart van de hoovaardige is meestal nijd en spijt.
Filippenzen 2:3 Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.
Romeinen 12:10 Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.
1 Petrus 5:5 Evenzo, jongeren, wees aan de ouderen onderdanig; en wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.


Oefening:
Steun niet dan op Hem die niet kan ontroerd worden, te weten: op God, op Wien men alleen moet rekenen; want niets is er zwakker, onzekerder en onstandvastiger dan de mensch, die niets dan bedrog, arglist en leugentaal voor zich heeft. Verwacht dus alles van God, en niets van u zelven noch van anderen. Wil u noch over uw goede werken, noch over uwe bekwaamheid verheffen, maar geef in alles en voor alles de eer aan God, aan Wien ze alleen toekomt.

Gebed:
Heer! Dewijl Gij alleen hen haat en versmaadt, die door een in
wendig behagen over zich zelven in uwe tegenwoordigheid zich durven verheffen; en dat Gij dezulken eert en bemint, die zich niet dan het kwaad toeschrijven, en het goed dat zij doen, aan U toeëigenen: geef ons die inwendige ootmoedigheid des harten, die ons tot U doet naderen en Uwe liefde doet bekomen; genees in ons dien hoogmoed en die ijdelheid van een opgeblazen en hoovaardigen geest, die ons van U verwijdert en Uwen haat doet inloopen, en geef ons een ootmoedig, onderworpen en leerzaam hart om Uw heiligen wil te kennen, waarmede wij Uwe barmhartigheid zullen verwerven. Amen
Deze onderstaande voorbede van Paulus, om bevestiging in het geloof, vind ik zo prachtig en ook heel toepasselijk op het bovenstaande gebed. Het haalt de mens ertussenuit en zet de HEERE centraal en niet onbelangrijk: Wij mogen Zijn getuigen zijn door onze handel en wandel in afhankelijkheid van Hem.
Kolossenzen 1:
9 Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht,
10. zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God,
11. terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen.
12. Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht.
13. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.
14. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.

Mooi vind ik het, wanneer deze blogs aanzetten tot Bijbel lezen en nadenken over jouw verhouding tot de HEERE, anderen en jezelf. Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie vertrouwelijk tussen ons. 


Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:
  1. Was alles wat Thomas a Kempis in de afgelopen 7 hoofdstukken ons geleerd heeft, bekend bij jou? Of heeft hij jou wat nieuws verteld?
  2. Ken jij iemand die de Bijbel heel goed kan uitleggen? Vertrouw jij die uitleg volledig? Of hou jij de Bijbel er onderzoekend naast? Lastig hè? Want wie vertrouw ik dan? Daarom speelt die voorbede in Kolossenzen 1 zo'n belangrijke rol in mijn leven...
  3. Ben je de Bijbel daardoor anders gaan lezen? 
  4. Is jouw blik naar God, anderen en jezelf veranderd?
  5. Hoe verbaasd/verwonderd zijn wij over Gods geduld en vergeving? 
  6. Regelmatig hoor ik de uitspraak uit:
    Johannes 3:30 Hij moet meer worden, maar ik minder. Begrijp jij wat in de context van Johannes 3, hiermee bedoeld wordt? 
  7. Laten wij Christus in ons regeren door Zijn uitgestortte Heilige Geest? 


Rupsje nooit genoeg?

(Baken in de zee...)


Als de baren van de zee,

neemt de wereld ons mee.

Ons leven ongedurig,

en wij wispelturig.

Is een aards verlangen vervuld?

smachten we alweer vol ongeduld,

naar de vervulling van een andere wens...

Rupsje nooit genoeg, dé mens!

Als we echter hiervoor kiezen,

zullen we alles verliezen...


Kennen wij onze Vader zó slecht?

Heeft onze Schepper geen recht,

op Zijn gehele schepping?

Kennen wij de geboren Koning?

Jezus ligt als een baken in de zee. 

Wijst ons de weg en neemt ons mee,

veilig door de woelige baren.

Ons leven komt tot bedaren.

Smachtend naar Jezus met geduld,

worden zalige verlangens volledig vervuld!


Eraan gerelateerd zijn: Zijn levensdoel met ons en Egocentrisme versus Christocentrisme

Volgende hoofdstuk 
Vorige hoofdstuk

Dit hoofdstuk lees je op pagina 11 van de vertaling van dr. Is. van Dijk


vrijdag 3 november 2023

6) Over de ongeregelde begeerten


1. Telkens de mensch iets begeert op een ongeregelde wijze, wordt terstond zijn inwendige rust verstoord.
 De hovaardige en de vrek hebben nooit rust. De arme en ootmoedige van geest leeft in overvloed van vrede.
 De mensch, die nog niet gansch aan zichzelven verstorven is, wordt lichtelijk bekoord, en overwonnen in kleine en geringe zaken. 
 Hij, wiens geest nog krank is, en nog eenigszins een vleeschelijk mensch is die naar het zinnelijke overhelt, heeft groote moeite om zich van a
lle aardsche lusten gansch los te rukken.
 Hierom gevoelt hij dikwijls droefheid, wanneer hij zich daaraan onttrekt: en licht is hij geraakt als hem iemand wederstaat.
 Wat staat hierover in de Bijbel? Ik moet denken aan
koning Achab(1koningen 21). 
Achab wilde de
wijngaard van Naboth hebben, maar hij had er naar Gods wet géén recht op. Daarom weigerde Naboth. Achab had geen rust meer. Woede en somberheid hadden van hem bezit genomen van, omdat hij wederstaan was. 

1 Koningen 21:3 Maar Naboth zei tegen Achab: Laat de HEERE daarvan bij mij geen sprake doen zijn, dat ik u het erfelijk bezit van mijn vaderen zou geven!
4. Toen kwam Achab thuis, somber gestemd en woedend vanwege het woord dat Naboth uit Jizreël tot hem had gesproken; dat deze had gezegd: Ik geef u het erfelijk bezit van mijn vaderen niet. Hij ging op zijn bed liggen, wendde zijn gezicht af en nam geen voedsel tot zich.

Zijn vrouw Izebel heeft hem toen gerustgesteld en gezegd dat zij het zou regelen, dat hij het toch in zijn bezit zou krijgen. 

1 Koningen 21:7 Toen zei Izebel, zijn vrouw, tegen hem: Moet ú nu het koningschap over Israël uitoefenen? Sta op, neem voedsel tot u, laat uw

hart vrolijk zijn, dan zal ík u de wijngaard van Naboth uit Jizreël, geven.

Het is Izebel inderdaad gelukt. Maar tegen welke prijs???  

 Tevens gaan mijn gedachten naar koning Saul. Het/hij begon zo geweldig mooi! De Geest van de HEERE (1Samuel 10 vers 6) werd vaardig over Saul. Hoe nederig was hij verstopt tussen de bagage, toen Samuel hem tot koning wilde zalven...(vers 22) Helaas bleef Saul niet zo ootmoedig. In hoofdstuk 15 lees ik hoe ongehoorzaam hij werd aan de HEERE. Eigenbelang, eigen eer en angst voor het volk werden belangrijker dan gehoorzaamheid aan de woorden van de HEERE, gesproken door Samuel(de eerste profeet en laatste richter van Gods volk in het Oude Testament). Hij wilde ook zijn 'halfslachtige' gehoorzaamheid goedpraten tegenover Samuel. Hij had iedereen gedood. Ja..., behalve koning Agag en vele dieren(vers 8 en 9).

1Samuel 15:8. Agag, de koning van de Amalekieten, greep hij levend, maar al het volk sloeg hij met de ban, met de scherpte van het zwaard.
9. Maar Saul en het volk spaarden Agag, de beste schapen en runderen, en wat bijna het beste was, de lammeren en alles wat goed was. Zij wilden die niet met de ban slaan. Maar elk gebruiksvoorwerp dat waardeloos en vergaan was, sloegen zij met de ban.

De gevolgen waren groot! Onrust/onvrede, berouw en angst vervulden Sauls hart. 

1 Samuel 16:14 De Geest van de HEERE was van Saul geweken, en een boze geest bij de HEERE vandaan joeg hem angst aan.

 Herken ik dit verlangen naar steeds meer aardse rijkdom en/of eer? Wat is mijn eerlijke en oprechte streven in mijn leven? En dat van jou?


2. Bekomt hij wat hij verlangt, zoo kwelt hem aanstonds de wroeging van zijn geweten: omdat hij zijne drift ingevolgd heeft, die niets voorthelpt voor den vrede, dien hij zocht. 

 Dus, met te wederstaan aan zijne harstochten vindt men den waren vrede des harten, en niet met ze in te volgen.
 Daar is dan geen vrede in het hart van een vleeschelijk mensch, noch in den mensch, die zich aan de uitwendige dingen overgeeft, maar wel in den ijverigen en geestelijken mensch.

  Bij dit gedeelte moet ik denken aan Judas. Judas die de Heere Jezus verraden heeft voor dertig zilverstukken. Dat was ongeveer gelijk aan 120 daglonen. Dertig zilverstukken was ook de prijs die iemand moest betalen, als zijn os de slaaf of slavin

van iemand anders had gestoten en hierdoor verwond. De meester kreeg dit bedrag dan als schadevergoeding.(deze informatie heb ik van christipedia). Met al zijn rijkdom die Judas ontvangen had door zijn verraad, kreeg hij berouw toen hij zag dat Jezus veroordeeld was. Onvrede werd zijn deel. En dat ging zelfs zo ver, dat hij zichzelf ophing!

 Mattheüs 27:3 Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en hij bracht de dertig zilverstukken bij de overpriesters en de oudsten terug
4. en zei: Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? U moet maar zien.
5. En nadat hij de zilverstukken de tempel in gegooid had, vertrok hij. Hij ging heen en hing zich op.

Ook moet ik denken aan een geschiedenis uit het Oude Testament. Nebukadnezar kreeg een droom. Niemand anders kon deze uitleggen dan Daniël. Daniël waarschuwde hem dat Hij verstoten zal worden van de mensen en als de dieren gras zal eten. Dit gebeurde op de uitspraak van Nebukadnezar in Daniël 4:

Vers 30: De koning nam het woord en zei: Is dit niet het grote Babel, dat ik als een huis voor het koninkrijk gebouwd heb, door mijn sterke macht en ter ere van mijn majesteit?

Toen werd het koningschap van hem afgenomen. Tót hij de Allerhoogste ging loven: 

Vers 34: Na verloop van die dagen sloeg ík, Nebukadnezar, mijn ogen op naar de hemel, want mijn verstand kwam in mij terug, en ik loofde de Allerhoogste en prees en verheerlijkte Hem Die eeuwig leeft. Zijn heerschappij is immers een eeuwige heerschappij, en Zijn Koninkrijk is van generatie op generatie.

Hij kreeg zijn verstand terug, vooral de laatste vers vond ik heel toepasselijk bij hetgeen Thomas a Kempis in dit hoofdstuk bespreekt. Namelijk:

Daniël 4:37 Ik, Nebukadnezar, prijs, roem en verheerlijk nu de Hemelkoning, omdat al Zijn daden waarheid zijn en Zijn paden gerechtigheid: Hij is in staat te vernederen wie in hoogmoed hun weg gaan.

Dit heeft Nebukadnezar persoonlijk ervaren. In deze geschiedenis zie je duidelijk dat God je zegent met vrede, indien je Hem de eer geeft voor nu en in de eeuwigheid...

 Welke begeerten jaag ik dagelijks na? Vleeschelijke begeerten zoals Thomas a Kempis hierboven schrijft?  Geloof ik omdat ik er op aarde beter van wordt? Of ben ik gericht op Jezus Christus, Die mij door de dood heen het eeuwige Leven geeft? Wandel ik door de Geest? Waarop ben ik gericht? En jij? Dominee Gert van den Brink gaf naast een lezing over het historisch geloof een lezing over het tijdgeloof. Deze lezing gaf mij duidelijkheid over het hierboven genoemde. Waar zoek ik naar? Aards geluk? Of Christus en Zijn hemelse vrede en gelukzaligheid? 


Hoeveel meer vrede geeft dat!? Want in Hem is het eeuwige Leven. Al mijn aardse goederen en eer zal ik verliezen bij mijn sterven. Zijn Leven zal mij echter door de dood heen dragen... Dát geeft pas èchte vrede!      

Oefening:
De vrede des harten is, na de genade Gods, het grootste goed, en wij moeten niets ontzien om deze in ons te voeden. Doch wij kunnen dien vrede der ziel noch vinden noch behouden, dan in het verzet tegen onze driften en tegen de ongerechtigheden van onze begeerten; immers, hoe meer wij deze willen voldoen, hoe minder zij ons zullen lastig vallen; hoe meer tegenstand wij daaraan bieden, hoe meer zij ons in vrede zullen laten.

Gebed:
Geef ons, Heer, dien inwendigen vrede, die gerustheid van geweten, die stilte, welke ons vol betrouwen uwe goedheid verzekert en ons getrouw maakt om daaraan te beantwoorden - dien vrede Gods, die alle gedachten te boven gaat, en onzen geest en ons hart in uwe liefde behoudt, en welken Gij alleen ons geven kunt. Bedaar de stormen en de beroerten van onze driften, door de kloekmoedigheid, welke Gij ons zult geven om ze te overwinnen. Geef dat onze begeerlijkheid aan de rede onderworpen zij, de rede aan het geloof, en geheel de mensch aan zijnen God. Amen.

Geniet jij er van, net als is, om met Gods Woord bezig te zijn? Er met anderen over na te denken? Misschien wil jij dan alleen, óf samen met mij, nadenken over de volgende vragen? Alle reacties vind ik fijn en worden door mij gewaardeerd. Reageren kan via mijn blog of via het contactformulier. Bij deze laatste blijft de reactie tussen ons, en dus privé.


Gedachtzame vragen tot bedachtzame antwoorden:

  1. Herken ik het verlangen om mijn begeerten te willen vervullen, óók wanneer het tegen Gods Woord ingaat? En jij? Wat is onze eerlijke en oprechte streven in ons leven? Christus navolgen? 
  2. Hoe strijd ik de goede strijd? (denkend aan de geestelijke wapenrusting in Efeze 6)Welke begeerten jaag ik dagelijks na? Vleeschelijke begeerten zoals Thomas a Kempis hierboven schrijft?  
  3. Geloof ik omdat ik er op aarde beter van word? Omdat God mij zal helpen? Misschien vind je dit artikel op de site van geloofstoerusting over het welvaartsevangelie interessant? 
  4. Of ben ik gericht op Jezus Christus, Die mij door de dood heen het eeuwige Leven geeft? Wandel ik door de Geest?
  5. Terwijl ik terugkijk op mijn leven zie ik hoeveel onrust het vervullen van aardse verlangens geeft. "Rupsje nooit genoeg", denk ik dan... Want was mijn éne verlangen vervuld, dan kwam er wel weer een ander verlangen. Hoe geweldig is het om te horen, lezen of overdenken dat wij in Christus alles zullen ontvangen. Al ontvangen hebben... Helaas ben ik nogal hardleers, en heb ik deze dagelijkse omgang met de HEERE nodig, om niet terug te vallen in "Rupsje nooit genoeg"... Daar hebben jullie geen last van? Of toch wel? Afgelopen zondag zongen we gezang 459. Door de nacht van strijd en zorgen. Een lied van hoop! Zing je mee? 

  6. Met alle vragen die hierboven staan, zie ik heel vaak 'ik' staan. Wie staat er nu centraal? Ik? Of het groot maken en eren van de HEERE? M.a.w.: Staat Christus centraal in mijn leven? En bij jou?
  7. Mocht je geïnteresseerd zijn? Dominee Gert van de Brink heeft een derde afsluitende lezing gehouden. Deze ging over het wondergeloof.



Dit hoofdstuk lees je op pagina 11 van de vertaling van dr. Is. van Dijk